bestaat niet meer
ii spectrum
Zaterdag 4 juni 2011
Een inwoner
van Sarajevo
verschuilt
zich achter
een bus voor
sluipschut
ters tijdens
het beleg
van de stad.
foto Morten
Hvaal/AP/CPD
onder protest gingen ze terug naar oma in
de binnenstad. Liever dan in hun mooie
huis blijven, met die mooie tuin! Ze waren
naïef, zoals veel inwoners. Dachten dat het
met een paar weken zou overwaaien. Oma
had een slecht voorgevoel. Haar vader
mocht hen alleen wegbrengen als hij de
Serviërs beloofde terug te komen. Wat hij
ook deed. Hij was een bekende figuur en
als wapenexpert voor hen van waarde.
Een tante kwam erbij, met man en een
zoontje van 4, dat Alma niet haar neefje,
maar haar 'broertje' noemt.
Ze waren hecht, zeven man in een tweeka
merappartement, toen het beleg echt los
barstte. Al snel was er bijna niets meer,
geen water, geen elektriciteit. In augustus
kwam het nieuws dat haar vader was ge
raakt door een granaat. Een Servische buur
man hielp hem vluchten, waarna hij werd
gemobiliseerd door het Bosnische leger. Ze
had hem nog één keer gezien, in de hap
snap outfit waarmee de Bosnische solda
ten het moesten doen, de pantalon van
''zijn pak er nog onder. 'Wees lief voor je
moeder, Heidi', had hij tegen haar gezegd.
Heidi, zijn koosnaampje sinds hij in Duits
land had gewerkt. Nu denkt ze: gelukkig
dat hij niet zoals zoveel mannen in een
concentratiekamp terechtkwam. Dan was
hij ook gedood, maar eerst nog gemarteld.
Vraag: Wat voor effect hadden de beschietingen
op burgers van Sarajevo? Antwoord: Een zeer de
moraliserend effect Ze probeerden de inwoners
zoveel mogelijk in hun schuilplaatsen te dwingen,
en zonder communicatie en onder druk van het
gevaar dat ze zouden worden gedood, begonnen
ze ieder gevoel van veiligheid te verliezen. De voor
ziening in eerste levensbehoeften liep drastisch te-
rug.'
Verhoor van Tariic Kupusovic, oud-burgemees
ter van Sarajevo, voor het joegoslavië-tribunaal
Tientallen werden mensen gedood. Aan
vankelijk wisten de inwoners niet hoe ze
zich moesten verbergen voor de sluipschut
ters. Voor hen waren de burgers een mak
kelijk doelwit. Ze hadden nog niet de ge
heime doorgangetjes, tunnels en de strate
gisch geplaatste auto's en bussen die later
als schild dienst deden. Het leven in de kel
ders begon. Daar speelden de kinderen,
kregen les in provisorische schooltjes, die
gaandeweg steeds beter georganiseerd wer
den. Daar trapten ze met fietspedalen de
accu van de radio aan.
In de eerste winter van het beleg vroor het
15, 20 graden. Er zat geen glas in de ramen,
alleen folie van de UNHCR. Ze waren half
bevroren en zo mager als de pink die Alma
in de lucht priemt. Was oma er niet ge
weest, die als meisje de Tweede Wereld
oorlog had doorstaan, dan hadden ze het
niet gered. Zij kon uit niets iets maken.
Dan volgt even ëen lach, een beetje ont
spanning, een anekdote. Oma probeerde
groente te telen op het balkon. Had ze na
maanden eindelijk één ui, dacht haar neef
je dat het bal was en gooide hij die zo het
raam uit. Wist hij veel.
Later "kwam er humanitaire hulp, een kop
je rijst per persoon, een halve kop olie, een
halve kop suiker. Soms een beetje pasta.
Vaak linzen. Ziet ze die nu in de super
markt, dan moet ze al bijna overgeven. Lin
zen zijn synoniem voor ellende.
Ze vertelde haar neefje over bananen, die
kon hij zich niet meer herinneren. 'Ba
naan, banaan, banaan' was soms alles wat
ze kon denken. Voedsel waar je energie
van krijgt, dat je buik vult. „Na de oorlog
kreeg mijn 'broertje' een banaan, hij nam
er meteen een hap van. Maar die spuugde
hij uit, huilend: 'Ik houd niet van jouw ba
naan Alma'. Hij had niet door dat je die
eerst moest pellen."
p- 'Vraag: Wat we zien is ook bloed? Antwoord: „Dat
js bloed ja. Hier ziet u het resultaat van deze gra-
naataanval, één van de resultaten van deze gra-
naataanval, waarbij 43 mensen omkwamen. Hier
ziet u een voet die van een slachtoffer is afgerukt.
Dat daar in de hoek is deel van een hand.'
Verhoor van de Belgische trifeimaalonderzoeker
jean Paul Hecke voor het Joegoslavië-tribunaal
Op een dag hield ze het niet meer uit. Nog
langer in die kelders, nog langer luisteren
naar al dat huilen. Onmogelijk! Ze was 16
toen het beleg begon, een puber. Steeds
meer was ze zich gaan afzetten. Steeds bo
zer en depressiever werd ze. Waarom
moest ze daar zitten, waarom? Ze vond
een baan, hoezeer haar moeder daar ook
tegen was. „Liever naar buiten en gedood
worden, dan binnenblijven."
Haar moeder was op haar 36e weduwe ge
worden en het bloedbad vlak voor hun ge
bouw nooit te boven gekomen. Er werd
humanitaire hulp uitgedeeld, de mensen
hadden zich verzameld en de Serviërs za
gen hun kans schoon. Twaalf mensen wer
den gedood, bijna de helft kinderen. Alma
werd zélf drie keer geraakt, tien dagen
voor haar 18e verjaardag. Ze had zich op
haar neefje gestort om hem te bescher
men. Twee kogels in haar benen, één die
dwars door haar rug in zijn hoofd was te
rechtgekomen. Hij moest huilen, huilen.
Om de roze broek die hij van een buur
meisje had gekregen. 'Ik ben zo vies', riep
hij. Hij had niet in de gaten dat het alle
maal bloed was. Ze werden naar een oor
logshospitaal gebracht. Zij was nog wel de
makkelijkste patiënt, smaalt ze, één kogel
konden ze gewoon met een pincet verwij
deren. Ondanks de pijn, de shock, liep ze
naar huis terug. Huilend en lachend tege
lijk.
De laatste kogel werd pas vorig jaar verwij
derd, in Nederland. Daar-mee kwam ook
haar trauma boven; inmiddels is de diagno
se van een posttraumatisch stressyndroom
gesteld. „In Bosnië was daar geen ruimte
voor, in Bosnië is iedereen getraumati
seerd. Dat is niet de plek om je openlijk te
beklagen. Er is altijd iemand die veel erge
re dingen heeft meegemaakt."
Toen Radovan Karadzic was opgepakt,
oud-president van de Bosnische Serviërs
en politiek aanstichter van de oorlog, is ze
naar het Joegoslavië-tribunaal gegaan om
hem te zien. Ze had gehoopt zich daarna
beter te voelen. Ze tekent een gebied af
rond haar hart. „Maar er was alleen maar
dat grote zwarte gat hier. Dat maakte het
nog erger."
Toen het nieuws van de aanhouding van
Mladic kwam, kon ze bijna niet wachten
tot ze naar huis mocht. Een flesje opentrek
ken, een feestje bouwen. Maar eenmaal
thuis kon ze het niet. „Zelf Mladic kan de
leegte niet vullen. Het onrecht dat ons is
aangedaan, is zo groot. Mijn verdriet zit zo
diep. Niemand zegt: het is mijn fout. Het
is nog niet voorbij. Het land blijft verdeeld
en bevindt zich in een vacuüm. En ik leef
ook nog in een vacuüm."
reageren?
spectrum@wegener.nl