Geldgebrek? reizen Verdwaald in de Eifel Wel blaffen, niet bijten vakantie anno... mmm wm0 Doe eens gek deze vakantie: boek geen pakketreis, reserveer geen camping, maar ruil van huis. Zoals Henk Hiddinga en zijn vrouw ook doen. door Jan van Mullem Zaterdag 30 juli 2011 reizen@wegener.nl 024-3650360 Hfl HM Jullie hebben eerder geruild in onder meer Schotland, Finland en IJsland. Laat me raden: geen zonaanbidders. Henk Hiddinga: „Héél warm weer bevalt ons niet zo, maar we zijn ook in Italië en Spanje geweest. Vooral toen de kinderen klein wa ren. Zij spelen graag buiten en dan is droog weer wel fijn. Overigens regent het lang niet altijd in Scan dinavië en Groot-Brittannië, zoals wel wordt beweerd. Op vakanties hebben we vaak meegemaakt dat het in Nederland, onder invloed van de Noordzee, minder warm was dan in het hoge noorden." Afgezien van een ruil in de VS zijn jul lie wel dichtbij huis gebleven. „In Europa, ja. We gingen in de ja ren tachtig en beginjaren negentig met de auto. Dat waren de school vakanties. Vliegen was nog niet zo gewoon als nu, en duur met een gezin. Nu we met z'n tweeën zijn, hebben we de mogelijkheid verder weg te gaan. Australië en Canada willen we graag bezoeken, mét hui- zenruil. Zuid-Afrika ook, maar ik betwijfel of we daar op de ons ver trouwde, westerse wijze kunnen rondreizen. Ik bedoel: hoe staat het met de criminaliteit? Is het vei lig? Azië net zo. En hoe zijn de we gen in, pakweg, China? Ik weet niet of ik met de auto door Peking kan rijden. Die vragen weerhou den ons er nu van naar die landen te gaan. Maar niets is onmogelijk. door Moniek Hüsken Het is de zomer van 1976, één van de heetste zomers ooit. Ik ben 8, mijn zusje 6. Mijn moe der heeft in de Kampioen een leuk vakantieadres gevonden. We gaan naar een Nivon-natuurvrienden- huis in Berg in de Duitse Eifel. Pap houdt niet van de Autobahn en we rijden er daar- om binnendoor naartoe. Het natuurvriendenhuis valt mijn degelijke ouders, die overigens geitenwollensokken- J types noch natuurfteaks zijn, niet tegen. In j de kamer staan twee stapelbedden. Toilet- f ten en douches zijn gezamenlijk. We eten met de andere gasten en doen daarna sa men de afwas. Vanaf het eerste uur worden mijn zus en ik opgenomen door de groep. Iedereen speelt de hele dag buiten. Ons huis is gelegen aan een soort afgrond, waar een groot woud begint. Mijn ouders genieten ook. Alleen hebben ze geen zin in gezamenlijke activiteiten met andere ouders, wat er eigenlijk wel een beetje bij- hoort. Elke vrijdagavond is er voor de kinde ren een wandeling in het bos, onder leiding van Heidi (18), de beheerdersdochter. Zij heeft indruk gemaakt op mijn vader met de pittige manier waarop ze door de heuvels reed, nadat mijn zusje 'iets' had opgelopen en naar het ziekenhuis moest. Dat is de va kanties daarna zo gebleven: mijn zusje had altijd wat. Maar dat terzijde. Ofschoon mijn ouders voorafgaand aan de wandeling is verzekerd dat Heidi het woud op haar duimpje kent, verdwalen we. Het wordt aardedonker. Intussen begint het te regenen en worden de paden glad. Onze ouders zijn dodelijk ongerust, maar dat we ten we niet; destijds waren er nog geen mo bieltjes. Het ergste is dat een van jongens uit de groep epilepsie heeft. Als hij zijn me dicijnen niet op tijd inneemt, is de kans groot dat hij een aanval krijgt. Stug lopen we door onder leiding van Heidi, die ook steeds zenuwachtiger wordt. Plotseling ho ren we geroep. Het licht van zaklampen schijnt in onze gezichten: de vaders zijn ons gaan zoeken! Onze redders weten de weg gelukkig nog wel. Elkaar vasthoudend, lopen we verder over de glibberige paden. Terug in huis vallen de moeders ons in de armen en de opgeluchte beheerders trakte ren ons op frisdrank met Kuchen. Nooit heeft taart lekkerder gesmaakt. Fransen stinken naar knoflook, elke Belg is dom en Engelsen zijn stijve harken. Waar of niet waar? Zeker is wei dat elk volk zijn eigenaardigheden heeft. ,-g door Johan Bosveld Dé Italiaan bestaat niet. Je hebt Italianen uit het noor den en uit het zuiden, en dan heb je nog Italianen die eigenlijk Oostenrijkers, Fransen of Zwitsers zijn. De meesten hebben wel dezelfde levenswijsheid: Chi mangia solo crepa solo (Wie alleen eet, sterft alleen). Eten en gezelschap zijn in dit land het belangrijkst. Italia nen eten veel en vaak, bij voorkeur in gezelschap. De uitvinding van de mo biele telefoon is voor Italianen ook een zegen; je hoeft nooit meer in je eentje te zijn. Ga eens in een Italiaanse trein zitten en de promo's, prego's en arrivi- derci's overstemmen het geluid van de ratelende wielen. Ze moeten ook wel veel praten, want er is geen volk ter we reld dat zó slim is en zóveel weet en daardoor zó vaak moet uitleggen waar om de regels en afspraken niet klop pen. Een rood verkeerslicht? De Itali aanse journalist Beppe Severgnini in troduceerde de term 'aanvechtbaar rood'. Dat is het geval als er niemand aankomt; dan hoefje dus ook niet te wachten. Daarom is niets voorspelbaar bij een Italiaan. Hij handelt zoals zijn verstand hem ingeeft. Lastig is alleen dat alle Italianen zo denken, of ze nu in de auto of op de scooter zitten, of zich op hun mooie leren schoenen voortbewegen. En daarbij toeteren, bel len, roepen, schreeuwen en blaffen ze hun idee van gezond verstand in het verkeer. Maar al dat lawaai compo neert wel weer een fraaie, hedendaag se symfonie van het Italiaanse leven. En ach, blaffende honden bijten niet.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2011 | | pagina 86