JELLE BRANDT CORSTIUS
spectrum 6
Zaterdag 2 juli 2011
foto ANP
Soms lijkt het hem heerlijk op
een vast tijdstip op kantoor te
moeten verschijnen. Met de
trein naar je werk, de stations
trappen af als onderdeel van de
forenzenmassa. Kopje koffie. Maar hij staat
dan ineens in Alaska in een walvis te hak
ken. Eén grote glibberpartij. Wat je al niet
doet om het vertrouwen te winnen van de
plaatselijke bevolking. „Terwijl alles in je
lichaam zegt: dit deugt niet, dit is een be
dreigde diersoort."
Het was tijdens wat reisschrijver en presen
tator Jelle Brandt Corstius zijn lastigste reis
noemt op de 'schaal van Moeilijke Lan
den'. Met een bevriende fotograaf reisde
hij naar de Inupiat in Alaska, voormalige
nomaden wier leven draait om de walvis-
jacht. Gevoelig onderwerp, dus waren ze
heel argwanend. Er waren wel eerder men
sen geweest die zich uitgaven voor journa
listen. Maar die bleken dan eigenlijk van
Greenpeace te zijn.
'Hé', riep iemand toen de walvis aan land
werd getrokken, 'ben je bang dat die witte
handschoenen van je vies worden?' Oké,
hij dus helpen. Hij kreeg een vishaak in de
handen gedrukt, even later stond hij de
stukken walvisblubber op een pick-up te
gooien. De lucht zit nog steeds in zijn
schoenen. Vanaf dat moment waren zij
'die jongens van walvis nummer twee' en
kregen te zien wat voor rol zo'n walvis
speelt. De hompen gaan naar de kapitein,
drie dagen lang staat zijn vrouw te koken.
Vloeren bedekt met karton, ketels vol
vlees, duizenden kilo's walvis. Als de radio
De presentator
van Zomergasten,
Jelle Brandt
Corstius, reist om
onderweg te zijn.
„Ik vind het hier
leuk, zolang ik
maar een ticket
heb."
door Marjolijn de Cocq
bekendmaakt dat de walvis klaar is, komt
ieder zijn deel halen. 'Muktuk' kreeg hij te
proeven, tijdens de slacht. Een stukje van
de huid, met blubber. Een delicatesse. „Dat
zwarte van de huid is al vies, maar die
blubber is echt niet te harden."
Het doorslikken van vieze hapjes komt in
zijn 'Universele Reisgids voor Moeilijke
Landen', gebaseerd op zijn reportagereizen
door het voormalige Oostblok en Zuid-
Oost Azië. Totaal onvolledig en subjectief.
Maar: „Alleen in het land der blinden is de
Lonely Planet de beste reisgids. Er zijn zo
veel dingen waar je tegenaan loopt."
Zoals die vieze hapjes. En: hoe steek je de
weg over? Hij zorgt dat er altijd een groep
je mensen rechts van hem loopt. „Dat
noem ik mijn buffertje." Als er een auto
doorrijdt, rijdt die in op die mensen. Twee
keer heeft hij het meegemaakt dat er ie
mand over de motorkap vloog. Ook: hoe
koop je iemand om? Hoe ga je om met de
taximaffia op vliegvelden? Welke rij kies
je?
Hij zet koffie in een keuken met tegeltjes
die zo gedateerd zijn, dat ze bijna weer
voor hip kunnen doorgaan. Appartement
je op de derde verdieping, pal achter de
theaterdoos van Carré, hartje Amsterdam.
Schone was aan een rekje in het trappen
huis, kletspraatje met de bovenbuur
vrouw.
Na vijfjaar correspondentschap was
Brandt Corstius klaar met Moskou. Want
wonen in een 'Moeilijk Land' is wel heel
vermoeiend. En er is de afstomping, je
gaat het absurde normaal vinden. „Expats
die langer dan vijfjaar blijven, komen niet
meer terug. Die verbranden hun schepen."
Nu woont hij weer in overzichtelijk Neder
land. De plekken waar hij was, hangen als
grote foto's van de bevriende fotograaf aan
de muur.
Op dag drie van de vijf dagen dat hij uit
Moskou over was voor zijn huizenjacht,
kwam hij hier binnen en was thuis. Maar
het blijft zoeken naar de balans. Grote pro
jecten in het buitenland zijn een tussen
vorm. „Ik vind het hier leuk, zolang ik
maar een ticket heb."
Hij presenteert deze zomer voor de twee
de keer Zomergasten, het leukste en ver
schrikkelijkste zomerbaantje ineen. Het
prestigieuze interviewprogramma van de
VPRO, drie uur live televisie, de hoofdprijs
van de journalistiek. Waar dus ook ieder
een wat van vindt, zoals elke Nederlander
ook bondscoach is.
Waar was hij aan begonnen vorig jaar? Ei
genlijk sloeg het nergens op dat hij Zomer
gasten ging presenteren. Hij was totaal
overwerkt. Had net een reis naar een
'Moeilijk Land' gemaakt, waarna bleek dat
de geheime dienst al zijn beeldmateriaal
had vernietigd. „Soms reed ik naar Almere
in plaats van Hilversum. Of ik stond in de
supermarkt en wist niet wat ik moest ko
pen. Totaal besluiteloos. Terwijl ik nor
maal een soort dictator ben. Het klopte
voor geen meter."
Twee weken erna lag hij op het strand,
met een boek. Een heel klein tochtje, iets
heel onschuldigs, daar zag hij al tegenop.
Als je werk doet dat je leuk vindt, had hij