Ruygh is ook in beeld voor de Tour sport 133 CRITERIUM DU DAUPHINE Sprinter John Degenkolb wint tweede etappe ADVERTORIAL Jelle en Anton: Vastberaden met soepele tred t I J I -1 Wie wordt de iX opvolger van TT Tyler Farrar? Patrick Tolhoek: directore ciclisimo woensdag 8 juni 2011 door Patrick Delait LYON - Terwijl etappewinnaar John Degenkolb (HTC) in het Gymnase Jean Généty de pers al te woord stond, reed Rob Ruygh in Lyon als nieuwe leider in het jon- gerenklassement naar de teambus van Vacansoleil. Voor de tweede dag op rij was de 24-jarige Limbur ger de beste Nederlander op een aankomst bergop. Na zijn achtste plaats in Saint-Pier- re-de-Chartreuse, waar Ruygh op een col van de tweede categorie in het spoor bleef van de klasse mentsrenners, sprintte hij zich op de lastige finish in Lyon naar de elf de plek. Daarvoor had Raborenner Maarten Tjallingii de rit gekleurd met een lange ontsnapping. Het verrassend sterke optreden van Ruygh in de Dauphiné kan binnen de ploegleiding van Vacan soleil nog voor stevige debatten zorgen als de definitieve Tourselec tie moet worden gemaakt, voor spelde ploegleider Michel Cornelis- se. Hoewel zijn naam voorkomt op de lijst van dertien voorgeselec teerde renners voor de Tour, moet Ruygh in het najaar in principe eerst leergeld betalen in de Vuelta. In zijn huidige vorm is het echter niet onmogelijk dat het rondede buut van de kleine klimmer voor uit wordt geschoven. „Van mij mag Rob de Tour rijden. Als ie mand er zo ver bovenuit steekt, moet je het risico durven nemen. Acht renners zijn bij ons zo goed als zeker van de Tour. Voor de ne gende plek komt Rob zeker in aan merking", aldus Cornelisse. Hoewel het zware klimwerk in de Dauphiné nog moet komen, heeft Ruygh zich onmiskenbaar laten gelden. Na een mislukt avontuur bij de opleidingsploeg van Rabo bank had de renner zich twee jaar geleden al verzoend met het einde van zijn carrière. Het aanbod om bij een kleine Limburgse amateur- ploeg te komen rijden, bleek de reddingsboei. Van rondjes rond de kerktoren heeft hij zich in zijn tweede seizoen bij Vacansoleil op gewerkt tot een renner met klasse mentsambities in de grote rondes. In de Dauphiné, waar vandaag in Grenoble een tijdrit over 42,5 kilo meter wordt verreden, staat Ruygh nu negende op 29 secon den van leider Alexander Vinok- ourov. Het verleidt de Limburger niet tot stoere uitspraken. „Ik blijf het van dag tot dag bekijken. Dat ik een kandidaat ben voor de Tour is mooi meegenomen. Nu al de Tour mogen rijden, zou optimaal zijn", aldus Ruygh, die bij Vacanso leil deel uit maakt van een getalen teerde lichting. Streekgenoot Wout Poels deed eer der dit seizoen van zich spreken in Tirreno-Adriatico. Het beleid van Vacansoleil om relatief onbekende renners kansen te geven werpt vruchten af, meent Michel Corne lisse. Naast Ruygh en Poels heb ben ook Pim Ligthart, winnaar van de Hel van het Mergelland, Thomas de Gendt, sterk op dreef in Parijs-Nice, en Martijn Keizer al bewezen dat ze hun plaats in het peloton meer dan waard zijn. Hun doorbraak is voor een groot deel het werk van Cornelisse, fluis teren de renners. Pim Ligthart: „Michel geeft ons veel vertrouwen. Als hij denkt dat ik een etappe kan winnen, dan zegt hij het drie keer bij het ontbijt en nog eens vijf keer in de teambus. Michel is zo overtuigend dat je wel in jezelf moet gaan geloven." Enthousiasme is volgens Cornelis se dé sleutel tot succes. „Je moet goed met die jongens omgaan. Ik denk dat ik dat kan. Zelf had ik als renner heel andere ploegleiders. Als Peter Post of Cees Priem op de kamer kwamen, brak het zweet me uit. Dat is niet het gevoel dat je nodig hebt om te presteren." Zijn ontspannen aanpak zou niet bij alle ploegen werken, geeft Cor nelisse toe. Het feit dat er bij Va cansoleil zelden met een echte kopman wordt gereden, schept kansen. „Onze renners krijgen de vrijheid om zich te tonen. Dat is in het profpeloton bijna uniek." John Degenkolb schreeuwt het uit, nadat de Duitser in de sprint iedereen zijn hielen heeft laten zien. foto Laurent Cipriani Anton Bitter is de man van het wedstrijdsecretariaat. Dat doet hij al vanaf 1990. Hij herinnert zich nog zijn eerste programma in dBase 3 plus om de startlijsten, uitslagen en klassementen te verwerken. Nu gebeurt dat een stuk geavanceerder. Jelle Gemer is facilitair manager. Hij houdt zich bezig met de logistiek op de start- en aankomstplaatsen, het vipgebeuren, de catering en de persconferentie. Jelle:"Door al die jaren mee te draaien heb ik een aardig beeld van dit mega-evenement. Ook het samenwerken met het bestuur en mannen als Kees Bal en Patrick Tolhoek is inspirerend. Anton, aanvullend:"Na afloop ben je trots als alles vlekkeloos is verlopen. Een juryrapport met alleen maar positieve punten zie ik. als beloning voor een heel jaar werken en vergaderen. Ervaring is belangrijk maar elke aflevering biedt nieuwe uitdagingen. Jel!e:"Dit jaar ging het wat stroperiger dan andere jaren. Vooral het werven van de broodnodige vrijwilligers ging wat moeilijker. Maar daar staat het mooie deelnemersveld en de proloog in Vlissingen tegenover. De Vlissingse boulevard is natuurlijk een gewel dige blikvanger." Anton somt de geweldige winnaars van de afgelopen jaren op dje bewijzen dat alleen de echte toppers met de overwinning aan de haal gaan. Favorieten Dat brengt het gesprek op favorieten. Jelle:"Wat de wedstrijd betreft: Tyler Farrar een van de snelste finishers die ook nog een bijzonder hartelijk mens is. Wielrennen is mijn favoriete sport. Met mijn vrouw Marjolein ben ik een fanatieke liefheb ber van de racefiets en mountainbike. Ik zie het wielrennen als metafoor voor het leven. Je moet het echt zelf doen, de elementen trotseren en veel afzien." "Mijn favoriet,"zegt Anton Bitter "is mijn mooie dochter Lisa die twee keer ron demiss is geweest. Dan is het genieten als vader -om op een afstandje- met gepaste trots je dochter in die functie te zien optreden." Doorgaan met bestuurlijke functie? Jelle: "Voor mij is dit geen definitief afscheid, wel voor hoofd sponsor DELTA, die na jaren van trouwe inspanning een andere weg inslaat. Momenteel zijn we achter de schermen druk bezig om volgend jaar weer een evenement van dit kaliber te organiseren." Anton: "In de huidige voiTn zullen we de DELTA Tour Zeeland niet meer terug zien. Het is nog koffiedik kijken of we als zelfstandige ronde met een nieuwe hoofdsponsor verder zullen gaan of dat we gaan participeren in een 3-daags evenement onder auspiciën van de ASO, die onder meer de Tour organiseert. Belangrijk is dat de expertise, die in de loop der jaren door de comitéleden is opgebouwd, behouden en benut blijft." Jelle en Anton klinken vastberaden, ze zullen met soepele tred hun werk voor deze laatste editie doen. Onlangs was hij nog gastheer voor Vacansoleil in de Giro. Nu is hij voor V.l.n.r. Ronald Apers. Patrick Tolhoek en Jelle Gemer de tweede keer koersdirecteur van de DELTA Tour Zeeland. Over die functie zegt de Yersekenaar: "Je zit als een spin in het web. Er zijn tijdens I de koers contacten met de politie- j escorte, de wedstrijdleider, de jury en het organisatiecomité. Van tevoren zijn er afspraken gemaakt die nageleefd moeten wor den. Soms blijkt ingrijpen noodzake lijk om de veiligheid van toeschouwer en renner te waarborgen. Vorig jaar stond er een trein stil op de spoor wegovergang bij Krabbendijke. Met de wedstrijdjury, politie, organisatie en parkoersbeveiliging is er dan top- overleg." Oud prof Patrick Tolhoek, die twee keer de Tour de France reed, heeft bij zijn functie als koersdi recteur veel aan zijn kennis en inzicht uit zijn actieve wielerperiode. Hij is in de koers de man van het overzicht die het goed kan verwoorden en altijd een duidelijke mening heeft. Over deze laatste ronde zegt hij:"Natuurlijk is het jammer dat een internationale profkoers van de Zeeuwse bodem verdwijnt. Velen zijn door initiatie ven als deze geïnfecteerd met het wielervirus. Van een peloton met glimmende benen, blinkende fietsen en een stoet ploegleiderwagens met rëservefietsen en meertonige claxons gaat een magische kracht uit. Ik hoop daarom ook dat aan deze profronde een waardig vervolg gegeven zal worden."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2011 | | pagina 33