zeeland 129
Havens en industrie: unieke combinatie!
Lessen uit het Zeeuwse verleden
Traplift huren?
Stannah
te gast
te gast
Alleen bij de beste!
zaterdag 25 juni 2011
®»©®®®®e
door Roel Adria
door Roel Adriaansens, voorzitter en Wies Saman, secretaris Brabants-Zeeuwse Werkgeversvereniging BZW Zeeland (VNO-NCW)
Onze moderne econo
mie moet het niet lan
ger hebben van indus
trie en havenactivitei
ten. Eerder zou een oriëntatie op
internationale kennisnetwerken,
creatieve industrie en ict-technolo-
gie naast toerisme en agrarische ac
tiviteiten de toekomst hebben.
Streven naar economische groei
en uitbouw van sectoren waar je
sterk in bent, havens en industrie,
is een ouderwetse benadering-
Dat is een opvatting die wij vaak
tegenkomen als het over de toe
komst van de Zeeuwse economie
gaat. Maar niets is minder waar.
Met dergelijke vergezichten wordt
naar onze mening voorbijgegaan
aan de werkelijke betekenis van de
ze sectoren voor de Zeeuwse eco
nomie, nu maar ook in de toe
komst. Natuurlijk weten wij ook
wel dat de directe werkgelegen
heid in de industrie per euro geïn
vesteerd vermogen de neiging
heeft om in de loop van tijd af te
nemen. Maar bij die ontwikkeling
moeten we ons dan wel realiseren
dat industrie, en zeker logistiek, in
middels uiterst efficiënt georgani
seerde sectoren zijn, waar alles wat
niet tot de core business en compe
tentie van bedrijven wordt gere
kend wordt uitbesteed. Niettemin
houden die. activiteiten, waar ve
len hun dagelijkse boterham mee
verdienen, rechtstreeks verband
met de aanwezigheid van havens
de Kanaalzone zijn niet toevallig
economische kerngebieden van
Nederland. Dat heeft alles te ma
ken met een gunstige ligging aan
diep vaarwater en met goede ach
terlandverbindingen (spoor, weg,
water, de zogenoemde trimodali
teit), beschikbaarheid van energie,
water en korte lijnen met overhe
den, en nabijheid van andere
groot-industrie in Antwerpen,
Gentse kanaalzone en Rotterdam.
En vooral ook: een breed draag
vlak daarvoor onder de bevolking,
inclusief voor de nucleaire indus
trie van Borsele.
Onze visie was en is nog steeds sa
men te vatten in een beperkt aan
tal hoofdpunten:
-Economische groei
-groei van de beroepsbevolking
door goede extra arbeidskrachten
van elders aan te trekken
- bevordering van "quality of life"
-betere bedrijfsterreinen
-optimale verbindingen, zoals
spoor van de Axelse industrieter
reinen naar Zelzate, directe spoor
verbinding Sloegebied Antwer
pen, autoweg Goes-Gent, een nieu
we grote zeesluis in Terneuzen en
optimalisering van de Midden Zee
land route.
-samenwerking van de havenbe
drijven van Rotterdam, Zeeland,
Gent en Antwerpen
-Zeeland als vooraanstaand "ener-
gieland" met biobased- en wind
energie en kernenergie
-Sterke steden met aantrekkelijke
woongebieden en voorzieningen.
- Een krachtige overheid (beleids-
continuïteit en berekenbaar-
heid)als partner van de bedrijven.
Zeeland moet niet in de val trap
pen van onheilsprofeten die van
buitenaf oordelen vellen vanuit
een grenzeloos onbegrip en tome
loze minachting voor industri-
eel-logistieke activiteiten.
Wij prijzen ons gelukkig met het
feit dat het college van gedeputeer
de staten in zijn beleidsprogram
ma "Stuwende Krachten" de focus
heeft gelegd op economische groei
en de ontwikkeling naar grootscha
lige containerisatie daarin een pro
minente plaats heeft gegeven. Veel
beter dan Antwerpen is de haven
van Vlissingen gepositioneerd om
de allergrootste containerschepen
moeiteloos te accommoderen. In
middels kunnen er ook de talloze
mogelijkheden benut om een toe
ristisch product te ontwikkelen
dat de hedendaagse toerist aan
spreekt.
Wij denken dat op deze manier
een veel realistischer en aantrekke
lijker toekomstbeeld van de
Zeeuwse economie is geschetst,
dan waartoe sommige wetenschap
pers na vijfjaar studie toe in staat
bleken. Het zal in ieder geval een
provincie zijn waarin de nieuwe
generatie, waarvan Zeeland de aan
wezigheid zo hard nodig heeft,
zich zal kunnen herkennen.
en industrie in Zeeland. Dat is in
directe werkgelegenheid, recht
streeks afhankelijk van de aanwe
zigheid van deze sectoren. In de
provincie Zeeland wordt op deze
manier nagenoeg 50 van de toe
gevoegde waarde in de regionale
economie gerealiseerd.
Voor ons waren deze overwegin
gen aanleiding om een visie op de
economie van deze regio op lange
termijn (2030/2040) te formule
ren. Deze visie, Ambities in Ba-
.lans, sloot, en sluit nog altijd, aan
op de sterke punten die de Zeeuw
se economie heeft. Sloegebied en
De Maersk Enfield vol met containers op de Westerschelde.
foto Adri van de Wege
door Tobias van Gent, historicus en Statenlid voor de WD
Een van lastige politieke
vraagstukken is om een
duidelijke visie te ontwik
kelen voor de toekomst
van Zeeland. In de PZC van 14
april en 21 juni doen de Utrechtse
wetenschappers Wijnand Mijn-
hardt en Paul Brusse voorkomen
dat de oplossing simpel is: de
Zeeuwen moeten zich richten op
toerisme en landbouw. Zij baseren
deze uitgesproken aanbeveling
voor de toekomst op hun onder
zoek naar Zeeland tussen 1750 en
1850.
In mijn hoedanigheid als politicus
en als historicus twijfel ik echter
sterk of het Zeeuwse verleden een
betrouwbare sturing kan geven bij
keuzes voor de toekomst. Als het
provinciebestuur hierbij ook nog
eens de periode 1750 tot 1850 als re
ferentiepunt zou nemen, valt er
weinig voorspoed of optimisme te
verwachten. Want Zeeland zat
toen immers in een neerwaartse
spiraal van stagnatie en verval.
Nuances ontbreken ook vaak in de
vergelijking van het verleden met
het heden en appels worden al
snel met peren vergeleken. Zo stelt
Brusse dat het toerisme vanaf 1795
op gang zou zijn gekomen. In die
tijd was reizen voor je plezier ech
ter alleen voor de elite weggelegd.
Dat is toch iets totaal anders dan
het massatoerisme dat zich pas na
1950 ontwikkelde. Zeeland was in
de door de auteurs onderzochte
periode zeker nog geen populaire
vakantiebestemming.
Kwalitatief hoogwaardige recreatie
heeft in Zeeland zonder meer per
spectief, zeker op het gebied van
watersport en cultuur. Maar onze
provincie zou niet al haar kaarten
enkel op het toerisme moeten zet
ten. Toerisme levert maar een be
perkte hoeveelheid banen op. Ook
lijken de groeimogelijkheden van
verblijfsaccommodaties niet onbe
grensd.
Het valt overigens op dat vooral de
afnemers van het toeristische pro
duct, de mensen van buiten Zee
land, het luidst adviseren dat de
toekomst voor onze provincie vrij
wel uitsluitend in recreatie zou lig
gen. Ook landbouw wordt door
Brusse genoemd, wat zonder
meer eeuwenlang een belangrijke
economische pijler in Zeeland is
geweest. De agrarische sector is al
lang niet meer de banenmotor die
het ooit was en moet nu concurre
ren op de wereldmarkt.
De beide historici spreken zich
ook onomwonden uit tegen de
bouw van de WCT. Volgens Mijn-
hardt kijken de provinciale be
stuurders hierbij te veel naar de
17e eeuw. Ik heb echter nog geen
van de voorstanders voor de WCT
horen zeggen dat door de aanleg
van de containerhaven de gouden
tijden van weleer zouden wederke
ren. Het moet veel meer gezien
worden als een doorontwikkeling
van de moderne zeehavens die
vanaf de jaren zestig in de vorige
eeuw zijn ingericht. Dat de ont
wikkeling van het Sloegebied wei
nig geslaagd zou zijn, zoals Mijn-
hardt en Brusse beweren, kan toch
geen conclusie zijn van hun studie
naar de Zeeuwse geschiedenis tus
sen 1750 en 1850 en wordt ook te
gengesproken in Brusse's eerdere
boek over de economische geschie
denis van Zeeland tussen
1800-2000.
Terugkijkend is het ook maar ge
lukkig dat er nog geen politieke
partijen bestonden die uit mi
lieu-overwegingen de bouw van
het Havenkanaal naar Middelburg
onmogelijk hebben gemaakt. Ik
schrijf bewust het woord 'geluk
kig' omdat de meeste historici het
er over eens zijn dat de aanleg van
dit kanaal van cruciale betekenis is
geweest voor de ontwikkeling van
Middelburg en Zeeland als belang
rijk centrum in de internationale
wereldhandel. Deze handel heeft
Zeeland meer dan twee eeuwen
grote welvaart gebracht.
Historici willen natuurlijk maar al
te graag verkondigen dat hun stu
dies ook een grote relevantie heb
ben voor huidige maatschappij.
Men zou echter terughoudend
moeten zijn om op basis van histo
risch onderzoek stellige uitspraken
te doen over de toekomst.
meBMW«a»8mw»WB
Informeer mij vrijblijvend over de ED buitentraplift
I EU traplift rechte trap Q traplift met 1 of 2 bochten
1 (Dhr/Mevr)
C€H
O
BEL GRATIS 0800-0228-700 (toestel 2324)
www.stannah.nl - info@stannah.nl
's Werelds meest gekozen en gewaardeerde traplift.
De fiscus betaalt mee, ook bij huur!
Adres
PC
Plaats
Telefoon
Afd2324
Opsturen in een envelop zonder postzegel naar: Stannah
i Trapliften B.V., Antwoordnummer 17006, 2170 VB Sassenheim.