ontwerper in de war! 27 wonen i wonen@wegener.nl 1 024-3650509 Zaterdag 25 juni 2011 Ooit werden al onze meubels en gebruiks voorwerpen met de hand gemaakt, zeer rijk uitgevoerd voor de happy few en wat gemakkelijker geproduceerd voor het volk. Kabi netten en sofa's waren tot diep in de negentiende eeuw geen ge meengoed. De industriële revolu tie zorgde ervoor dat gebruiksvoor werpen, meubels en lampen ge makkelijker en goedkoper konden worden geproduceerd. Het waren niet langer de ambachtslieden die de meubels ontwierpen, vanaf be gin vorige eeuw bogen architecten en ingenieurs zich over onze huis raad. De technische mogelijkhe den waren vaak leidend en krulle rige opsmuk behoorde tot het ver leden. W.H. Gispen, Ludwig Mies van der Rohe en Le Corbusier sloe gen de trom en legden de basis voor het modernisme. Tot voor kort was die heldere, mi nimalistische en functionele vor mentaal van het modernisme over heersend in de ontwerpwereld. Maar wat een over de kop geslagen economie en een door terreur on veilig gemaakte wereld al niet kun nen doen. Welke pas afgestudeer de student staat nog te trappelen om weer een stoel toe te voegen aan onze overspannen koopwe reld? Veel (jonge) ontwerpers wor stelen met hun rol of houden die op zijn minst tegen het licht. Net als de wereldberoemde Design Academy Eindhoven. De eindexa menshows van die ontwerpschool gelden als belangrijke graadmeters. Vorig jaar presenteerde de oplei ding werk onder de titelWelke rollen heeft de ontwerper van nu, was de vraag. Niet alleen meer die van stoelenontwerper, misschien ook die van onderzoeker, concept bedenker of intermediair? Na een jaar stoeien en debatteren kopte de Academy afgelopen voorjaar ge ruststellend met de leus 'This Way'. De school wist een aantal belangrijke nieuwe rollen te defi niëren: die van verteller, vertaler, innovator en orderverstoorder. Het valt ook niet mee. Het is nog maar een paar jaar geleden dat Marcel Wanders een complete loods in Milaan huurde en vulde met metershoge en brede lampen en klokken. Gek? Misschien, maar het kan nog gekker. De ietwat me galomane en peperdure objecten waren binnen een mum van tijd verkocht. Aan oliesjeiks. Studio Job maakte in datzelfde jaar een metershoge globe, bezet met Swarovski-kristallen. En dat al lemaal ter gelegenheid van de meu belbeurs in Milaan, de plek waar je verwacht te worden bijgepraat over de nieuwste stoelen, tafels en banken voor thuis. Het is nog maar kort geleden dat ontwerpers als popsterren in de meubelstands werden opgewacht door hordes journalisten die met een champagneglas in de hand de diepere gedachte achter de zoveel ste stoel probeerden te ontdekken. Of eigenlijk alleen maar een ap plaus kwamen verzorgen en een handtekening scoren. Zeker voor wie een beetje in de roem was gaan geloven, moet de klap hard zijn geweest. Van popsterrenstatus naar..., ja wat eigenlijk? Wie ben je als zogenoemde designer in een wereld waarin de verkoop van meubels tot een dieptepunt is ge kelderd? Terug naar start, werkt altijd ver helderend. Veel ontwerpers her ontdekten het ambacht de afgelo pen jaren, en daarmee trokken ze ons terug. Want we zweefden ja renlang hoog boven de echte we reld in ons maakbare universum - en vergaten waar onze melk van daan kwam. Sommige ontwerpers lijken hun onzekerheid te verbloemen door zich op te werpen als de redders van de wereld. Design als hét ant woord op het op hol geslagen kapi talisme en consumentisme. Aange spoord door de digitale communi catiemogelijkheden, zien ze zich als crossmediale bruggenbouwers. Maar waar blijven de concrete voorbeeldprojecten van wat de nieuwe designer doet? Zou het niet zinvol zijn als ontwerpers ook eens te rade zouden gaan bij kriti sche denkers uit andere tijden? Neem de Finse ontwerper Kaj Franck, die al in de jaren vijftig druk was en prachtige oplossingen bedacht om ontwerp te democrati seren, en dat ook nog op een mi lieuvriendelijke manier. Of kijk eens, nog dichter bij huis, naar het werk van Gerrit Rietveld. En dan ineens is daar een hoopge vend en even inhoudelijk als prak tisch initiatief Een club Neder lands ontwerpers neemt het voor touw voor een échte discussie over hun vak. Tijdens de 'activistische conferentie' met de titel 'What de sign can do!' kwamen eind vorige maand maar liefst achthonderd ontwerpers naar Amsterdam om te praten over wat design kan bete kenen in de wereld. Grafisch ont werper Richard van der Laken van Designpolitie is een van de initia tiefnemers. „Een multidisciplinair en internationaal designevene ment ontbreekt in Nederland. Voor mode is er de Fashionweek, voor design de Dutch Design Week en vaak zijn ze erg product- gericht. Wij denken dat design te genwoordig meer gaat over een at titude, of je nu grafisch ontwer per, mode- of meubelontwerper bent." Design niet alleen als franje, maar als een manier van denken om maatschappelijke vraagstukken aan te pakken. Niet de minsten, onder anderen Jurgen Bey, Lidewij Edelkoort en Oliviero Toscani, gin gen met elkaar in discussie, maar ook aan de slag. Zo togen ontwer pers de stad in om stante pede een oplossing te bedenken voor wildge- parkeerde fietsen. Alle ideeën zijn opgenomen in een boek, bedoeld om als handvat te gebruiken. Want 'de tijd van vrijblijvendheid is voorbij', stelt Van der Laken. Kunnen we deze conferentie al vast opnemen in de annalen van de designgeschiedenis, als het mo ment waarop ontwerpers daad krachtig hun nieuwe rol namen? Wordt vervolgd, want ook in 2012 staat een activistische conferentie gepland. Reageren? redactie.wonen@wegener.nl Bertram Rupert en zijn gezin wonen in deze flat in Bogota. foto's RB rende, vrolijke en openminded men sen. Die veel en graag dansen, ple zier maken, gezellige dingen met familie en vrienden doen, die hou den van kleur en muziek en van hun cultuur. Om dat te ervaren, wie Bertram Rupert (31) en Patricia Vargas (38), Saskia (3) en Dalia (2) beroep Eigenaar tourbureau De Una Colombia Tours (www.deunacolom- bia.com/nl), met partner Thomas Doyer eerder Hengelo (O), Haarlem nu Bogota, Colombia (sinds 2004) moet je zelf ook openstaan voor de Colombianen. Toen ik hier acht jaar geleden kwam, met ook die verhalen over armoede en geweld in mijn achterhoofd, heb ik me op recht verbaasd. Over de pracht van het land, maar vooral over zijn mooie volk. Dat heb ik de mensen ook verteld. Dat een buitenlander positief over hun oordeelde, moei te deed om voorbij de vooroorde len te kijken, vonden ze geweldig." Ben jij heel doelbewust naar Colom bia gegaan „In mijn studietijd - ik deed werk tuigbouwkunde in Enschede - heb ik voor het eerst een buitenlandse stage gedaan. Dat is me onzettend goed bevallen. Ik woonde in die periode nog bij mijn ouders en vond het tijd op eigen benen te gaan staan. Een stage in een ver en vreemd land is dan een sprong in het diepe. Ik ben in Amerika ge weest, in 1999, en later in Austra lië. Vooral op het persoonlijke vlak heb ik daar voordeel uitgehaald. Mijn studie vond ik minder, daar lag mijn passie niet. Toen het di ploma binnen was, ben ik gaan werken. Bij Corus, ook omdat ik dan naar het buitenland zou kun nen. Ik heb Zuid-Afrika gezien, maar ik wilde meer. Een lange reis maken, naar Latijns-Amerika. Nog voordat ik gesetteld zou zijn, want met huisje-boompje-beestje in be zit komt dat er niet meer van. Dat had ik al van anderen gehoord, mensen die wel een fijn leven had den, maar ook spijt dat ze nooit die stap hadden durven zetten om eerst wat van de wereld te zien." Dat was voor jou het laatste duwtje? „Ik ben eerst naar Ecuador gegaan. Drie maanden geweest, gewoond bij een lokale familie. Om de taal te leren en de cultuur te leren ken nen. Toen kwam de uitnodiging van een vriendin, een werkneem ster van Corus. Ze stuurde me een e-mail: of ik kerst en oudjaar met haar zou willen vieren in Bogota, Colombia. Dat land stond niet op mijn reisplanning, maar ik ben ge gaan. Een maandje, zei ik tegen mezelf. Dan weer verder, naar Chili, Peru, Bolovia. Het liep an ders. Ik kwam Thomas tegen op mijn reis richting Bogota, een Ne derlandse backpacker. We waren beiden onder de indruk van Co lombia. En eigenlijk tegelijkertijd ontstond bij mij het gevoel, dat gaandeweg ook sterker werd, om langer op één plek te blijven." Jij en Thomas runnen nu samen een reis- en tourbureau in Bogota. „We zijn klein begonnen. Mijn lap top liet ik uit Nederland overko men, het internetcafé was het 'kan toor'. Nu hebben we acht mensen in dienst en een kantoor -100 vier kante meter, voor 40.000 euro ge kocht, in een complex bij het cen trum. Je kunt dus zeggen dat het goed gaat. Na de eerste geslaagde tours en goede recensies op onze website, is het steeds beter gaan lo pen. Nederlanders, Australiërs, Amerikanen, zelfs de Colombia nen zelf, weten ons nu te vinden." En je hebt je huisje-boompje-beestje. „ja, én in de goede volgorde: na het reizen! Ik ben getrouwd met Patricia, een Colombiaanse. We hebben samen twee dochters: Saskia en Dalia. Het mooie is dat Colombianen houden van namen die eindigen op een 'a', en deze twee klinken nog Nederlands ook. We hebben bovendien ons eigen appartement, ja, ik zit prima!" >>-ji Reageren en aanmelden? redactie.wonen@wegener.nl -TT-rjfr

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2011 | | pagina 95