De kunst van het onthouden
spectrum IO
Zaterdag 10 september 2011
Als wetenschapsjournalist
joshua Foer de Amerikaanse
nationale geheugenkampioen
schappen in 2005 bezoekt, weet
hij niet direct wat hij daarover
moet schrijven. Laat staan dat hij
kan bevroeden dat hij zelf mee
zal doen en vervolgens een
bestseller over de kunst van het
onthouden zal schrijven.
door Froukje Wattel
illustratie Willem de Visser
"Tf "^T" et geheugenkampioen-
II schap is een intens saaie
gebeurtenis. Al die men-
I sen die zwaar zitten na
JL JL. te denken", vertelt we
tenschapsjournalist Joshua Foer tijdens
een bezoek aan Amsterdam. Totdat hij een
andere toeschouwer ontmoet, de Britse ge
heugenatleet Ed Cooke, die hem vertelt
dat de meeste geheugenkampioenen hele
maal geen bijzonder of fotografisch geheu
gen bezitten. Cooke gaat nog een stapje
verder. Hij beweert dat een fotografisch ge
heugen niet bestaat. Volgens hem kan ie
dereen leren onthouden. 'Als ik Britney
dit kan leren, dan kan iedereen het!',
houdt hij de journalist voor.
Dan besluiten ze dat Foer zeifin training
zal gaan en het jaar daarop zal deelnemen
aan de Amerikaanse geheugenkampioen
schappen. Ed Cooke wordt zijn coach. Hij
wint. Foer legde de gebeurtenissen van dat
jaar en van de wedstrijd vast in Het Geheu
genpaleiseen bij vlagen humoristisch ver
slag dat deze maand in de Nederlandse ver
taling verscheen.
Foer pakt het grondig aan.
Hij oefent niet alleen voor
de kampioenschappen, hij
bestudeert ook de geschie
denis van de geheugen
kunst en onderzoekt zijn
eigen geheugen. Maar eerst
bezoekt hij geheugenexpert
K. Anders Ericsson, hoogle
raar psychologie aan de Flo
rida State University. Erics
son beschikt over een geheugenlaborato
rium, waar experts de geheugens van
proefpersonen testen.
Het plan is om Foers geheugen op twee
momenten in kaart te brengen; één keer
voorafgaand aan de geheugenkampioen
schappen en een keer na afloop. Vervol
gens duikt hij onder in de kelder van zijn
ouderlijke woning, waar hij zich - op ad
vies van coach Ed Cooke gewapend met
gehoorbeschermers - een jaar lang stort op
zijn geheugenoefeningen. Deelnemers aan
de kampioenschappen moeten verschillen
de disciplines beheersen, waaronder het
onthouden van 99 namen behorend bij
portretfoto's, een serie willekeurige getal
len, de volgorde van een pak speelkaarten,
een gedicht en een lijst met 400 woorden.
Als hij niet traint, onderzoekt Foer de vele
methoden die geheugenatleten gebruiken.
Een van de technieken is het zogenoemde
geheugenpaleis. Dit voert hem naar Simo-
nides van Keos, de Griekse dichter die in
de vijfde eeuw voor Christus een feestzaal
verliet om even naar buiten te gaan. Pre
cies op dat moment stortte het gebouw in
en verloren velen het leven. In de ravage
was niets of niemand terug te vinden.
Toen dwong Simonides zijn gedachten te
rug naar de tafelschikking van het diner.
Wie zat waar? Zo kon hij de nabestaanden
naar de plaatsen leiden van hun overleden
familieleden.
Geheugenatleten nemen nog steeds gebou
wen in gedachten, die ze goed kennen, zo
als een ouderlijk huis of een school, en
plaatsen daarin op een vaste plek (de zoge
heten locus) dingen die ze zich moeten
herinneren, zoals speelkaarten of num
mers. Die kaarten of nummers associëren
ze met gekke, creatieve en bij voorkeur ob
scene beelden. („Ja, het zijn voornamelijk
mannen die meedoen", bekent Foer.) Mi
chael Jackson als hartenheer, Claudia Schif-
fer, zwemmend in een tobbe met
hüttenkase op de oprit van het ouderlijk
huis, moonwalking met Einstein. „Hoe
gekker, memorabeler, stinkender of ranzi-
ger de associatie, hoe gemakkelijker hij
weer verschijnt als je door je geheugenpa
leis loopt. Mensen kunnen ruimtelijke in
formatie namelijk het beste onthouden."
Geheugenkunst was in vroeger tijden een
echte, maar ook noodzakelijke bezigheid.
„Toen was het normaal om daarin te inves
teren", zegt Foer. „Nu hebben we hulp
bronnen, van het alfabet en boeken tot de
Blackberry. Dat is het Google-effect: we
kunnen alles onderbengen bij externe ge
heugens. De vraag is of onthouden nog
wel van deze tijd is."
Socrates protesteerde in zijn tijd al tegen
de komst van het schrift, omdat dit de
noodzaak tot het onthouden overbodig
zou maken. Hetzelfde gebeurde toen de
boekdrukkunst werd uitgevonden. En ook
nu speelt de vraag, bijvoorbeeld in het on
derwijs, hoe belangrijk het is feiten te ont
houden.
Gaat er iets verloren als we niets meer ont
houden? Foer vindt van wel. „Je hebt een
bodem aan kennis nodig om nieuwe ken
nis goed te kunnen plaatsen en gebruiken.
En nog veel belangrijker: de dingen die we
onthouden, stellen ons in staat om nieuwe
denkbeelden te ontwikkelen. Om creatief
te zijn, nieuwe verbanden te leggen en uit
vindingen te doen. Dat kan een machine
niet. Dus ja, in het onderwijs is een zekere
basiskennis nog steeds belangrijk, je ziet
dat in de Verenigde Staten ook weer terug
komen." Niet voor niet dat Foer in zijn
boek beschrijft hoe een leraar geheugen
trainingen inzet om achterstandskinderen
vooruit te helpen.
Tijdens zijn onderzoek ontmoet Foer de
crème de la crème van de geheugenwe
reld. Zoals de man met waarschijnlijk het
beste geheugen ter wereld, Kim Peek, de
extreem begaafde autist (savant, zoals ze
ook worden genoemd), waarop de film
Rainman met Dustin Hoffman in de hoofd
rol is gebaseerd. „We hebben gezellig sa
men in de openbare bibliotheek in Utah
telefoonboeken zitten memoriseren", lacht
Foer. Ook bezoekt hij Daniel Tammet, die
na een zware epileptische aanval op zijn
vierde door het leven gaat als een bekende
savant. Foer twijfelt echter aan de echtheid
van Tammet als savant. Misschien is dit ie
mand met uitstekende geheugentrucs van
het soort dat Foer zelf aan het leren is.
Verder maakt hij kennis met Tony Buzan
'de grootvader van de geheugensport' die
er bijna honderd boeken over schreef en
het begrip 'mind mapping' bedacht. Boven
dien bezoekt hij computeringenieur Gor
don Bell (73), voorheen van Dell en Micro
soft, die sinds jaar en dag alles wat hij doet
en meemaakt, opslaat en filmt. Zijn life-
logging-project, neemt nu al ongeveer 170
gigabyte in beslag. Een obsessie? Zeker,
maar onzin? „Nee, het is de toekomst,
straks lopen we allemaal met een camera
om onze nek", voorspelt Foer.
Zoals was afgesproken, laat Joshua Foer
zijn geheugen na zijn kampioenstitel op
nieuw testen door professor Ericsson in
Florida. Het blijkt iets verbeterd te zijn,
maar zeker niet spectaculair. Is hij er dan
iets mee opgeschoten, vraagt hij zich af, in
deze wereld vol externe geheugens. Toch
wel. Allereerst de ervaring dat 'oefening
baart kunst' nog altijd opgaat en dat ieder
een het kan leren.
„Met concentratie, motivatie en bovenal
tijd, kun je je geest erop trainen om buiten
gewone prestaties te leveren", schrijft
Foer. Het gaat erom steeds nieuwe uitda
gingen te vinden, want het kan altijd be
ter. Hoewel hij zijn geheugentrucs weinig
meer gebruikt, 'ik sla telefoonnummers in
mijn mobiel op', heeft het project hem ge
leerd opmerkzamer door het leven te
gaan. „Want je kunt alleen iets onthouden
als je er acht op slaat. Hoe we de wereld
waarnemen en hoe we handelen, komt
voort uit hoe we onthouden en wat we
onthouden."
Ed Cooke leerde hem dat het bij geheugen
training niet draait om het kunnen uitvoe
ren van trucs op bruiloften en partijen,
maar om het koesteren van iets wat diep
en essentieel menselijk is.
Joshua Foer (1982) studeerde evolutiebiologie
aan Yale University en werkt als freelance we
tenschapjournalist.
Hij groeide op in een intellectueel joods gezin
in Washington DC, als jongste van drie broers.
De bekendste is de middelste broer, Jonathan
Safran Foer, auteur van onder meer Everything
is Illuminated (2002), Extremely Loud and Incredi
bly Close (2005) en Eating Animals (2009).
Joshua Foer - Het geheugenpaleis De vergeten
kunst van het onthouden (vertaling Janneke
Zwart). De Bezige Bij, 19,90 euro.
reageren?
spectrum@wegener.nl
Joshua Foer