Een envelop waar het leven in zit boeken 17 De veilige loopgraven van het internet t vrijdag 8 juli 2011 Het huis waar jij van hield, de nieuwe roman van Tatiana de Rosnay, die gisteren is verschenen, speelt in het Parijs van i860. Ze schreef het bij kaarslicht en met de hand. „Ik heb zelfs mijn eeltknobbel terug." Tatiana de Rosnay: „Ik zou er ook niet tegen kunnen om een plek te verlaten waar ik van houd." foto David [gnaszewski en, is het beeld van een vrouw tegen het ein de van haar leven, die nog steeds heel nieuwsgierig is naar de wereld om haar heen. Die waardigheid heeft. Ze heeft haar man én haar zoon verloren. Het huis is de envelop waar haar hele leven in wordt be waard. Het is het enige dat ze over heeft." Ze schakelt zo over op de eerste persoon. „Niet dat ik tegen modem Parijs ben - dat is niet zo, ik houd van de stad, de stad is Haus- manns Parijs. Ik ben ook niet geobsedeerd door nostalgie." „Begin ik nou Rose te vergelijken met me zelf? Ik schrijf geen boeken over mezelf Ro se lijkt eerder op mijn moeder. Mijn moe der is een Engelse roos, in de zin dat ze Brits is en een prachtige Engelse uitstraling heeft. Blond met blauwe ogen, 77 jaar oud, maar door haar houding lijkt ze tien jaar jonger. Ze heeft de energie die Rose heeft." Zou ze een Rose kunnen worden dan, wel licht? „Ik stel me voor dat wanneer ik aan het eind van mijn leven ben, ik op Rose zou lijken. Ik zou er ook niet tegen kunnen om een plek te verlaten waar ik van houd." Het is duidelijk waar ze aan denkt. Tatiana de Rosnay heeft nog vrij recent een tweede huis gekocht, buiten Parijs, in de Dröme Provenqale. „Mijn schuilplaats. Ik heb er geen in ternet, geen telefoon, alleen zon, lavendel, grote bomen en vlinders." Het was ook daar waar ze Het huis waar jij van hield schreef. „Met de hand. |a, echt, dit boek moest ik schrij ven met pen. Ik had alle re search gedaan, ik kon begin nen. Ik zat te turen naar mijn computerscherm. Niets. Toen heb ik de pen gepakt." Een snel slokje tussendoor. „Ik heb geschreven bij kaarslicht zelfs. Ia, lach maar, dat deed mijn familie ook. Kijk hier." Ze laat haar vingers zien. „Ik heb zelfs mijn eeltknobbel uit de tijd van de colleges op de universiteit terug." Het zorgde ook, zegt ze, voor het rustige ver teltempo dat ze zocht. „Dat hoort bij die pe riode." Ze laat in Het huis waar jij van hield de namen vallen van de grote schrijvers van eind negentiende eeuw: Flaubert, Zola, Poe, Baudelaire. „Ik moest óók schrijven over de kracht en charme van lezen, van literatuur. Dit zijn de schrijvers waarmee ik ben opge groeid. Het was bijzonder om vast te stellen dat Zola's debuut, Thérèse Raquin, was ver schenen precies in het jaar dat ik in het boek beschrijf." ■til door Theo Hakkert Als een koningin zetelt ze aan tafel. Fier rechtop. De grijze haren keurig in het gelid. De lunch is besteld. Haar blik schiet nog snel keurend over tafel. „Wacht, we zijn iets vergeten." Ta tiana de Rosnay (50) laat terstond een ober komen. „Champagne!" Het is maandagmiddag, tien minuten over één in Parijs. In de binnentuin van een res taurant aan de Boulevard Saint-Germain houdt Tatiana de Rosnay een geïmproviseer de soiree voor een klein gezelschap van Ne derlandse journalisten. Hier zit de schrijf ster die in Nederland liefst één miljoen exemplaren van haar roman Haar naam was Sarah wist te verkopen. Het restaurant is niet alleen op kwaliteit ge kozen. Het is hier, rond de Boulevard Saint-Germain, waar Tatiana de Rosnay's nieuwe boek zich afspeelt: Het huis waar jij van hield. In deze historische roman, die speelt in de jaren zestig van de negentiende eeuw, beschrijft ze de levensavond van Rose Bazelet. De weduwe woont in een huis dat moet wijken voor de ambitieuze stadsver nieuwingen van baron George Haussmann. Het Parijs van nu is in feite door hem gecreëerd. Sommige bewoners van 'het vo rige' Parijs vonden de vernieu wingsdrang en afbraak maar niks, en de nieuwe stad al even min een vooruitgang. 'Alles voor die rechte lijnen, die eindeloze, monotone boule vards, al die hoge, uniforme, bo tergele gebouwen, een afschu welijke combinatie van vulgari teit en oppervlakkige luxe'. Dit schrijft Rose in brieven aan haar overleden echtgenoot, ter wijl ze halsstarrig in haar bedreigde veste blijft. Tot de slopershamer komt. „Haar huis stond hier", wijst Tatiana de Rosnay anderhalf uur later. Midden op straat. Onder Haussmanns bewind verdwe nen de kronkelstraatjes en maakten plaats voor lange, rechte, brede boulevards. De Rue Childebert waar Rose Bazelet zo van hield, is geheel onder de boulevard verdwe nen. Alleen de kerk die ze bezocht, staat er nog: Église St-Germain-des-Prés. Er tegen over, aan de andere kant van het plein, het beroemde café Les Deux Maggots. Weer een straathoek verder het al even fameuze Café Flore. Beide etablissementen werden gefrequenteerd door Jean-Paul Sartre en Si- mone de Beauvoir. Boven bij Flore bestelt ze gewoon weer champagne. „Of mijn boek een boodschap heeft? Het lijkt wellicht dat Rose tegen de vooruitgang is, maar het ligt volgens mij ge nuanceerder. Wat ik probeer over te breng Tatiana de Rosnay - Het huis waar jij van hield. Vertaling Alice Teekman. 18,95 euro (geb.Artemis co. De roman is gisteren verschenen. Q Jeroen Mettes - N30+. Nieuwe zin nen. Weerstandsbe- leid. Nieuwe kritiek. Wereldbibliotheek, 29,90 euro. IkSTTES door Victor Schiferli Wie denkt dat dichters vrede lievende mensen zijn, een tikje wereldvreemd mis schien, maar mêt de beste bedoelin gen, moet eens gaan kijken op literai re blogs. Vroeger, vóór de uitvinding van het internet, zaten deze mensen waarschijnlijk alleen woedend tegen zichzelf te mompelen. Tegenwoordig buitelen de dichters en aanverwante zielen over elkaar heen en spelen daarbij niet zelden op de man. Men sen die elkaar vanuit hun veilige loopgraaf achter de computer in de huiskamer uitschelden. In 2005 was er veel te doen over een essay van Bas Belleman, die zich af vroeg wat poëzie voorstelde in deze wereld: 'Doet poëzie er nu eindelijk toe?' Er waren verschillende kam pen, het ene was traditioneel (poëzie is persoonlijk en roept emotie op), de ander was 'modern' en had een politieke agenda (poëzie is niet per soonlijk maar een weerspiegeling van de maatschappij, 'ontregelend' en 'verontrustend'). Een van de stemmen die opviel was Jeroen Met tes. Hij hoorde in het laatste kamp, hij speelde niet op de man maar was al tijd inhoudelijk en vaak ook geestig en scherp. In dezelfde periode begon hij een ei gen weblog, waarbij hij zich ten doel stelde het aanbod van nieuw versche nen dichtbundels te bespreken in al fabetische volgorde: hij begon bij An ne van Amstel en ging zo verder. Mettes werd uitgenodigd redacteur te worden van Yang (een literair tijd schrift uit Vlaanderen) en hij debu teerde zelf met enkele gedichten in het tijdschrift Parmentier. Op 21 september 2006 - met zijn pro ject was hij gekomen tot de G van Piet Gerbrandy - stond er een lege posting op zijn blog. Daarop reageer de iemand die zich 'zijn beste vriend' noemde met het bericht dat Jeroen Mettes, 28 jaar oud, zich van het leven had beroofd. Het was een korte, geëmotioneerde tekst die rep te van een tragedie in de privésfeer: zowel zijn moeder als zijn tante - die daarna voor hem moest zorgen - wa ren jonggestorven. Daarna was zijn leven een gevecht geweest tegen de pressies en daar had niemand van zijn lezers op internet iets van ge merkt, ook al omdat er maar een paar mensen waren die hem echt kenden. Nu, bijna zes jaar later, verschijnt een uitgave in twee delen met zijn verzamelde blogs en essays, en zijn eigen gedichten. Sprankelend is deel 1, met de beschouwingen over poëzie. Daar leren we een erudiet schrijver kennen met uitgesproken ideeën.Het engagement spreekt ook uit zijn eigen prozagedicht N30+, dat bijna het hele boek beslaat. Het is misschien nog eerder een gedicht in romanvorm. De wereld als nachtmer rie, zo zou je dit gedicht, of deze tekst, het best kunnen beschouwen. In de Volkskrant verscheen kortgele den een portret van Mettes, waarin details over zijn leven naar voren kwamen. Na de dood van zijn moe- der had hij zich afgezonderd in de tuin, waarna hij al zijn zelfgetekende stripalbums in een ijzeren blik deed en verbrandde. Dat is een beeld dat ik nooit zal vergeten.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2011 | | pagina 17