io monument 215 KNIL-militairen werden in 1942 bruut vermoord op Japanse schepen. Nabestaanden Har ry en Jaqueline Berghout uit Assen zetten zich in voor een monument om de slachtoffers van deze oorlogsmis daad te eren. Artilleriepost niet op de hoogte van overgave vrijdag 29 juli 2011 De vergeten helden van door Joost Sijtsma Er werd thuis nooit ge sproken over Tarakan en over de omstandig heden rond de dood van zijn vader. Harry Berghout: „Je kent het spreekwoord toch? Spreken is zil ver, zwijgen is Indisch. Ik heb mijn moeder ook nooit geconfron teerd met wat er op Tarakan is ge beurd, ook niet toen duidelijk werd hoe mijn vader Willem is vermoord. Ik praat er ook nooit over met de kinderen, het is ten slotte mijn oorlog geweest. Daar moet je anderen niet mee opzade len." Jaqueline laat zich als enige van zijn vier kinderen niet ontmoedi gen door die zwijgzame houding. Ze vraagt haar vader uitvoerig naar Indië en is de drijvende kracht achter het Tarakan-monu- ment dat er nu lijkt te komen. Ja queline zoekt naar informatie over Tarakan, zamelt geld in voor het monument en heeft contact met nabestaanden van slachtoffers. Harry: „Zonder haar zou het zeker niet zijn gelukt." Jaqueline neemt het compliment met enige beschei denheid in ontvangst: „Ook Bouw- ke Jans en Willem Plink van de Commissie Monument Tarakan hebben me ontzettend geholpen. Zonder hen was ik nooit zover ge komen." Harry was 5 jaar toen zijn vader in 1942 op een Japans schip in een baai van Tarakan werd gedood (zie kader hiernaast). De Japan ners veroverden het toenmalige In dië en Harry werd met zijn moe der in een vrouwenkamp op Java gevangen gezet. „Mijn oorlog be gon in 1942 en eindigde in 1947. Toen de Jap op 15 augustus 1945 voor ons boog en de oorlog voor bij was, gingen we naar ons inmid- dels geplunderde huis op mid- den-Java. Er zat niets meer in wat bruikbaar was." De Japanners kre gen van de Britse troepen de op dracht de Nederlanders en Indi- sche-Nederlanders te beschermen tegen de nationalisten. „We wer den weer gevangen gezet. Tijdens de tweede politionele actie in 1947 bevrijdden de Nederlanders ons." In 1950 kwamen Harry, zijn broer tje en zusje en hun moeder naar Nederland. Willem, de vader van Harry, was in 1935 als militair naar Indië ge gaan en trouwde daar. „In 1947 kwamen we er pas achter dat hij door de Japanners is gedood. In een officieel document van de Ne derlandse overheid stond dat hij was afgemaakt. Dat woord alleen al, er was geen greintje piëteit. Maar wat er exact was gebeurd, wisten we niet." Harry ging het leger in, werd naar veel landen uitgezonden en hield zich verder niet zo bezig met zijn vader. Tot hij met pensioen ging en hij de tijd kreeg zich te verdie pen in het lot van Willem. Door zijn onderzoek kwam Harry in contact met een veteraan die op Tarakan had gevochten. Deze ex-militair heeft uitgebreid studie verricht naar de gevechtshandelin gen op het eiland. Door hem kwam Harry er achter hoe zijn va der is omgebracht. „Ik heb geen herinneringen aan hem, maar ik kreeg wel nachtmerries door de fo- 'lk kreeg nachtmerries door de foto's die ik van mijn vader had' to's die ik van mijn vader had. Dan droomde ik dat ik aan boord was van het oorlogsschip waar hij werd vermoord. Hij keek me in dringend aan. Alsof hij wilde dat ik hem zou helpen. Het is maar goed dat ik pas aan het einde van mijn loopbaan te weten kwam wat er precies met mijn vader is ge beurd, want ik gaf ook les in bajo netsteken en dat zou moeilijk zijn als ik had geweten dat mijn vader met de bajonet is gedood. In 1989 ben ik uit dienst gegaan en sinds die tijd probeer ik erkenning te krijgen voor wat er op Tarakan is gebeurd." Het is geen vergeten geschiedenis, zegt Pauljac Verhoeven, directeur van Museum Bronbeek in Arn hem. „Maar het is wel zo dat het verhaal niet breed bekend is. Dat geldt eigenlijk voor de hele oorlog in Nederlands-Indië." Èr zijn na de oorlog rechtszaken geweest tegen Japanners die wer den beschuldigd van oorlogsmisda den. Verhoeven: „In hoeverre er veroordelingen voor Tarakan zijn geweest kan ik zo niet zeggen, maar er zijn Japanners tot de dood straf veroordeeld. Anderen heb ben gevangenisstraf gekregen en die zijn na 1949 overgebracht naar gevangenissen in Japan en daar in de loop van de tijd vrijgelaten." Ook over de rol van de KNIL-mili tairen is discussie geweest. Harry: „Er is het verhaal dat de KNIL'ers op de Japanse drenkelingen heb ben geschoten toen hun schepen waren gezonken. Maar die vete raan die ik heb ontmoet heeft dat uitgezocht en is tot de conclusie ge komen dat het niet waar is. Histori cus Lou de Jong heeft geschreven dat de KNIL-militairen een fout hebben gemaakt door de drenke lingen niet te helpen. Maar de Ja panners hebben ook een fout ge maakt. Hun commandant wist dat het niet veilig was, maar toch zijn de schepen de baai in gevaren." Jarenlang voerde Harry een een mansactie om een monument op te richten. „Ik heb in Nieuw-Gui- nea gevochten, daar zijn dertien militairen gesneuveld. Die hebben wel een monument. Waarom de 215 helden van Tarakan niet?" Hij vond echter nergens gehoor. Tot hij het verhaal aan Wieteke van Dort vertelde, die er vorig jaar oktober over schreef Dat was de ommekeer, alle deuren gingen in eens voor Harry en Jaqueline Berg hout open. De Oorlogsgravenstich ting steunt nu het idee om een Ta- rakan-monument op het ereveld in Loenen te plaatsen. Daarop ko men de namen van de omgeko men militairen. De KNIL'ers kwamen uit alle de len van de Indische archipel, het is daarom ondoenlijk alle namen van de slachtoffers te achterhalen. De namen van de omgekomen Ne derlanders zijn wel bekend. Jaqueli ne: „Er komt een 1,2 kilometer lang kronkelpad met monumen ten voor alle 130.000 oorlogsslacht offers zonder aanwijsbaar graf. Het Tarakan-monument zal aan het begin van dat kronkelpad ko men te staan. Het monument wordt op 19 januari volgend jaar, 70 jaar na de slachtpartij, onthuld op het oude gedeelte van het ere veld. Als het kronkelpad klaar is zal het worden verplaatst." Haar vader is blij dat hun inzet wordt beloond. „Eindelijk komt er nu een monument waar de verge ten helden van Tarakan worden geëerd." Ze werden per twee aan elkaar vastgebonden, rug aan rug, en met bajonetten doorstoken. Daarna werden de mannen, vaak nog levend, door de Japan ners in zee gegooid. De slachtoffers waren militai ren van het KNIL, het Konink lijk Nederlands-Indisch Léger, onder wie 85 Nederlanders. De plaats van de massamoord is Tarakan, een eiland bij de noord oostkust van Borneo, het huidi ge Kalimantan. Dit olierijke ge bied was in de Tweede Wereld oorlog een strategisch doel voor de Japanners. Tarakan werd verdedigd door ongeveer 1300 man van het KNIL. Hun commandant, luite nant-kolonel Simon de Waal, had de opdracht gekregen het ei land te verdedigen tot alle olie-installaties waren vernie tigd. Zijn leger beschikte onder meer over een commandopost en twee artilleriebatterijen aan de kust, Peningki en Karoengan. Op 11 januari 1942 landden Japan- Se troepen op Tarakan. Het was een ongelijke strijd die leidde tot een snelle overgave van het KNIL. De meest zuidelijke artil leriepost Karoengan was niet op de hoogte van de overgave om dat de Japanners de telefoonver binding van Karoengan met de hoofdmacht van het KNIL had den doorgesneden. KNIL-militairen kregen van de Japanners toestemming om te proberen de commandant van de artilleriebatterij te melden dat de strijd voorbij was, maar zij slaagden daar niet in. De manschappen van de artille riepost Karoengan dachten dus nog steeds in oorlog te zijn toen ze zagen dat zes Japanse mijnen vegers opstoomden in de rich ting van Lingkas. De KNIL-militairen openden - het vuur, waardoor de eerste twee mijnenvegers zonken, de andere vier schepen trokken zich terug. Er kwamen 47 Japan ners om. Japanse troepen sloten de kust- batterij Karoengan daarna lang zaam in. Het lukte de militairen van deze post toch hun positie te ontruimen en aansluiting te zoeken bij de hoofdmacht van het KNIL. Daar aangekomen bleek dat de militairen van deze hoofdmacht krijgsgevangen wa ren genomen. Ook de mannen van de post Karoengan werden opgepakt. Zij werden samen met de militairen van kustbatte- rij Peningki gescheiden gehou den van de andere, krijgsgevan genen. De artilleristen hadden het oor logsrecht geschonden doordat ze na de overgave van het KNIL twee Japanse schepen tot zin ken hadden gebracht. De Japan se commandant accepteerde de uitleg dat de artilleristen niet op de hoogte waren van de capitu latie. Ze werden echter niet lang daarna opgeëist door een ande re Japanse officier die wel woest was over het zinken van de twee mijnenvegers. De 215 KNIL-militairen werden aan boord van Japanse schepen ge nomen die daarna naar de plaats van de gezonken mijnen vegers voeren. Daar werden de KNIL-militairen vermoord. 1=

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2011 | | pagina 10