221 sport Vluchtpoging Boom strandt en Franse renners Ie Nachtergaele vierde 33 maal zijn verjaardag in de Tour Lars Boom denkt lang de elfde etappe te kunnen winnen. Twee kilometer voor de streep wordt hij ingelopen. Daarna wint Mark Cavendish de rit. donderdag 14 juli 2011 door Mart Smeets REVANCHE Thomas Voeckler mag dan de natie doen gloeien van trots: Frankrijk als .wielerland kampt met een crisis. Het geel staat mooi om de schouders van het karaktervol le en in het peloton bepaald niet geliefde mannetje, de rest van de Fransen rijdt als pelotonvulling mee. Ja, iedere dag vertrekt erin de be- ginkilometers een groepje. Vaak met veel onbekende Fransen aan boord. In de finales van alle etap pes minus één werden die groep jes ingelopen en spartelden de ver moeide renners achter de hoofd macht aan. De eerste Fransoos na Voeckler heet Arnold Jeanneson, een compleet onbekende gast die voor FdJ rijdt. Hij staat 26e. Eergisteren was dat reden voor l'Equipe om de gezondheidstoe stand van de Franse wielrennerij tegen het licht te houden. Het werd een geweeklaag van jewel ste. Tussen de regels door lezend kon je voelen dat men vindt dat Franse renners niet aan de doping zitten en veel mindere 'artsen hulp' krijgen dan de buitenlan ders. Dat het een bijna unfaire wedstrijd is en dat niemand daar iets aan doet. Fransen vragen zich af waarom goede buitenlandse renners zel den in Frankrijk willen rijden en als ze dat toch doen, heel snel en gillend gek vertrekken. Een panel van Franse ploegleiders hekelde de sfeer in het peloton. „Niemand vindt ons aardig", zo bleek. Klopt. Een generale Franse regel: de bui tenlanders zien de Fransen niet staan, kijken langs ze en groeten ze niet eens. De werkelijkheid: dat is omgekeerd zo. Al decennia lang is uit het pelo ton bekend dat Fransen 'anders' zijn. Ze trainen anders, koersen anders en leven anders. Slordiger, ja, inderdaad, met de Franse slag, met een gevoel van lichte superio riteit die de werkelijkheid nooit en nergens waarmaakt. Ik ken renners die het consequent over die 'arrogante klote-Fransen' hebben en die inderdaad niets met die mannen te maken willen hebben. De Fransen zeggen weer: buiten landers hebben te hoge eisen, wil len hun eigen knechten en zelfs hun eigen arts meenemen en snappen ons niet. En dan is er het nog altijd leuke taalconflict. De voertaal in het pe loton is sinds zeker twaalf jaar En gels. Niet voor de Franse renners, wel voor alle anderen. Verbaal of non-verbaal; de taal van de Fran sen is gewoon anders. En waar be gint onderling begrip? door Edward Swier LAVAUR - Zijn sikje is wereldbe roemd. Het is zo karakteristiek, maar juist ook zo botsend met de gewoontes in het (vrijwel) snor- en baardloze wielrennen. Het streepje onder de kin van verzorger Dirk Nachtergaele staat op honderden foto's. Was zichtbaar als de Belg na de finish Tom Boonen opving, of terwijl hij Johan Museeuws gezicht schoonveegde na één van diens gro te zeges. Er zit een verhaal achter. Het is Nachtergaeles verbonden heid met het andere leven.. „Ik ben nog altijd een man van de flower power." Stop hem niet in een hokje. Hij is geen soigneur zoals de anderen. Gek van de koers, natuurlijk. Maar ook maf van het leven. Dol op mu ziek, verslaafd aan literatuur. Een dichter, die renners oppepte met zijn eigen werk. Een causeur. Wie een wieleranekdote zoekt, hoeft maar bij hem aan te kloppen. Hij duikt onder in de jazzcafés van 'za lig' Gent, waar hem zelden of nooit naar de koers wordt ge vraagd. Zoekt inspiratie tussen de schilders en schrijvers in zijn woon Dirk Nachtergaele is voor de laatste keer in de Tour. foto Cor Vos/GPD plaats Sint-Martens-Latem. Luis tert, nog altijd, naar Zappa, Uriah Heep en Deep Purple. Straks nog vaker dan nu. Want Nachtergaele, die in 1979 bij de DAF-ploeg van Fred de Bruyne 'de buteerde' en daarna voor Peter Post (Raleigh, Panasonic) en Pa trick Lefevere (GB-MG, Mapei en Quick-Step) werkte, weet het zeker. Hij gaat stoppen, aan het eind van dit seizoen. Dan gaat hij van het theater proeven, zich meer bezig houden met literatulir en poëzie. Rondleidingen geven in het Cen trum Ronde van Vlaanderen in Oudenaarde, op tournee met 'Straf fe Wielerverhalen'. Hij werkte met Raas, Knetemann, Vanderaerden en Planckaert, Cipol- lini, Museeuw, Virenque en Boo nen. Bouwde een band op, was niet zomaar een hulpje. Vertrou wenspersoon, baken van rust, psy choloog en masseur tegelijk. „Fred de Bruyne leerde me: zorg dat ze je altijd respecteren. Dat heb ik, bij de meesten toch, afgedwongen." Nachtergaele 'deed' zo'n zestig gro te rondes. Het is zijn 33e Tour, dat weet hij zeker. Vandaag, op 14 juli, is hij jarig. Voor het 33e jaar op rij krijgt hij de felicitaties telefonisch door. Het is als een litteken dat bij een weersverandering begint te jeu ken. Hij berekende alleen al vanwe ge de Vuelta („een stuk of zes tien"), Giro ("tien, denk ik") vijf jaar van zijn leven van huis te zijn geweest. Daarbij komen dan nog de eindeloze hoeveelheid kleinere rondjes en klassiekers. „Daarom ook is het een bewuste keuze er mee te stoppen. Ik word zestig, kies voor de kwaliteit van het le ven, wil in schoonheid stoppen." Nachtergaele noemt zijn 33e Ron de van Frankrijk, vanwege alle inci denten, zijn „merkwaardigste ooit". Hij zag de Tour uit zijn voe gen barsten. Kreeg een ploeg in het verleden twee wagens van de orga nisatie, tegenwoordig is het eigen wagenpark immens. Alles werd gro ter. „De Tour is .zo groot dat het niet mooi meer is. Maar ondanks die lelijkheid blijft de Tour wel de Tour. En die zal er altijd blijven, want een monument als de Tour kan niet stuk." door Edward Swier LAVAUR - Lars Boom begint nooit zomaar ergens aan. Als de situatie uitzichtloos is, hoef je van hem geen inspanningen te verwach ten. Een wielrenner als Boom fietst niet om op televisie te ko men, de Rabo-renner wil win nen. Dat lukte hem gisteren ech ter niet, vooral omdat Mark Ca vendish nog iets recht te zetten had. Het was absoluut geen wanhoop soffensief dat Boom in de etappe naar Lavaur, met vijf anderen, on dernam. De komende dagen gaat het peloton de Pyreneeën in, zal Boom zich vooral inspannen om de belangen van Robert Gesink te beschermen. Nu was er nog een kansje op persoonlijk succes. Met slecht weer is het animo in het pe loton bovendien altijd wat klei ner. Je kon nooit weten. Ook hoopte Boom dat zijn darmen, die van streek waren, in een meer gecontroleerde omgeving tot rust zouden komen. „Alles beter dan een nerveus peloton." Met medevluchters als Andrei Gri- vko en Jimmy Engoulvent had de Nederlander er ook wel enige fidu cie in. Hardrijders, als ze ten minste willen. Dat de titel voor meest strijdlustige renner aan hem voorbijging, ondanks zijn ul tieme solovlucht tussen 4,5 en 2,5 kilometer van de streep, irriteer de. „Het leverde niks op, alleen zé- re benen." De prijs ging nu naar Mickaël De- lage. „Dat is nog het ergste, die reed een beetje lafjes op kop. Vive la France hè." HTC-Columbia durfde de Braban der en zijn medevluchters niet veel ruimte te geven, de marge be droeg maximaal 4.25 minuten. Ra- bo-ploegleider Adri van Houwe- lingen kon dat wel begrijpen, maar snapte niet dat andere ploe gen HTC hielpen. Cavendish moest zich in Lavaur opnieuw bewijzen. Je bent im mers zo goed als je laatste sprint. En die had de 'machine van Man' dinsdag toch van André Greipel verloren. Maar Cavendish her stelde de orde, greep zijn derde rit zege van 2011. Greipel (tweede) en Tyler Farrar (derde) hadden het nakijken. Cavendish raakte overigens op zeshonderd meter voor de streep met zijn linker schoen het voorwiel van Romain Feillu. Het leidde tot een hachelij ke situatie: Cavendish' voet schoot bijna uit de schoen, de Brit moest het euvel met de hand herstellen. Hij wilde zich namelijk niet nog eens zo rot voelen als dinsdaga vond. „Tuurlijk voel je je niet pret tig als je teammaatjes de benen uit hun lijf hebben gereden en jij het niet kunt afmaken. Ik heb ze dinsdagavond al verteld dat ik van daag zou winnen", aldus 'Cav', die de groene trui overnam van Philippe Gilbert. „Daar ben ik vooral super happy mee. Deze trui is speciaal voor mij", onder streepte de Brit, die nog nooit het groen tot in Parijs wist te breng en. Mark Cavendish dankt één van zijn ploeggenoten na zijn derde ritzege. foto Guillaume Horcajuelo/EPA

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2011 | | pagina 42