321 familie Huiswerk maken doe je samen Voor geluk moet u vaker de deur uit denkwifzer zaterdag 3 september 2011 Of kinderen huiswerk maken, is afhankelijk van hun inzet én die van hun ouders. Reken maar dat het voor een kind moeilijk is om na een schooldag nog de discipline te vinden om huiswerk te ma- ken.„Laat je door je kind niet weg sturen, maar vraag altijd of je nog iets moet overho ren." door Mandy Pijl Als wij later huiswerk krijgen, maken wij dat wél meteen", riep de tweeling Liam en Tara als hun ouders met hun oudere broer Jos hua onenigheid hadden omdat die zijn huis werk niet wilde maken. Dat zouden zij heel anders aanpakken, namen ze zich voor. Hun moeder Conny Visser lacht erom. In middels heeft ze met de tweeling, die nu in groep zes van de basisschool zit, dezelfde strijd gehad als met haar oudste zoon. „Als zij op vrijdag met huiswerk thuiskomen, gaan ze daar echt niet meteen mee aan de slag." Ze heeft afspraken met de twee ge maakt. „Elke zondagochtend doen ze hun maakwerk. Wat er geleerd moet worden, verdelen we samen met hen over de week." De betrokkenheid van ouders bij hét huis werk van hun kinderen, is volgens voorma- Huiswerktips voor ouders Maak met je kind een planning waarbij je het huiswerk over de week verspreidt. Zorg voor afwisseling: laat tiem de tafels op de trap oefenen (elke tree een som). De computer biedt oefeningen op sites als www.digischool.nl en www.leestrainer.nl. Als huiswerk een strijd is en blijft, kun je je kind opgeven bij een huiswerkinstituut. Thuis ben je de spanning kwijt en hij maakt toch zijn huiswerk. Let bij de keuze voor een middelbare school op wat er aan huiswerkbegeleiding wordt geboden. Ook met huiswerk maken blijkt: oefening baart kunst. lig basisschoolleerkracht Paulien van Kem pen - ze heeft een praktijk voor remedial teaching en huiswerkbegeleiding - belang rijk „Basisschoolkinderen, maar zeker ook pubers in het voortgezet onderwijs, hebben veel afleiding van dingen die erg belangrijk voor ze zijn. Zoals hun uiterlijk en sociale contacten. Dat is normaal; het hoort bij de puberteit. Maar dat betekent dat ouders er voor moeten zorgen dat kinderen hun huis werk maken." Het puberbrein heeft bovendien moeite met plannen, vertelt pedagoog Corine Bel. „Onderzoek heeft uitgewezen dat het puber brein echt een kleine chaos is. Van een ver mogen om vooruit te kunnen denken, is nog weinig sprake. Of het nou strijd ople vert of niet, veel pubers hebben hulp nodig bij het plannen, maken en leren van huis werk." Dus moeten ouders zich niet door hun kinderen laten wegsturen, vindt Bel. „Ie maakt hun eten, doet hun was én je kijkt samen het huiswerk na. Zo vanzelfspre kend moet het zijn. Neem die verantwoor delijkheid en vraag altijd even: 'Moet ik je nog overhoren?' Want ga er maar vanuit dat het moeilijk is na een schooldag de disci pline te vinden om huiswerk te maken." Die zorg voor het huiswerk moet volgens Van Kempen nadrukkelijk wel een gedeelde verantwoordelijk zijn. „Geef je kind de ver antwoordelijkheid, door samen een plan ning te maken en een vast overhoormo- ment af te spreken. Op die manier komt er ook routine in het maken van huiswerk. „Gaat het goed, dan laat je je kind steeds meer los, zonder dat je de controle verliest. Cijfers kunnen een controlemiddel zijn. En komt je kind met een onvoldoende thuis, praat erover. Vraag wat je er samen aan kunt doen. Op die manier help je hem, maar laat je de verantwoordelijkheid bij hem." Met het opbouwen van die routine kunnen ouders volgens Bel wel het beste al op de basisschool beginnen, om te voorko men dat het op de middelbare school mis gaat. Ook voor kinderen die op de basis school met weinig moeite goede resultaten foto Koen Suyk/ANP halen, is dat belangrijk. „Basisschoolkinde ren die op de ochtend van een overhoring hun leerwerk inkijken en fluitend een tien halen, die doen geen ervaring op -met Teren leren'. Ze Ieren niet hun huiswerk in stukjes te hakken en over de week te verdelen." Dit heeft als risico dat het op de middelbare school misgaat. „Het gevolg kan zijn dat ze faalangst ontwikkelen of helemaal niks doen." Sanne, de oudste dochter van Cees Jan Sneevliet, zit in de brugklas en leert het plannen op school. „Met hun mentor bekij ken Sanne en haar klasgenoten hoeveel proefwerken ze hebben en wanneer ze het beste kunnen beginnen met oefenen. Ik vraag haar regelmatig wat voor huiswerk ze heeft en help haar op weg als het nodig is." Net als Sanne haalt Joshua, die nu ook in de brugklas zit, goede cijfers. „Terwijl de mees ter in groep acht betwijfelde of Joshua het ging redden op het vmbo-kader", zegt Con ny Visser. „Van die keren dat hij zijn huis werk niet wilde, maar wel moest maken, heeft hij blijkbaar toch iets geleerd." door René Diekstra Iedere dag, meestal in de avond rond een uur of tien, wandel ik een tot an derhalf uur door de stad. En vrijwel ie dere ochtend, nog vóór mijn ontbijt, wandel ik zo'n 20 tot 25 minuten door een park in de buurt Ik wandel in een stevig tempo. Alles bij elkaar een kleine twee uur per dag dus. Ik heb me laten vertellen dat dit ongeveer evenveel is als mensen in het tijdperk van de jager-verzamelaar gemid deld plachten te doen. Ik weet niet of dat klopt. Wat ik wel weet, afgaande op onder zoek, is dat ik aanzienlijk meer wandel dan de gemiddelde Nederlandse volwassen man of vrouw vandaag de dag. En dat klopt met mijn eigen observatie. Ik kom 's och tends vroeg of's avonds laat bijna nooit' wandelaars tegen. Dat vind ik, met name 's avonds, prima want dan is het alsof ik de stad helemaal voor mezelf heb. Maar ik vind het ook wonderlijk. Want iedere avond weer kom ik langs talloze ramen waarachter mensen uitgezakt rondom hun elektronisch haardvuur, de televisie, zitten. Dikwijls iets drinkend uit een glas of fles en etend uit een zak of van een schaal. 'Hoe gehoorzaam, hoe slaafs', denk ik dan. Want al die mensen doen in feite exact dat wat de televisie hen constant opdraagt. Met boodschappen vlak vóór de reclame als 'blijf kijken' en met reclames waarvan de hoofdmoot gaat over het consumeren van de nieuwste zoutjes, chips, kaassoor ten, bieren en andere alcoholische dranken of frisdranken. Hoe heeft het in godsnaam zover kunnen komen dat het grootste deel van het Neder landse volk zijn avondleven door de televi sie laat programmeren? En wat zijn de ge volgen daarvan? Wat dat laatste betreft, kan ik kort zijn. Het is gewoon ongezond ge drag dat de meeste Nederlanders 's avonds vertonen. Het is namelijk een van de oorza ken van het feit dat steeds meer mensen, volwassenen en kinderen, overgewicht ver tonen en lichamelijk in slechtere conditie zijn dan hun leeftijdsgenoten dertig of veer tig jaar geleden. Dat blijkt onder andere uit het zogenaamde V02-max onderzoek. Dat is onderzoek waarmee wordt gemeten wat de maximale zuurstofopnamecapaciteit van de longen is. Zo'n veertig jaar geleden was de V02max van Nederlandse kinderen beduidend beter dan nu. En een gebrekkige V02max is een belangrijke voorspeller, be langrijker dan overgewicht, van latere chro nische gezondheidsproblemen en ziekten. Maar er is nog wel meer aan de hand. Tot laat in de avond voor een 'stralend' beeld scherm zitten, televisiescherm of compu terscherm dat maakt niet veel verschil, ver stoort of ontregelt de slaap. Het is dus niet vreemd dat slaapproblemen vandaag de dag de meest voorkomende gezondheids problemen zijn. En slaapproblemen kun nen op hun beurt weer ingrijpende gevol gen hebben. Ze kunnen, wanneer chro nisch, aanleiding zijn tot depressieve gevoe lens en bij degenen die daarvoor (gene tisch) kwetsbaar zijn, heuse depressies uit lokken. Verder ondermijnen ze het afweer systeem van het lichaam en ze tasten de concentratie op werk, studie en relaties aan. In de maarteditie Van de Harvard Health Letter wordt uiteengezet dat wandelen de meest natuurlijke, de gemakkelijkst be schikbare, meest goedkope en de meest ge zondheidsbevorderende, zowel lichamelijk als mentaal, en levensverlengende activi teit voor de menselijke soort is. Aangeno men dat het met regelmaat - minstens een half uur per dag - en met een behoorlijk tempo gebeurt. Het blijkt ook een van de meest probate middelen om piekeren te verminderen en je gelukkiger te gaan voe len. De conclusie? U moet echt veel vaker de straat op. $^§11

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2011 | | pagina 66