op chique mode najaar 2011113 n U vrijdag 16 september 2011 Bij het schoeisel past het komend seizoen een zeker gevoel van elegantie en glamour. De hakken zijn hoog en de materialen luxueus. En lang leve de sleehak. Deze klassieker is al meerdere seizoenen een topper. door Machteld Leistra Eerst maar eens de nieuwste trends van het komende seizoen. Net als bij de kleding wordt het aan de voeten een chique bedoening. Veel kleur valt er niet te bespeu ren: het is overwegend (chocolade)bruin, donkerblauw en zwart, met hier en daar wat grijs en een sporadisch donkerpaars, don kerrood, oker en smaragdgroen. Voor de echte durfals zijn er stof fen schoenen met opvallende dessins, een gek gestoffeerde (slee) hak of een metallic effect in goud of zilver. Verder blijft alles redelijk sober. Het gaat meer om de vorm van de schoen, die over het algemeen rond is, dan om de decora tie. Een strik hier, een ritsje of gespje daar en zo nu en dan een paar studs of wat Swarovskisteentjes. Erg hip aanstaande winter zijn schoenen met veters en hoge rijglaarsjes. En een regelrechte hype zijn omslagen van wol (zodat het net lijkt of je een sok over je schoenen hebt geslagen) of bont. De hakken zijn in de regel behoorlijk hoog en hebben vaak een wat hoekige vorm. Lage hakken zijn eerder uitzondering dan regel, tenzij bij de (motor)laarzen. Wel zien we veel halfhoge blokhakjes die doen denken aan die guitige sixtiesschoentjes, de zogenoemde Mary Janes met wreefbandje en mannelijke, lage ve terschoenen of instappers. Opvallend zijn de zogenoemde crossovers tussen sportief en chique en mannelijk en vrouwelijk. Halfhoge schoenen met het uiterlijk van een wandelschoen, maar dan met hoge hak, stoe re motorlaarzen met een blingblinggesp of mannelijke veter schoenen met een ultrahoge plateauzool of hoge blokhak zijn hier voorbeelden van. Enkellaarsjes blijven ongeëvenaard populair. Niet zo gek ook, omdat ze zo goed te combineren zijn. Ook de lange laars doet het altijd goed in de winter. Met superhoge hakken met pla- teau onder de voorvoet of als cowboy-, motor-, of folkloremodel al dan niet met sok eraan vast. De peeptoe, de schoen met de open teen, is zo langzamer hand ook niet meer weg te denken. Er zijn nu zelfs winterse laarsmodellen. En de elegante ballroompump met T-bandje en huizenhoge hak is eveneens een blijvertje. Nog zo'n klassieker: de sleehak, ofwel de wedge in mode jargon. Die blijft komend najaar onverminderd populair. Geen wonder ook. Hij loopt namelijk veel lekkerder dan gewone ho- H; ge hakken, zit comfortabeler, is beter voor de voeten (omdat de druk op de voet beter verdeeld is) en hij ziet er gewoon mooi uit. Bovendien is hij overal mee te combineren, kun je hem bij vrijwel elke gelegenheid dragen en heb je de voor- i delen van een hoge hak, namelijk dat je benen er langer door lijken. Schoeisel met hakken die onder de hele schoen door lopen zijn niet bepaald een noviteit. Sleehakken bestaan na melijk al sinds de jaren dertig van de vorige eeuw en zijn sindsdien al naar gelang de mode af en aan populair. De beken de Italiaanse schoenontwerper Salvatore Ferragamo kwam in 1935 met de eerste sleehak uitgevoerd in kurk en zorgde ervoor dat het model een echte klassieker werd. Tijdens de Tweede We reldoorlog waren sleehakken populair ter vervanging van de pump. Leer en rubber waren schaars ert dit soort schoenen kon ook van andere materialen gemaakt worden. En in de seventies droeg iedereen (vrouwen én mannen) torenhoge sleehakken in plateau-uitvoering. De meest uitzinnige creaties zag je voorbij ko men. Daarna werd modeland een beetje sleehakmoe en kwam het model pas weer in de jaren negentig terug. Een jaar of vijf, zes geleden kwam de wat elegantere naar binnen toe lopende sleehak weer in de mode. Espadrilles van stof en touw en slippers met sleehakken waren favoriet zomer- schoeisel. Sindsdien is de sleehak niet meer uit het modebeeld weg te denken. Het ene seizoen zie je hem vaak, het andere wat minder vaak, maar verdwijnen doet hij niet. 1, 2, 6 SACHA 3 TWIN-SET 4 VIC MATIE 5 REPLAY mm

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2011 | | pagina 87