Schatbewaarder
van de dans
Het Nationale Ballet bestaat
volgende week vijftig jaar. Het
gezelschap is een Rijksmuseum,
Stedelijk Museum en moderne
galerie van de dans ineen.
door Marjolijn de Cocq
Buiten hangt ze gevelgroot aan
het witte marmer van het
Muziekgebouw in Amster
dam. Witte catsuit, gelaat
strak en onderkoeld. Binnen,
in Studio t van Het Nationale Ballet,
danst een menselijker versie van eerste
soliste Marisa Lopez. Het is topdrukte in
de vier repetitieruimtes van Het Nationa
le Ballet (HNB). Solisten gaan strak inge
roosterd van zaal naar zaal om topballet-
ten van weleer in te studeren voor het
vijftigjarig jubileum.
Als je over HNB gaat schrijven, maant
danshistorica Eva van Schaik, vergeet
dan niet de dansers te noemen. „Want
die worden geanonimiseerd, het gaat al
tijd alleen over de choreografen. Dat is
godsgruwelijk erg." De enigen die daar
aan zijn ontkomen, zijn Han Ebbelaar en
Alexandra Radius. „Maar dat is dan weer
omdat ze tv-reclames gingen doen en zo
bij een groot publiek bekend werden."
Maar het Nationale Ballet heeft zijn gou
den glorie wel mede te danken gehad
aan dit soort 'A-teams' van dansers, bena
drukt Van Schaik. Sterke persoonlijkhe
den, krachtige koppels. „Goede choreo
grafen trekken goede dansers aan. En goe
de dansers maken goede choreografen."
Dans kun je niet in isolement maken,
zegt ook artistiek leider en choreograaf
Ted Brandsen. Dansers vinden overal
wel iets van, er is wisselwerking. „Daar
voor moet een sfeer van vertrouwen
zijn." Heel anders dan de keiharde disci
pline in de begintijd van HNB, onder het
'schrikbewind' van Sonia Gaskell. De wil
van 'Mevrouw' was toen wet.
Het Nationale Ballet was in 1961 verrezen
uit de as van de 'balletoorlog' die was ge
voerd omdat het Rijk nog maar één na
tionaal gezelschap wilde financieren. Gas-
kells Nederlands Ballet in Den Haag fu
seerde met het Amsterdams Ballet. Van
Schaik: „Een explosieve periode van ru
zies en fusies." Het was de in Litouwen
uit joods-Russische ouders geboren Gas
kell die de fundamenten legde voor Het
Nationale Ballet. Als danseres was ze in
Parijs opgeleid in de Frans-Russische
stijl, ze vond er een geestverwant in de
Russische choreograaf George Balanchi-
ne. Na de Tweede Wereldoorlog beland
de ze door haar huwelijk met een Neder
landse binnenhuisarchitect in Nederland.
Van Schaik: „Ze stond open voor vernieu
wingen en heeft de Amerikaanse ballet
kunst in Nederland geïntroduceerd. Ze
heeft absoluut de standaard gezet."
Gaskells opvolger tegen wil en dank was
huischoreograaf Rudi van Dantzig. Hij
voelde zich verplicht 'de erfenis van Me
vrouw' te aanvaarden. Van Schaik: „Hoe
jong en onervaren hij ook was, het bedje
was in Artistiek opzicht gespreid voor Ru
di." Al snel ontstond de heilige drie-een
heid Rudi van Dantzig, Hans van Manen
en Toer van Schaik die HNB de 'gouden
eeuw' in zouden voeren. Met ieder een
eigen stijl en de vaste groep dansers als
bindend element, ontwikkelden ze de in
ternationaal bejubelde Nederlandse
School. Van Schaik: „Ze hadden lak aan
de traditionele hiërarchie. Als Rudi een
mooie 'élève' zag en zo'n leerling in een
hoofdrol wilde, dan deed hij dat ge
woon."
Eindelijk werd ballet erkend als volwaar
dige kunst. Internationaal sloeg HNB in
als een bom. Van Schaik: „De 'nieuwe'
Rudi, Toer of Hans moest je gezien heb
ben. In die periode waren er balletten die
echt magisch zijn geweest. Vier letzte Lie-
der van Van Dantzig, 5 Tango's en Adagio
Hammerklavier van Van Manen. Momen
ten dat het leek of de tijd stilstond."
Het keerpunt kwam 25 jaar geleden met
de verhuizing van de Amsterdamse Stads
schouwburg naar het Muziektheater.
Van Dantzig raakte overspannen, hij had
al eerder willen stoppen maar zijn opvol
ging was uitgedraaid op een tien jaar du
rende uitputtingsslag. Twee door Van
Dantzig aangedragen interne kandidaten,
onder wie Han Ebbelaar, waren door het
bestuur gedwarsboomd. Het Muziekthea
ter, met een breder podium, een grotere
afstand tot het publiek en een veel grote
re zaal om te vullen, stond Van Dantzig
ook niet aan. „Er waren ruzies over de
programmering, het budget", aldus Van
Schaik. „Iedereen had een beetje last van
het Sick Building Syndrome."
Daar kwam bij dat HNB ook zijn reputa
tie hoog moest houden als een soort
Rijksmuseum, Stedelijk Museum en mo
derne galerie van de dans, er werden
mensen in eigen huis opgeleid; een nieu
we lichting choreografen, die zelf ook
aan de bak wilden. Van Schaik: „Je kunt
je als choreograaf alleen ontwikkelen als
je.ook echt wat mag maken, dat red je
niet met een stuk van 15 minuten."
Een van die choreografen was Ted Brand
sen, in 1981 als danser aangenomen door
Van Dantzig: „Rudi was benauwd voor
de verhuizing, voelde de verantwoorde
lijkheid als een last." Maar voor de dan
sers was het niet zo'n bevalling. „In de
Stadsschouwburg zaten we bovenop el
kaar, hier waren geweldige faciliteiten;
kleedkamers, eigen kluisjes, een eigen
plek."
Maar de conflicten namen toe. Van Ma
nen stapte op, dansers vertrokken. In
1991 werd de Brit Wayne Eagling aange
trokken als artistiek leider. Van Schaik:
„Heel aardige jongen. Hij kwam van het
Royal Ballet, was opgegroeid in de Engel
se stijl met fratsen en klatsen. Trok ver
keerde choreografen aan, verkeerde dan
sers. Hij was gewoon een foute keuze,
een stommiteit van de sollicitatiecommis
sie. En hij vertrok met een gigantische
gouden handdruk." Brandsen is milder:
„Hij was niet de gedroomde kandidaat.
Maar hij bracht ook nieuwe energie. Het
technisch niveau was niet wat hij ver
wachtte. Dat heeft hij enorm verbeterd."
Brandsen werd in juli 2003 zelf artistiek
leider. Van Schaik: „Hij had een goede
voorschool gehad, bezit enorme leidersca
paciteiten en is handig. Hij heeft gevoel
voor de smaak van het publiek maar ook
voor de geschiedenis van HNB." Brand
sen benoemde Krzystof Pastor tot choreo
graaf en haalde Hans van Manen terug.
„Het pakt nog altijd goed uit", zegt Van
Schaik. Maar, waarschuwt ze, de dans
kunst is in crisis. Niet alleen op financieel
gebied. „De betrokkenheid is verdwe
nen, de artistieke en dramatische nood
zaak. De klad zit erin. De geest is uit de
fles en die krijg je er niet meer in terug."
Nostalgisch omzien naar vervlogen tij
den, reageert Brandsen. „Ontzettend jam
mer, want er zijn grote uitdagingen voor
het ballet. Als je je verjaardag viert ter
wijl mensen over kunst roepen 'wat moe
ten we ermee', is dat ruw wakker wor
den. Wij willen tegengas geven." Het Na
tionale Ballet is bovendien de schatbe
waarder van het klassieke repertoire, on
derstreept hij. „Zoals je Beethoven op
honderd manieren kunt spelen, gaat het
bij ballet niet louter om de passen, maar
ook om hoe die gebracht worden. Balan-
chine anno 2011 is niet Balanchine anno
1961. „Het niveau van de dansers is veel
hoger. Vijftig jaar geleden renden hardlo
pers natuurlijk ook niet zo snel als nu."
Het jubileumgalaprogramma begint op 13
september met een galavoorstelling. Het Na
tionale Ballet brengt verder een aantal klassie
ke producties, zoals Van Dantzigs versie van
Het Zwanenmeer uit 1988, te zien vanaf 15
oktober. Daarna volgen De Notenkraker en Gi
selle. Zie verder www.het-ballet.nl
reageren?
spectrum@wegener.nl