In Libië wordt de jager nu opgejaagd spectrum n Niet normaal Zaterdag 27 augustus 2011 Verward, moe, ontheemd. De gisteren gearriveerde gasten uit Nederland - vader, moe der, twee meisjes - lijken van een andere planeet. „We waren om vijf uur wakker, het was warm, geen getik op de ramen", zegt moeder Anja. Haar man Martin knijpt zijn ogen dicht, wijst naar de al brandende zon en mompelt: „Ja bij ons doen ze niet meer aan in de zomer." In elk land is het weer een lievelings thema en wordt eindeloos geprobeerd normaal van niet normaal te onder scheiden. Op onze stek in centraal-Ita- lië hebben we nu de ultieme cocktail: Nederlanders en ook Duitsers die verzopen en soms kwaad aan komen en kond doen van 'zeker twee maanden regen', waarna wij vertellen wij dat het hier al maanden schitterend weer is, de laatste weken zelfs ongewoon heet En het blijft zo! Ik was zelf ook al gaan twijfelen over 'het normale weer' hier en begon me zelfs enigszins be kocht te voelen. We keerden vijf jaar geleden, na een Nederlands en Zuid-Afrikaans intermezzo, terug in Italië. Eind jaren tachtig en de jaren negentig herinner ik me als volstrekt en aangenaam voorspelbaar. De winters waren gematigd, in februari en novem ber regende het veel en de zo mers waren lang en heet. We kwamen destijds aan in no vember en het leek nazomer. De kerstlunch nuttigden we op het terras, de zon hield je de hele dag gezelschap. Dat was ongewoon, maar wel leuk! Na de eerste jaarwisse ling bleef het ongewoon, maar niet leuk. Het voorjaar was extreem nat, het bleef koud en kil, totdat plotseling in juni-juli de zomer explodeerde, let terlijk, in één klap van 15 naar 30 gra den. Met dezelfde bruuskheid verdween die zomer ook weer. Niks geen mezza stagione. De 'halve seizoenen' die hier het leven zo aangenaam maakten, je langzaam deden wennen aan de ko mende winter of zomer en waarvoor elke Italiaan een groot deel van zijn klerenkast reserveert, bestaan niet meer. De afgelopen jaren volgden dit stramien, met ook nog extreem koude winters: kerst was zoals het elders hoort, met een dik pak sneeuw' we hadden sneeuwkettingen nodig om onze zoon naar school te brengen. Toen kwam 2011. Al in maart gaf de winter mee. De achtste van die maand is het vrouwendag, wordt gele mimo sa uitgedeeld en begint mijn allergie voor pollen - zo herinner ik het me van vroeger en zo was het nu. In april begon het voorjaar en dat bleef totdat de kalender aangaf dat de zomer kon beginnen - en die deed dat ook. We waanden ons even in een ander land, herontdekten dat paradijselijke van Italië. Was dit nu normaal of niet normaal? De dorpsgenoten herinner den zich, net als wij, genoeg vroege en lange voorjaren, die overgingen in se rieuze zomers. Eindelijk weer een nor maal Italiaans jaar dus. Hoewel... Sinds twee weken is het nu heet, erg heet Deze week werd de 40 graden met gemak gehaald en dat zal zeker tot het einde van de maand zo blijven. Daarna, zo verzekert een leger meteorologen, blijft het mooi - wie weet wel tot kerst Niet normaal, wel leuk. A kil al-Manzoughi stroopt de mouwen van zijn overhemd op zodat je z'n polsen kunt zien. „Kijk", lacht hij: „Dit zijn de twee permanente armbanden die ik van Kaddafi heb gekre gen." Hij toont diepe littekens rondom bei de polsen die inderdaad een beetje lijken op armbanden. „In 2000 keerde ik vanuit het buitenland terug naar Libië", vertelt hij. „Ik werd gearresteerd en naar een ge vangenis gebracht. Ze draaiden ijzerdraad zo strak om mijn polsen dat het leek alsof mijn handen eraf zouden vallen. Dat wer den uiteindelijk heel diepe wonden, die na mijn vrijlating zijn genezen, maar de litte kens blijven altijd zichtbaar." Het bleef niet bij 'armbanden'. Al-Manzhougi stroopt een broekspijp op en laat enkele tientallen zwarte vlekken zien op zijn kuit. „Ze drukten sigarettenpeuken en stukken gloeiend heet metaal op mijn benen", ver volgt hij, opnieuw met een glimlach op zijn gezicht. „Dus dan hoorde ik het sissen en rook ik de geur van verbrand vlees. Mijn eigen vlees, intens pijn deed dat." Als de mouwen van z'n overhemd en de broekspijpen weer goed zitten, zegt Al-Ma- zoughi: „Wil je mijn rug zien, die zit ook helemaal vol littekens." Het is avond in het stadje Djerba, Tunesië. Al-Manzoughi mag dan de hele tijd heb ben gegrinnikt om de martelingen die hij elf jaar geleden onderging, „want wat kun je anders?", maar zijn hart en verstand zin nen op wraak op Kaddafi en zijn regime. „Ik heb mijn hele leven gedroomd van de val van Kaddafi", zegt hij. „Dit is het mo ment". En inderdaad, dit is het 'Uur U' voor Libië. Nu zijn de rollen omgekeerd. Muammar Kaddafi vecht voor zijn positie, zijn macht en zijn leven. Hij is de jager die zelf wordt opgejaagd, de beul die plotse ling vreest voor zijn slachtoffers. „Ik ben in Djerba om tachtig van mijn manschappen naar Tripoli te leiden", legt Al-Manzoughi uit. Hij is commandant van een rebelleneenheid uit Dema, een stad na- Een inwoner van Tripoli trapt de glazen ruiten in van Khadaffi's tent in Bab Al-Aziziya in Tripoli.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2011 | | pagina 78