spectrum 4
Zoutplanten in een Watchers weidegebied
Een onderhoudsbeurt voor de bijenheuvels
1
E
m |p|S
3 -2,
Zaterdag 10 september 2011
ÊSt-i-
m
{W
3
CU
z
WmÊMmfÈÊi
In het fraaie graslandreservaat tussen het Kanaal door Walcheren en de Oude Veerse weg rukken zoutplan-
ten op dankzij de invloed van zoute kwel. foto's Chiel Jacobuss
Zeekraalbloemen.
Zeeaster.
Tussen het Kanaal door Walcheren en de
Oude Veerse weg ligt een graslandreservaat
van ruim 40 hectare. Dit weidegebied heeft
een hoge waterstand en het oppervlak is zo
als de meeste weilanden dat voor de oorlog
hadden: afwisselend natte laagten en hoger gelegen de
len, met hier en daar een pluk struweel. Landschappe
lijk is het een erg fraai gebied; niet in de laatste plaats
doordat je aan de horizon het silhouet van Middelburg
of anderzijds van Veere ziet De met meidooms begroei
de kanaaldijk draagt ook veel bij aan de belevingswaar
de.
Maar in de allereerste plaats is een natuurgebied natuur
lijk bedoeld om de natuurwaarden veilig te stellen.
Daarbij gaat het aan de ene kant om weidevogels als
grutto, kievit en tureluur. Die broeden jaarlijks in het
gebied, maar vaak komt er van hun legsels niet al teveel
terecht. Dat komt omdat de omgeving rijk is aan bo
men en struiken waarin allerlei natuurlijke vijanden
huizen. Kraaien en eksters kunnen de weidevogelstand
in zo'n relatief klein reservaatje flink kort houden en
dan zijn er bovendien nog de zilver- en de mantelmeeu
wen die langs de oevers van het kanaal struinen. Ook
die zijn niet vies van een weidevogelkuiken. Alleen
weerbare soorten als de scholekster en de kluut weten
aan het geweld van al die predatoren redelijk goed het
hoofd te bieden.
Maar behalve de broedvogels zijn ook de wilde planten
in een natuurgebied van belang. Vaak is het zo dat ge
bieden zelfs uitsluitend vanwege de bijzondere planten
groei worden veilig gesteld. Dat is zeker bij de Oude
Veerse weg niet zo, want tot voor kort was de planten
groei er niet veel anders of gevarieerder dan in een ge
middeld weidegebied op de Zeeuwse klei. Maar daarin
is radicaal verandering gekomen. Door de aanwezig
heid van het kanaal treedt er in het gebied vanouds een
beetje zoute kwel op. Het gaat dan om zout water dat
vanuit de bodem naar boven welt en dan zijn invloed
doet gelden op de plantengroei. Dat er sprake was van
zoute kwel was al langer te zien door de aanwezigheid
van zeeaster (zulte) en zeebies (Heen) in de sloten. In
de weilanden zelf was er van zoutinvloed weinig te
merken hoewel de aanwezigheid van planten als de be
haarde boterbloem den de veldgerst wel in die richting
wees. Nadat het gebied een natuurbestemming kreeg is
geprobeerd om de zoute kwel wat meer ruimte te ge
ven. Dat gebeurde onder meer door delen van het ge
bied te verlagen. Want anders dan bij de boer wordt in
natuurgebieden zoutinvloed juist erg op prijs gesteld
omdat het kan zorgen voor een bijzondere, streekeigen
plantengroei. In het afgelopen groeiseizoen werd de
plantengroei in het gebied voor het eerst sinds de herin
richting botanisch onderzocht. Daarbij worden alle bij
zondere plantensoorten nauwkeurig in kaart gebracht
om later te kunnen vergelijken of een plant voor- of
achteruit gaat of in aantal stabiel blijft
Tot ons grote genoegen blijkt de plantengroei in de af
gelopen jaren zich bijzonder snel te hebben ontwik
keld.
Al snel nadat we begonnen waren vonden we massa's
aardbeiklever. Dat is een klaver die de overgang van
zout naar zoet markeert. Wat later vonden we zilte en
gerande schijnspurrie, zilte rus en melkkruid. Allemaal
zoutplanten die binnendijks verre van alledaags zijn.
Ook vonden we massaal het blauw kweldergras en als
klap op de vuurpijl zelfs een heel veldje zeekraal. Daar
mee was bijna het hele scala aan zoutplanten die bin
nendijks kunnen voorkomen compleet De enige die
we echt misten was het schorrezoutgras, waarvan al
leen een afgestorven exemplaar aan de rand van een
plasje stond.Maar na al die andere soorten gaat ook die
nog wel vaste voet krijgen aan de Oude Veerse weg.
Het is een prachtig project hoor,
waarover we best enthousiast
zijn, al die nestheuvels voor bijen.
Daar niet van. Maar het doet er
gens toch wat kunstmatig aan. Je zou haast
willen dat het ook op een natuurlijke manier
kon. Vroeger toen er nog een echt getij op de
Oosterschelde zat was het nog een levende
zeearm, waar slik en zandplaten werden af
gezet In die zandplaten en onder langs de
zeedijken leefde een heel speciale bij: de
Schorzijdebij. En op die Schorzijdebij parasi
teerde een bijensoort waarop we in Zeeland
apetrots mogen zijn. Het is een soort die bui
ten de Delta nooit waargenomen is: de Schor-
viltbij. Door de talrijke dijkversterkingen
zijn er nestplekken verloren gegaan. Maar bij
Rijkswaterstaat en Waterschap Scheldestro-
men had men ook oog voor die teloorgang
en heeft men op een flink aantal plekken on
der langs de zeedijken kunstmatige nestheu
vels gemaakt. Het zijn eenvoudigweg nieu
we zandbulten waarin de dieren hun nestjes
kunnen graven. Mooi dat er op zo'n manier
met nauwelijks extra kosten iets voor die bij
en kon worden gedaan. Die zandbergjes
doen het bijzonder goed. Op de meeste
gonst het van de zijde- en viltbijen. Vroeger
was het dan zo dat er af en toe eens een
springtij over zo'n zandplaat ging die de ve
getatie er wat afveegde, waardoor er altijd
wel wat open zanderige plekjes waren. Op
die kunstmatige plekjes langs de Oosterschel
de is dat uiteraard niet meer zo, waardoor ze
na enkele jaren nogal dicht begroeid zijn.
Dan is het nuttig om ze weer eens wat kaal
te zetten. Zodoende trekken Rombout, Wim,
en Kees hele pollén uit de vegetatie. „Het is
best leuk werk hoor, want je ziet al die beest
jes zo mooi. Maar het werk is wel een beetje
zwaar. Soms moeten we hele stukken met
de spade uitsteken", vertelt Rombout. Het is
ook plezierig dat er vrijwilligers bij Land
schapsbeheer zijn die willen helpen met dit
project. Zo kunnen we dit project lekker vlot
afwerken.
Half natuurlijke zandheuvel langs de zeedijk. De plek is
zwaar begroeid geraakt en moet weer eens worden opge
schoond. foto Lucien Calle