261 sport
Teddybeer André Greipel nu
Ruijgh niet blij met 'bekkentrekker'
Cancellara
MASSASPRINT
André Greipel troeft tijdens de spurt in
Carmaux Mark Cavendish af, zijn rivaal
en voormalige ploeggenoot.
woensdag 13 juli 2011
door Mart Smeets
Hij heeft de tors van een
rugbyspeler en de be
nen van een defensive
end in het American
football. Hij is wielrenner en een
verrekt goede ook nog: Fabian
Cancellara, Zwitser uit Bern. Hij
draagt deze ochtend een wieier-
shirt zonder mouwtjes.
Imponerend.
Vrouwen kijken driemaal om,
mannen die hem zien, bedenken
wat er mis is gegaan in hun eigen
bestaan.
De Zwitser heeft een vriendelijke,
bijna familiaire manier van om
gang met mensen. De taal waarin
hij zich uit, maakt hem weinig uit:
Duits, Frans, Engels, Italiaans, een
beetje Spaans, een beetje Neder
lands, maar vooral de taal van de
vriendelijkheid.
Hij heeft voldoende gel in zijn
haar en de five o'clock shadow op
zijn kin is aangepast aan de tijd
van nu. Hij lijkt, staande in de fel
le zon, op een rockster en hij weet
dat ook.
Hij is een der patrons in het pelo
ton; als er belangrijke beslissingen
genomen worden (doorrijden of
wachten) dan wordt hij op het
voorste plan verwacht om zijn me
ning te geven.
Wat weinigen van hem weten is
zijn Pietje-preciezerigheid waar je
als buitenstaander met verbazing
naar kunt kijken. Hij is materiaal
freak; alles moet tot op de millime
ter precies afgesteld zijn, alles
moet schoon zijn, alles moet blin
ken. Properheid, precisie en afstel
ling zijn voor hem de basis voor
succes.
Ik zag hem zijn schoenen schoon
maken. Onvoorstelbaar. Hij zat mi
nutenlang op zijn hurken en spoot
beide schoenen eerst minutieus
precies schoon met water, droogde
ze vervolgens en controleerde iede
re millimeter van zijn daden. Er
mocht geen vuiltje blijven zitten,
geen rimpeltje voelbaar zijn, het
leek wel haast of we hier met een
mens met smetvrees te maken
hadden.
Daarna controleerde hij zijn ver
snellingsapparaat. Met evenveel
precisie, maar ook met liefde voor
zijn materiaal. Hij draaide zijn ket
ting rond en luisterde naar het rate
lende geluid' het beviel hem, geen
enkel tikje, geen dissonant. Mono
toon geratel, een symfonie van
eenvoud.
Hij pakte zijn remmen, tikte ze
aan en knikte licht; het gaf hem
een fijn gevoel. Nog even speelde
hij ermee; loslaten, aanknijpen,
luisteren naar het ritme.
Driekwartsmaat.
Hij knikte weer voor zichzelf uit,
het was goed zo. Aan het materi
aal kon het niet liggen. Hij keek
nog eenmaal naar zijn fiets en
glimlachte traag.
door Edward Swier
CARMAUX - Er komt een dag dat
zelfs het liefste jongetje van de
klas kattenkwaad uithaalt. André
Greipel, bij zijn nieuwe ploeg
Omega Pharma-Lotto omschreven
als 'Mr. Nice Guy'deed het giste
ren. De Duitser klopte in een
rechtstreeks sprintduel zijn grote
rivaal, Mark Cavendish. Vorig jaar
nog, toen beiden voor HTC reden,
deed de Brit verbaal al het mogelij
ke om Greipel te beschadigen. Grei
pel hapte nooit. En liet gisteren in
Carmaux, eindelijk, zijn benen
spreken.
Michiel Elijzen, de Nederlandse as
sistent-ploegleider van Omega
Pharma-Lotto, had zich de afgelo
pen maanden al een paar keer afge
vraagd wat er nu toch aan schort
te. „André is een beest op de fiets
als je hem ziet, een halve bodybuil
der. Maar hij is vaak net wat te
lief" Greipel zelf geeft het ook toe.
„Ik ben een hele aardige jongen.
André, gewoon André."
Een teddybeer, geen grizzly. Team
manager Mare Sergeant had de af
gelopen maanden eindeloos op
hem ingepraat, hem opgedragen
in de finale toch vooral agressiever
te zijn. Greipel, lachend: „Mare her
innerde me daar tijdens de etappe
via de radio ook nog geregeld
aan."
De 28-jarige sprinter uit Rostock
was de afgelopen twee jaren tel
kens goed voor een twintigtal ze
ges, waaronder ritoverwinningen
in de Vuelta en Giro. Maar mee
doen op het hoogste podium, in
de Tour - met Cavendish als ploeg
maat - bleek een utopie.
Cavendish moest hem niet. Elijzen
kon de beweegredenen van Caven
dish wel raden. „Misschien deed
hij het wel omdat hij voelde dat
André aan zijn troon knabbelde."
Nooit wilde Greipel, die gisteren
in de ultieme meters verwoestend
uit het wiel van Cavendish kwam,
ingaan op de karrenvracht Britse
shit die hij over zich kreeg uitge
stort. „Dat is niet mijn niveau",
deelde hij gisteren een enkel spel-
denprikje uit.
Bij zijn nieuwe Belgische werk
gever wilde het de eerste maan
den van het seizoen nog niet zo
vlotten. Het duurde even voor
zijn nieuwe ploegmaats beseften
wat er voorafgaand aan de sprint
van hen verwacht werd. „En ik
had een andere seizoensopbouw.
Voor het eerst in mijn carrière
moest ik in de maand juli goed
zijn."
Eerder deze Tour kon Greipel nog
niet afdoende aantonen dat hij
ook daadwerkelijk goed was. Op
nieuw was gerommel binnen de
eigen gelederen daar debet aan.
Vorige week woensdag, na de
aankomst in Cap Frehel, donder
de het bij de bus. „Dit is geen
team", foeterde Greipel, die eens
uit zijn rol viel. Ploeggenoot Phi
lippe Gilbert leek hem zijn kan
sen te ontnemen, beiden grepen
naast de zege. Er volgde een uitge
breide discussie met de ploeglei
ding, met goed gevolg. Greipel: „Ik
heb ingezien dat ik er naast zat."
's Morgens had Greipel met zijn
resterende ploeggenoten op de in
tensive care van Centre Hospita
lier Henri Mondor afscheid geno
men van de zwaar gekwetste Jur-
gen Van den Broeck. „Het was
niet makkelijk om hem daar ach
ter te laten. Maar Jurgen zei dat ik
voor mijn kans moest gaan."
Sergeant had zijn manschappen
bij de start nog als een generaal
toegesproken dat er „weliswaar
een slag was verloren, maar dat
het nog altijd oorlog was."
Dat bleek onderweg. Waar de
meeste ploegen zich deze Tour in
de sprintetappes al bij voorbaat
neer lijken te leggen bij een supre
matie van Cavendish, heeft Ome
ga Pharma-Lotto andere plannen.
Nadat een vluchtgroep van zes
(met onder anderen Vacansoleils
Marco Marcato) was gegrepen,
werd het laatste bergje van de dag
door Philippe Gilbert gebruikt als
springplank. De vlucht mislukte
weliswaar, maar desorganiseerde
wel de HTC-gelederen. Gilbert:
„Toen ik teruggepakt werd, zag ik
André in het wiel van Cavendish.
Toen wist ik dat we kans van sla
gen hadden."
door Patrick Delait
CARMAUX - Vacansoleil-ploegleider
Michel Comelisse had voor de start
van de tiende Touretappe nog geop
perd dat Rob Ruijgh zich met het
oog op de komende bergetappes
nog beter even kon verschuilen in
het peloton. Des te verrassender
was het dat de Limburger in de fi
nale op een kort klimmetje als een
pijl uit een boog wegschoot uit dat
zelfde peloton. Met de Fransman
Biel Kadri in zijn wiel sloeg Ruijgh
een kleine kloof, maar op drie kilo
meter van de finish moest het duo
zich gewonnen geven.
Achteraf wees de Vacansoleil-ren-
ner met een beschuldigende vinger
naar Kadri. Ondanks meerdere ver
zoeken van Ruijgh weigerde de
AG2R-renner om mee te werken in
de ontsnapping. „Ik reed weg om
te winnen. Maar als je dan een bek-
kentrekkende Fransman in je wiel
krijgt, weet je hoe laat het is. Als ie
mand niet wil overnemen, ga je au
tomatisch ook op reserves rijden.
Dat was de doodsteek voor onze
vlucht", zei Ruijgh, die als 28e over
de finish kwam en daarmee weder
om de beste Nederlander was.
Dat hij pas in het hooggebergte
voorin werd verwacht, was voor
Ruijgh geen reden om zich in de fi
nale te sparen. De 24-jarige klim
mer, pas op de valreep voor de
Tour geselecteerd, wil elke kans grij
pen die zich aandient. „Als er zich
kansen voordoen, dan mag je die
niet laten liggen. Ik voel me tot nu
toe goed in deze Tour."
Hoe ver hij kan komen in het hoog
gebergte? Het is een vraag die
Ruijgh liefst onbeantwoord laat.
Als Tourdebutant leeft hij van dag
tot dag. „Het heeft geen zin om nu
allerlei uitspraken te doen. Mis
schien zorg ik in de bergen voor
een verrassing, maar voor hetzelfde
geld zak ik volledig door het ijs.
We zullen zien. Het belangrijkste is
dat ik me op lange termijn wil ont
wikkelen tot een goede renner."
Rob Ruijgh