spectrum De Yerseke Moer is zout en nat Smikkelen en genieten van het buitengebied Zaterdag 18 juni 2011 Een natuurgebied veilig stellen door aankoop is één ding; zorgen dat de natuurwaarden in stand blijven een tweede. Dat is in de 75-jarige geschie denis van Het Zeeuwse Landschap maar al te vaak bewezen. Een sprekend voorbeeld vormt de Yerse ke Moer; één van de echte paradepaardjes onder de Zeeuwse natuurreservaten. Toen halverwege de jaren '70 de plannen voor de vor ming van een groot natuurgebied in de Yerseke Moer, vaste vorm begonnen te krijgen, was dat voor menig een, onder wie schrijver dezes, maar een onwennig idee. Waarom zou je gewoon boerenland, waar ook nog eens nauwelijks bomen en struiken stonden, bestem men tot natuurgebied? Zeker, er zaten veel kieviten, leeuweriken en tureluurs, maar die had je toen nog overal. En zoutplanten als zeekraal en schorrenkruid binnendijks waren voor iedereen die zich met de wilde flora bezighield vanzelfsprekende verschijningen in de Zeeuwse polders. Wat een geluk dat er toen mensen waren met visie op het bijzondere karakter van dit landschap èn met een vooruitziende blik over hoeveel van de toen nog van zelfsprekende natuur van het boerenland verloren zou gaan. Alle bevreemding van 35 jaar geleden ten spijt is iedereen het er tegenwoordig over eens dat de Moer één van onze meest waardevolle oude natuur- en cul tuurlandschappen is. Een levend geschiedenisboek van het ontstaan van het Zeeuwse landschap. Zout en nat. Dat zijn als het om de natuurwaarden van de Yerseke Moer gaat de twee kernpunten waar alles om draait Of je nu praat over de bijzondere zoutvegeta- ties, de broedende weidevogels of de talrijke overwinte rende watervogels. Bij de Landinrichting in de jaren '80 werd dan ook alles op alles gezet om te zorgen dat het natte karakter van het gebied behouden bleef. Dat ge beurde vooral door voorzieningen aan te brengen die voorkwamen dat het zoute kwelwater weg kon stro men naar de omgeving van het reservaat. Dammetjes en stuwen zorgden voor een van het omringende land bouwgebied gescheiden waterhuishouding. Althans, dat dachten we. Maar toch werd een sluipende maar onmiskenbare achteruitgang van de natuurwaar de gesignaleerd. Zoutplanten deden het ietsiepietsie minder en de - dankzij veranderd beheer optredende - toename van weidevogels stagneerde. Een uitgebreid hydrologisch onderzoek bevestigde wat aangrenzende grondeigenaren ook al in de gaten hadden. De zoute kwel, in feite de levensader van het gebied, kwam niet langer aan de oppervlakte in het reservaat, maar in de enclave tussen het reservaat en het Kanaal door Zuid-Beveland, dat als brongebied fungeerde. De boe ren, die daar allerminst op zaten te wachten kregen het kwelwater dat in het reservaat onontbeerlijk was. Kwel kiest de weg van de minste weerstand en in het agra risch gebied waar het waterpeil drastisch gedaald was, was veel minder tegendruk dan in het reservaat waar de waterstand zo veel mogelijk op peil gehouden was. Toen dat eenmaal duidelijk was, was de oplossing snel gevonden. De enclave tussen het kanaal en het reser vaat werd toegevoegd aan het natuurgebied. Voor de boeren geen al te zware aderlating, omdat het door de optredende kwel voor de landbouw eigenlijk maar mar ginaal geschikt was. Na de verwerving werd het water peil in de weiden langs het kanaal flink omhoog ge bracht en dat zorgde ervoor dat de kwel weer terecht kwam waar die zo vurig gewenst werd: in de zoute wei den van het reservaat De moraal van het verhaal is dui delijk: in waardevolle natuurgebieden moet je perma nent de vinger aan de pols houden door onderzoek van de flora en fauna. Pas dan heb je een redelijke garantie dat je tijdig negatieve ontwikkelingen ontdekt om ver volgens de noodzakelijke maatregelen te treffen. foto Sylvia Tuinder Als je langs de Biggekerkse Watergang wandelt, ruik je de zoete geur van de kamille. Het geelwitte bloempje groeit volop langs de oevers. Een wandeling zo langs de akkers biedt een nieuw perspectief op het bui tengebied. Inspanningen van vrijwilligers, maken dat wandelaars verder kun nen komen dan voorheen. Walcheren biedt inmiddels een Domburgse Water gang om langs te wandelen, een Westkapelse Watergang en nu ook de Bigge kerkse Watergang. Lopen over boerenland kan niet zonder de medewerking van boeren. Vrijwilliger Joke de Witte heeft verkennend werk gedaan en met boeren gesproken om aansluiting te zoeken voor Wandelnetwerk Walcheren vanaf Middelburg richting Biggekerke. Het was niet moeilijk om Adwin Dek ker - biologisch groenteteler - zover te krijgen, hij was direct enthousiast over een wandelpad over zijn land. Zijn erf Bioduin is een aanwinst, want passan ten kunnen bij de boerderijwinkel hun inkopen doen. Smikkelen van eco-aard- beien en -frambozen en gelijktijdig genieten van de frisse buitenlucht en histo rische elementen. Een prachtig vooruitzicht voor ieder die een nieuwe beleve nis zoekt op het Zeeuwse land. Nu is het bewegen langs venkel en rode snij- biet, maar dat is elk seizoen weer anders. Paden aanleggen, dammetje hier en daar, gras zaaien, bewegwijzering aanbrengen en SLZ heeft samen met grondei genaren en terreinbeheerders weer gezorgd voor een nieuw stukje wandelnet werk. Vandaag is de opening van dit deel van het wandelnetwerk op Walche ren. Ieder is welkom om elf uur op Bioduin. Het biologische bedrijf aan de Per- duinsweg 3 in Koudekerke is de hele dag open voor bezoekers. Een leuke tip voor vaderdag: Landschapsbeheer Zeeland verkoopt daar voor belangstellen den van streekeigen erven Een gids voor instandhouding en herstel van de kleine histo rische elementen, geschreven door een van haar vrijwilligers, Frans Rothuizen. Wandelen langs de Biggekerkse Watergang.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2011 | | pagina 88