'Geef maar even een handje...' Vlissingen is voor ons echt de ideale 2 Saeftinghe Zomergasten zaterdag 9 juli 2011 José en Huub Engelen aan het ontbijt. PASPOORT Naam: José (66) en Huub Engelen (69). Woonplaats: Herkenbosch (Limburg). Gespot: op Camping de Nolle in Vlissingen. door Maartje Geels José en Huub Engelen zitten samen tevre den aan de koffie bij hun caravan. Ruim 38 jaar geleden kwamen zij, toen nog met kinderen, voor het eerst op Camping de Nolle in Vlissingen. „Mijn oog viel toen al op deze plek", zegt José. „Je zit zo dicht bij de boulevard en de duinen, de locatie is ge weldig!" De ontbijtborden staan nog op tafel, maar José en Huub doen het vandaag rustig aan. Samen met hun vrienden Piet en Miet Pe ters genieten ze twee weken van de vrijheid en de rust die kamperen biedt. Piet en Miet hebben geen eigen tent op de camping. Zij logeren dus gewoon in de voor tent van José en Huub, op een groot lucht bed. „Het is hartstikke gezellig zo. Als het re gent, hoor je dat heel goed. Dat geeft echt een ultiem campinggevoel!", zeg Miet la chend. Samen trekken beide echtparen er da gelijks op uit om in de buurt van de cam ping te fietsen en te wandelen. Zoutelande is daarbij favoriet: „Daar gaan Woest, ongerept en leeg. Dat is Het Verdronken Land van Saeftinghe bij Nieuw-Namen. Zomerverslaggeefster Karen Hagen trok haar oude kleren aan en maakte een blubberige wandeling met gids Mark Zwartelé door het grootste brakwatergetijdengebied van West-Europa. door Karen Hagen foto's Peter Nicolai Tot aan je enkels in de modder. Zelf een wandeling maken? Voor het Plankierspad (1 kilo meter) en de Ruige Laarzen route (2 kilometer) is geen gids nodig. Onder leiding van een gids kunt u verder het gebied in. Wel van tevoren afspreken. Bezoekerscentrum Saefting he, Emmaweg 4, Nieuw-Na men. Tel: 0114-633110 Gids Mark Zwartelee helpt een handje. 'Lees eerdere afleveringen van Zomergasten op www.pzc.nl/zomer' Het Land van Saeftinghe moet je aan den lijve ondervinden", zegt gids Mark Zwartelé. Nou, daar is snel sprake van. De eerste diepe geul ligt voor mij. In de verte de torens van spooksta'd Doel. De geul is diep, waterig en vol met klei, waarin je wegzakt. De oever is steil. Dat is even iets anders dan de schor van net, waar alles nog groen en droog was. „Dit is peanuts", zegt Mark, terwijl er een zee meeuw'overvliegt. Handig stapt hij naar bene den de geul in. Hij zakt wat weg, zijn groene laarzen verdwijnen onder water, maar hij komt beneden zonder uit te glijden. Nu is het mijn beurt. Mijn voeten zakken weg in de klei. Snel grijp ik naar een pluk helmgras. Het voelt alsof iemand heel hard aan mijn voeten trekt. Mijn schoenen zakken weg in de modder en voor ik het weet, staat het water tot mijn en kels. De gids schiet te hulp: „Geef maar even een handje." Hij vertelt dat bijna alle bezoekers last hebben van 'smetvrees' als ze voor het eerst door een geul lopen. „Dat is snel over wanneer ze eenmaal door één geul zijn gelopen." Inderdaad, de tweede keer maakt de modder niks meer uit. We banjeren lekker door en kij ken tegen de hoger gelegen schorren aan. De gouden tip is: lopen waar de gids loopt. Mark: „Stap maar in mijn voetstappen, dat is makkelij ker." Mijn gids leidt al vijftien jaar bezoekers in het natuurgebied rond en kent het gebied op zijn duimpje. Per jaar brengen zo'n twaalfduizend mensen een bezoek aan Saeftinghe dat zo'n ze venduizend voetbalvelden groot is. Slechts een

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2011 | | pagina 104