De jacht op v
de eerste burger
io burgemeesters
'Kijk uit, kijk uit, want je hebt zo een affaire aan je broek'
Belangenverstrengeling, fraude of een gebrekkig optreden; burgemeesters liggen
zwaar onder vuur. De ene na de andere burgemeester valt. Deugen ze niet meer?
„Waarschijnlijk doen ze het beter dan ooit."
dinsdag 30 augustus 2011
door Jacqueline Steenwijk
De Schiedamse burge
meester Wilma Ver
ver was al opgestapt.
Maar het onderzoeks
rapport naar integri-
teitschendingen van
deze burgemeester is alsnog genade
loos.
Declaraties van 17.000 euro per jaar,
het inhuren van het chauffeursbedrijf
van haar eigen zoon en het boycotten
van een aannemer met wie ze per
soonlijk in de clinch lag.
Het is maar één van de voorbeelden
waarmee burgemeesters de laatste
tijd negatief in het nieuws komen.
Vandaag gaat de Utrechtse burge
meester Aleid Wolfsen opnieuw door
het stof voor zijn gemeenteraad. Hij
moet uitleggen wat er allemaal mis is
gegaan rond de aanpak van een ho
mostel dat vorig jaar uit Leidsche
Rijn werd weggepest.
Eerder trok Wolfsen al het boete
kleed aan door te erkennen dat hij ge
brekkig had gecommuniceerd naar de
betrokkenen.
Een getuige werd pas na acht maan
den gehoord. En het dossier dat uit
eindelijk naar het gerechtshof ging,
bleek onvolledig te zijn. Eerder dit
jaar kon de burgemeester van Slie-
drecht. Martin Boevée, al opstappen
nadat bekend werd dat er gesjoemeld
was met de opbrengst rond het tradi
tionele Baggerfestival in 2006. De or
ganiserende stichting bleek geld te
hebben achtergehouden van de dag
opbrengst. Bouvée was op dat mo
ment voorzitter van die stichting.
Na de grote brand bij het chemiebe
drijf Chemie-Pack in Moerdijk stapte
begin dit jaar burgemeester Wim De-
nie van de gelijknamige gemeente op.
Officieel uit pensioenoverwegingen.
Maar enkele maanden later.versche
nen twee kritische rapporten over de
falende aanpak van de brand. De
brand was te laat opgeschaald, hulp
verleners hadden onnodige risico's ge
lopen en de controle op de milieure
gels en brandveiligheidsvoorschriften
op het bedrijf had gefaald.
De lijst met burgemeesters die in op
spraak zijn geraakt, is lang. Is het zó
erg gesteld met onze burgemeesters?
Docent bestuurlijke integriteit Marcel
Becker van de Radboud Universiteit
in Nijmegen noemt het de 'paradox
van de openheid'. „Het is zonder
meer waar dat we vaker horen over fa
lende burgemeesters. Dit roept het
beeld op dat burgemeesters'niet meer
deugen. Maar waarschijnlijk doen ze
het beter dan ooit."
Burgemeesters kunnen zich volgens
Becker namelijk niet meer verschui
len. „Door het internettijdperk is er
véél meer informatie openbaar over
wat de burgemeesters doen. Een on
handige e-mail is bijna niet meer te
verdoezelen. Alles komt in de open
baarheid. De media zijn er ook veel
alerter op. Maar dat wil nog niet zeg
gen dat er feitelijk veel meer wantoe
standen voorkomen dan voorheen."
Volgens Becker is de aandacht voor
de integriteit van burgemeesters toe
genomen. „Zè moeten betere mensen
zijn dan alle anderen. Zodra zij dus
ook maar een klein dingetje fout
doen, wordt er al zout op gelegd."
Bovendien leven we volgens Becker
in een maatschappij waarin we de
controle over alles willen hebben.
„Onveiligheidsgevoelens willen we
uitbannen. En het is de burgemeester
die daarvoor moet zorgen."
Dat het handelen van burgemeesters
kritisch wordt gevolgd, vindt hij een
prima zaak. Maar het kan ook door
schieten. „Het zijn vaak geen dood
zondes die ze begaan, maar fouten.
Wat heeft de aanschaf van een vakan
tievilla in Bulgarije nu met het bedrij
ven van gemeentelijke politiek te ma
ken? Dat zegt toch niets over hoe de
ze burgemeester functioneert?"
Becker refereert aan Gerd Leers die in
2010 opstapte als burgemeester van
Maastricht. Leers had een vakantievil
la in Bulgarije gekocht van een be
drijf dat deels in handen was van een
van zijn topambtenaren.
Uiteindelijk kwam Leers er in een in-
tegriteitsonderzoek nog mild van af
Zijn optreden werd niet handig ge
vonden, maar echt sprake van belan
genverstrengeling was er volgens het
Bureau Integriteit Nederlandse Ge
meenten niet.
Het is volgens bijzonder hoogleraar
bestuurskunde van de Universiteit
Maastricht Arno Korsten het dilem
ma waar burgemeesters tegenwoor
dig mee kampen. „Het ambt is gepsy
chologiseerd. Niet het bestuurlijke
functioneren, maar wat ze persoon
lijk doen wordt meer en meer maatge
vend. De burger wordt de maat geme
ten. Dan vraagt de burger dat ook
van de burgemeester."
Nol Kleijngeld (57) is
burgemeester van de
gemeente Waalwijk.
Hij ziet dat steeds
meer collega's
'risicomijdend gedrag'
vertonen.
foto Frank Trommelen
Volgens Kleijngeld is 'de
stabiliteit van de Neder
landse democratie op al
le fronten verminderd'
en krijgen dus ook de burgemees
ters daar mee te maken.
„Het is een megatrend in de hele
samenleving. Er is veel minder ont
zag voor gezagsdragers. Niet alleen
in de politiek. In de loop van de
tijd hebben we mensen die het
vroeger bijna automatisch voor
het zeggen hadden, een tik gege
ven."
Dat is volgens hem in de jaren zes
tig van de vorige eeuw begonnen.
„Toen zijn we het gezag van onze
ouders in twijfel gaan trekken en
daarna volgden onder andere de
kerk, het onderwijs, directeuren
en nu openbare bestuurders. Dus
ook de burgemeesters. De tijden
dat die hier samen met de pastoor,
de dominee, de schooldirecteur en
de directeur van de Rabobank au
tomatisch de lakens uitdeelden
zijn natuurlijk al lang voorbij. Ne
derlanders zijn tegenwoordig veel
kritischer ten opzichte van men
sen die ooit de 'boegbeelden' wa
ren."
En dat is vanuit democratisch oog
punt prima, oordeelt Kleijngeld,
lid van de PvdA. „Het is helemaal
niet erg als het gezag kritisch beke
ken wordt, dat is zelfs een pré.
Maar ik vrees dat we een beetje
doorgeschoten zijn. Ik hoor in
mijn omgeving steeds vaker angsti
ge geluiden. Dat burgemeesters
zeggen: kijk uit, kijk uit, want je
hebt zo een affaire aan je broek. In
de media kom je dan al snel in een
verkeerd daglicht te staan, want
'waar rook is, is vuur', ook al is er
niets aan de hand."
Dat leidt volgens hem tot 'risico
mijdend gedrag'. En dat is een
slechte zaak. Want dan gaan men
sen wellicht nóg eerder zeggen:
'zie je wel, het zijn geen goede lei
ders'."
Hij stoort zich ook vaak aan de
vooroordelen die er over politici
en dus ook over burgemeesters dê
ronde doen. „Als je rijk wilt wor
den, kun je van alles gaan doen,
maar moet je geen burgemeester
worden. Toch roept 'de samenle
ving' snel dat wij zakkenvullers
zijn. Ik ben in mijn carrière nog
weinig zakkenvullers tegengeko
men."