Kunstmatige organen ontwikkelen
Een huis dat met je meedenkt
Storm, regen en wind beïnvloeden
Steden op maat voor ouderen
'Met de vergrijzing en andere maatschappelijke ontwikkelingen
hebben we in de toekomst veel innovatieve producten nodig'.
woensdag 22 juni 2011
Net zoals nu is er ook over twintig
jaar een tekort aan orgaandonoren,
terwijl de vraag ernaar toeneemt.
Maar in de toekomst heeft de tech
niek het probleem ingehaald. Weef
sels en organen kunnen dan wor
den gekweekt.
Een orgaanontwikkelaar heeft een
moeilijk en uitdagend beroep: het
maken van kunstmatige organen.
Daarvoor worden stamcellen ge
kweekt, waarvan weefsel wordt ge
maakt. De organen worden 'op
maat' gemaakt, speciaal voor een
bepaalde patiënt. Zelfs een comple
te kunstmatige arm kan worden
ontwikkeld. Ieder lichaam is an
ders, dus er gaat veel onderzoek
aan de transplantatie vooraf om te
voorkomen dat het lichaam het im-
plant-orgaan afstoot.
Wie organen ontwikkelt, werkt
vooral in het laboratorium. De vol
doening zit 'm in het creëren van
complexe materie waar levens mee
worden verbeterd of zelfs gered.
Comfort blijft ook in 2030 belang
rijk. We hebben een druk leven en
willen dat zo efficiënt mogelijk in
richten. Dus erachter komen dat er
geen melk meer is terwijl je net
boodschappen hebt gedaan, of moe
ten wachten tot het bad volloopt,
is er straks niet meer bij.
Personal environment specialisten zor
gen ervoor dat je huis precies weet
waar jij behoefte aan hebt. Een aan
gename temperatuur in de woon
kamer als je thuiskomt van je
werk, of een warm bad dat klaar
staat bijvoorbeeld. En je krijgt een
berichtje van je koelkast als er in
grediënten voor je avondeten ont
breken. Daarvoor zitten allerlei sen
soren verstopt in je huis, die met el
kaar kunnen communiceren.
Iemand die de leefomgeving van
mensen regelt, moet verstand heb
ben van computerprogrammering.
Maar je moet je ook goed kunnen
inleven in hoe mensen leven en
wat hun behoeftes zijn.
Het begon met de Olympische Spe
len in Peking in 2008. De openings
ceremonie verliep zonder een spat
regen - en dat in de normaal zo nat
te maand augustus. Het was geen
toeval, maar techniek: in een cirkel
rond Peking werd met raketten zil
verjodide de lucht ingeschoten, zo
dat wolken 'leeg' waren nog voor
dat ze de stad bereikten.
Anno 2030 wordt deze techniek
overal ter wereld toegepast, om
oogsten te laten slagen of evene
menten niet in het water te laten
vallen. Maar weerbeïnvloedings-
technieken worden ook gebruikt
om meer zonne-energie of wind
energie op te wekken.
Omdat het weer een wereldwijd
verschijnsel is, kan een modificatie
invloed hebben op het weer aan de
andere kant van de oceaan.
Het spannendst is het als de wea
ther modification manager, oftewel de
weersbeïnvloeder, wordt opgeroe
pen om met spoed een storm af te
zwakken die richting dichtbevolkt
gebied gaat.
De vergrijzing zet door en in 2030
zijn de babyboomers bejaard. Meer
dan een kwart van de Nederlandse
bevolking is dan 65-plus. Dat
vraagt om aanpassingen in de open
bare ruimte. De geriatrisch stads-
planoloog maakt steden geschikt
voor ouderen.
Elke leeftijdsgroep heeft zijn be
hoeften, wensen en eisen. Ouderen
hebben vaker lichamelijke beper
kingen, maar ze hebben ook veel
vrije tijd. De geriatrisch stadsplano-
loog houdt zich dus vooral bezig
met thema's als veiligheid en re
creatie. Dus: veel bankjes, lagere
stoepen, voetgangersstoplichten
langer op groen en genoeg straat
verlichting. Maar ook overdekte
parken die je in de zomer én win
ter kunt bezoeken, en rustige hore
cagelegenheden.
Dit beroep is behalve technisch
ook creatief en sociaal: een geria
trisch stadsplanoloog bedenkt en
ontwerpt voorzieningen en heeft
ook veel contact met ouderen en
andere belanghebbenden.
Beatrice Boots, Platform Bètatechniek
Een orgaanontwikkelaar aan het werk. illustraties Bart Bus
Techniek vroeger
In de toekomst weet ons huis precies wat we willen en wanneer.
Weersbeïnvloeders proberen stormen af te zwakken.
Er komen steeds meer ouderen en die hebben speciale behoeften.
Werd er vroeger ook nagedacht
over toekomstberoepen? De stich
ting Toekomstbeeld der Techniek
(STT) doet al sinds 1968 onder
zoek naar de toekomst van tech
niek en maatschappij.
In de jaren tachtig werd iet (infor
matie- en communicatietechnolo
gie) nog micro-elektronica ge
noemd.
Toen de eerste bedrijven een com
puter gingen gebruiken, was dat
vooral voor het maken van databa
ses en later voor het tekstverwer
ken. Dit werd gedaan door data-
typistes, een beroep dat nu vrijwel
is verdwenen.
Ook werden computers ingescha
keld om processen te automatise
ren. Bijvoorbeeld in de tuinbouw
voor het waterbeheer in de kassen.
Dat computers ook op grote
schaal thuis zouden worden ge
bruikt, kon men toen nog niet ver
moeden.
Techniek heeft een eigen dyna
miek, stelt Hans van der Veen van
STT. Het is moeilijk te voorspellen
wat mensen ermee doen, want ze
gebruiken een uitvinding ook voor
dingen waar die niet voor was be
doeld. Hij noemt sms als voor
beeld. „Een berichtensysteem had
je op de autotelefoon ook al, maar
die was voor waarschuwingen."
Over de toekomst van de techniek
was men in de tachtiger jaren ver
deeld. Er was een groep die dacht
dat techniek onze 'redding' zou
zijn en dat alles beter zou worden.
Anderen zagen de snelle opkomst
van techniek juist als het begin van
het einde.
Naar de toekomst kijken deden
overheden en bedrijven niet zo
veel in die tijd, het ging vooral om
groei en ontwikkeling van de tech
niek zelf. Nu kijken we meer naar
de toekomst omdat maatschappe
lijke factoren als privacy, vergrij
zing een rol zijn gaan spelen.