Geelhoed beheerst de kunst spectrum 2 ZateM30 «ontpmhor 9fl1 1 TT aarlijks lopen tienduizenden Neder- I landers botbreuken op bij valpartijen. I Polsen, ellebogen en sleutelbenen I moeten het vaak ontgelden. Voor een deel komt dat doordat de men sen - jong en oud, tijdens het sporten of in hun vrije tijd - niet weten hoe ze het best hun val kunnen breken. „Door hen de juiste valtechnieken te leren, kun je voorkomen dat mensen op de spoedeisen de hulp van een ziekenhuis belanden", stelt Yos Lotens. Lotens, een 54-jarige judoleraar en docent bewegingsonderwijs uit Noordwijk, werkt al dertig jaar aan zijn pakket valoefenin- gen en heeft al veel over Vallen' gepubli ceerd. Hij schreef onder meer het boek 'Vallen en opstaan' en ontwikkelde de les methode 'Vallen is ook een sport', die sinds twee weken beschikbaar is voor ba sisscholen en de onderbouw van middel bare scholen. Dat de oefeningen daadwer kelijk helpen en dus het aantal kwetsuren terugdringen, is al bewezen. „Het is niet zomaar een serie oefeningen van een judo leraar", zegt hij. „Alles is wetenschappelijk onderbouwd. Dan heeft het veel meer waarde." Pas vorig jaar kwam de Zuid-Hollandse valpedagoog in contact met Wim Geel hoed, die zich toch ook al tientallen jaren bezighoudt met hetzelfde onderwerp. De judo-opa uit Schore, de oprichter en voor malige eigenaar van Sportschool Geel hoed, stuurde Tonny Mulder, één van de huidige eigenaren van het grootste Zeeuwse judoinstituut, op verkennings tocht naar één van de valcursussen van Yos Lotens. Mulder: „Wim zei tegen mij: ik ben meestal niet zo tactisch, ga jij maar eens kijken... Ik ben er toen heen gegaan en heb aandachtig zitten luisteren naar Yos, maar ben ook met hem in discussie gegaan. Ik vertelde hoe Wim en ik over be paalde zaken denken. Over die ideeën was hij - en dat verbaasde mij wel - meteen heel enthousiast. Hij zag mijn opmerkin gen niet als aanmerkingen op zijn werk, maar als'aanvulling erop." Na die ene cursus werd het contact tussen Lotens en Geelhoed/Mulder geïntensi veerd. Uiteindelijk heeft dat ervoor ge zorgd dat momenteel de Methode Geel hoed zwart op wit komt te staan. Mulder: „Wim heeft de oefeningen allemaal in zijn hoofd zitten. En die heeft hij al aan Wie goed leert vallen, heeft daar in zijn verdere leven profijt van. Dat is de stellige overtuiging van judoka Wim Geelhoed (72) uit Schore. Al vijftig jaar verwerkt hij zijn vernieuwende valtechnieken in zijn trainingen bij Sportschool Geelhoed. Buiten Zeeland kreeg hij zijn ideeën echter nooit verkocht. „Ik ben al die tijd een roepende in de woestijn geweest." Nu steekt valpedagoog Yos Lotens hem een helpende hand toe. Hij gaat de Methode Geelhoed 'vermarkten'. door Roeland van Vliet foto's Mechteld Jansen heb de contacten, de ingangen." De organi satie Consument en Veiligheid, die als doel heeft Nederland veiliger te maken, heeft namens Lotens de wielerbond KN- WU al benaderd voor een pakket valtrai- ningen. „We zijn nog in de onderhande lingsfase met de bond, maar men is heel enthousiast over de sportspecifieke bena dering van Geelhoed", aldus de Zuid-Hol lander. „Mogelijk kunnen we daarna ook voor de hippische bond een offerte ma ken, én voor de schaatsbond... In allerlei takken van sport zou er behoefte moeten zijn om goed leren te vallen." Geelhoed is er trots op dat hij eindelijk ge hoord wordt. Zijn levenswerk komt dan toch nog tot bloei buiten de provincie. „Ik heb in het verleden wel bij de judobond aangeklopt en mijn ideeën over valtechnie ken verteld, maar er is nooit naar mij ge luisterd", zegt de Bevelander. „Ik was al tijd maar die eigenwijze man uit Zeeland. Ik was makkelijk opzij te schuiven." De valideeën van de judobond (JBN) en Geelhoed verschillen nogal van elkaar, stelt de Zeeuw. „Bij de bond draait alles om de sport, om het winnen. Het pedago gische aspect van het judo en de veilig heid op de mat staan in de schaduw daar van. Toen ik zelf nog in de kernploeg judo- de, met onder anderen Anton Geesink en Wim Ruska, zag ik veel blessures om me heen. Het was altijd knokken, knokken, knokken. En ook nu nog zijn er veel blessures in het topjudo. Maar ik heb nóóit een blessure gehad en ik heb bijna nooit leerlingen met blessures gehad op mijn sportschool. Ik ben altijd anders met bewegen omgegaan en zag in dat je alleen je leerlingen behoudt als je veilig judoot." Wim Geelhoed. mij overgedragen. Ik help hem nu alles precies te omschrijven en het voor ieder een begrijpbaar te formuleren." „De fantasie van Wim Geelhoed is legen darisch", zegt Lotens. „Ik zie heel veel mo gelijkheden voor zijn ideeën. Met onder meer de lesmethode 'Vallen is ook een sport' is er al een basis in Nederland. Som mige ideeën van Geelhoed zie ik als verbe tering van mijn ideeën, sommige zijn een uitbreiding." In het verleden stond Geelhoed bekend als eigenwijs man. De Zeeuw had wel al vernieuwende gedachten over 'vallen', maar werd vanwege zijn gebrek aan tact nooit helemaal serieus genomen. Lotens: „Hij heeft zijn methode nooit kunnen ver markten. Ik wil hem daar nu bij helpen. Ik Wim Geelhoed voelde zich vaak onbegre pen. Haast zoals Johan Cruijff. Daardoor eindigde hij epistels naar de bond weieens met de zin: 'Hoe hoger de dan, hoe min der je kan'. Mulder: „Tja, dan is het niet gek dat ze je niet helemaal serieus ne men." Geelhoed: „Maar ik bedoelde ermee dat hoe hoger mensen in een organisatie komen, hoe minder flexibel ze worden. Dan blijven ze volharden in een bepaalde lijn. Ik zeg: kijk waar de mensen om vra gen! En dat is veilig judo. Ik ben, nu ik wat ouder ben, wat milder dan voorheen, maar kan me er nog steeds kwaad om ma ken." Lotens, die bondsridder is, zegt diploma tiek: „Ik ben het ook niet eens met alles wat Geelhoed zegt, maar dat hoeft ook niet Het gaat om het eindproduct: een goede valtraining voor wielrenners of an dere sporters en dus een veiligere wereld." De Methode Geelhoed is tamelijk veelom vattend, maar steunt op slechts twee basis principes: invangen en rollen. „Je moet je armen en je benen zien als airbags", begint Geelhoed zijn uitleg over het invangen. „Die zijn ervoor om de rest van je lichaam te beschermen. Met je ledematen - meestal je armen - moet je zo snel mogelijk contact maken met het oppervlak waarop je valt. Zodra je handen het oppervlak raken, moet je je armen niet gestrekt blijven houden, want dan breek je iets. Je moet gelijk je armen buigen en zo langdurig mogelijk de krach ten die op je afkomen afwikkelen, maar niet met je hoofd op het oppervlak eindi gen. Het is dus de bedoeling een klap of botsing zo geleidelijk mogelijk op te van gen." Wanneer de snelheid waarmee je valt klein is, heeft men aan het afremmen met de armen vaak genoeg. Wanneer de snel heid hoger wordt, moet de vallende per soon zijn lichaam beschermen door te gaan rollen. Mulder: „Bij de judobond zeg gen ze: je maakt van je lichaam een rolle tje, maar je houdt je benen gestrekt..." Geelhoed: „Maar ik zeg: je moet in je lichaam zo weinig mogelijk hoeken of drukpunten hebben. Vergelijk het met een knikker. Als die perfect rond is, rolt-ie probleemloos weg. Als er een stukje van af is, gaat-ie raar stuiteren en op de ran den van een afgeplat stukje komt extra

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2011 | | pagina 94