Natuur is de reizen24 33 Icamperen Slapen tussen wilde dieren De Duitse wijngebieden hebben zich tot gastronomische paradijsjes ontwikkeld, waarin het milieu een grote rol speelt. door Arnoud Cornelissen fW reizen@wegener.nl 024-3650360 Zaterdag 20 augustus 2011 Wijnbouwer Jean Stodden schenkt zijn rode wijn uit. foto Arnoud Cornelissen Eindeloze wijngaarden gol ven over aaneengeregen heuvels. Pijnbomen wij zen naar een strakblauwe hemel. Her en der in het groen zien we oranjebruin ge stuukte bouwsels, zinderend in de middagzon. We drinken het land schap in. Nagenietend van balsami- co-aperitief, wijnen, slakken en plaatselijke 'prosciutto'. Welkom in Rheinland-Pfalz. De Duitse wijnstreken van de Moe zel en Pfalz, op nog geen 400 kilo meter rijden van Nederland, zijn uitgegroeid tot culinaire paradijs jes. Hier groeien druiven voor in ternationale topwijnen, koken ster renchefs hun tongstrelende gerech ten en overnacht je in gastvrije ho tels, waar ze romantiek nog se rieus nemen. Vanaf het landgoed Odinstal in Wachenheim kijk je over de wijn gaarden in de richting van het Rijndal. Tussen de wijnstokken groeien en bloeien grassen en bloe men. Een totaal ander gezicht dan de ouderwetse, aangeharkte wijn gaarden. Hier is de druiventeelt in harmonie met de natuur. „We rij den nu nog op 'quads' door wijn gaarden", vertelt bedrijfsleider Andreas Schumann van het wijn- goed, wijzend op de vierwielige motortjes. „En tractoren zijn so wieso niet goed. Die drukken de aarde rond de wijnstokken dicht. Maar we gaan weer paarden inzet ten. Kunnen we meteen de mest gebruiken." Op Odinstal wordt al sinds 2006 biologisch-dynamisch gewerkt. Al leen wijnbouw in volledige harmo nie met de natuur levert goede wij nen, is de filosofie van Schumann. Het werkt. Niet voor niets staan zijn topwijnen op de kaart van No- ma in Kopenhagen, tot twee keer toe uitgeroepen tot het beste res taurant ter wereld. Overal in de Moezel- en Pfalz- wijnstreken maken jonge wijnbou wers internationale topwijnen, die ecologisch verantwoord worden geproduceerd. „Wijn maak je na melijk in de wijngaard en niet in de kelder", onderwijst Jean Stod den, die in het plaatsje Rech aan de Ahr krachtige rode wijnen maakt. Stodden, de vijfde genera tie op het wijngoed, schenkt met gulle hand onze glazen vol. „Goe de wijn maak je door goed te snoeien. Het resultaat van dat snoeien zie je pas na drie jaar." Stodden, naar eigen zeggen vak idioot op het gebied van de Spatburgunder (gemaakt van Pi- not Noir), deelt zijn kennis graag met collega's. „Natuurlijk zijn we ook concurrenten van elkaar, maar door samenwerking kunnen we de kwaliteit van het hele gebied verhogen." Nu nog ruikt het op de 35 kilome ter lange Rodewijnwandelroute die over de beroemde steile Ahr- hellingen gaat, soms doordringend naar zwavel. Het gevolg van kunst- mestgebruik. Maar steeds meer wijnbouwers schakelen over op biologisch-dynamische bestrijding van ongedierte. Op ruim een uur zuidwaarts rij den, ontkurkt Sven Leiner op de wijnberg Kleiner Kalmitt in II- besheim zijn droge Riesling. Sa men met vier andere jonge wijn bouwers heeft hij zich verenigd in de Südpfalz Connexion. Hun doel is de hoogst mogelijke kwaliteit te bereiken. Ieder voor zich, én sa men met hun Grafenhauser Edel- burgunder. Ze wijzen vanaf de 270 meter hoge top naar het ge biedje, waar zij hun geld, tijd en moeite insteken. De Grafenhauser Edelburgunder werd al in 1355 in een oorkonde genoemd. Eigenlijk is de Pfalz een grote wijn bergketen van 80 kilometer lang. Net zoals in het aangrenzende 25 kilometer lange Ahrwijngebied, Een serie over allerlei soorten campings. Vandaag kamperen in het wild. door Harry Havekes Voor vaders die hun kinderen willen laten zien dat ze niet bang zijn in het donker en best alleen in een bos durven slapen, heeft Staatsbosbeheer dertig plekken ingericht waar mag worden wildge- kampeerd, zogeheten paalkampeer- terreinen. 'Voor de wat avontuurlijk ingestelde kampeerder', meldt de website van Staatsbosbeheer. „Ach ja, voor mensen die zich niet zo thuisvoelen bij de bingo op de cam ping", zegt de man van bezoekers centrum Sallandse Heuvelrug, 1,5 kilometer van kampeerplaats Klinkenbelt, vlakbij Nijverdal. Bij het bezoekerscentrum moet je parkeren, want de kampeerplek voor één nacht is alleen te voet of per fiets bereikbaar. ]e moet dus al je spullen zelf meesjouwen. De voorzieningen zijn er minimaal. Eigenlijk zijn er geen voorzieningen. Staatsbosbeheer noemt dit niet voor niets paalkamperen. Er is een paal in de grond geslagen waar een kraantje aan gehangen kan worden. Maar zo'n kraantje is er niet altijd. Op de Klinkenbelt is er geen. Dat betekent dat ik water moet meenemen. En het sanitair? Ik zou zeggen: neem een schopje mee, het bos is groot ge noeg. De kampeerplek is snel gevonden. Ik span mijn tarp tussen twee bomen. Dat is gewoon een stuk doek of zeil, maar tarp klinkt interessanter. Het voordeel is dat je niet opgesloten zit in een klein tentje (er mogen maxi maal drie trekkerstentjes bij een paal staan), maar dat je vrij uitzicht hebt en toch een dak boven je hoofd. Als ik dan toch vrij ga kamperen, dan ook liefst zo vrij mogelijk. Ik rol een veldbedje uit om niet op de natte bodem te hoeven slapen, leg mijn slaapzak erop, zet de eet- spullen klaar en daar zit ik dan. Ik vind mezelf best wel stoer, zo al leen in het grote bos, waarin ik weet niet wat voor beesten zich schuilhou den om 's nachts toe te slaan. Maar dan komen daar ineens twee jonge meiden aangewandeld. Ze zijn totaal niet onder de indruk en zetten hun tentje iets verderop neer. Ja, ze doen dit wel vaker. Zijn net terug van een tocht door Tasmanië en Australië. Daar kun je overal wildkamperen. Door de aanwezigheid van deze twee ervaren wildkampeersters is mijn padvindergevoel wel van het ene op het andere moment verdwe nen. 's Nachts kan ik, liggend in mijn slaapzak, de bijna volle maan tussen de bomen zien opkomen. De inkt zwarte bomen reiken naar de verba zingwekkend lichte hemel. De wilde dieren houden zich koest. Af en toe schreeuwt een vogel, maar verontrus tend is het niet te noemen. Ik slaap dan ook heerlijk. 's Ochtends word ik wakker met de zon in mijn gezicht. Liggend in mijn slaapzak kook ik een pannetje water, gooi er wat koffiepads in en klaar is het ontbijt. Als ik alles weer in de rugzak heb gestouwd, verlaat ik de Klinkenbelt in de wetenschap dat ik, terwijl ik met een woudlopersblik in de verte tuur, net als reisboeken schrijver Bill Bryson kan zeggen: 'Ja, ik heb in het bos gescheten'. Paalkamperen is gratis en kan het hele jaar door op zo'n dertig plaat sen in het land. De voorzieningen op de kampeerplekken zijn mini- maal en niet op op alle paalkarr peerterreintjes is stromend water beschikbaar. Op www.staatsbosbeheer.nlj staat meer informatie^

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2011 | | pagina 74