rondom Griekenland
spectrum 8
Als gevolg van het Griekse drama
komt al het misnoegen over euro,
banken en politieke onmacht
samen. Hoe zijn we hierin
terechtgekomen?
Niemand weet hoeveel erger
het nog wordt. Dat zorgt
voor een overweldigend
gevoeld van onmacht.
Zaterdag 4 juni 2011
Familiecrisis
door Ans Bouwmans
illustratie Joep Bertrams/GPD
Waarom zijn Nederlan
ders zo woedend over
Griekenland? Je zou
het eurodrama kunnen
vergelijken met een fa
milieruzie over geld. Iedereen weet dat de
emoties daarbij hoog oplopen en onder
huidse sentimenten de kop opsteken. Grie
kenland is vorig jaar door de rest van de
eurofamilie op water en brood gezet. Ei
gen schuld, dikke bult, hadden die lap
zwansen ons maar niet voor het lapje moe
ten houden. Onze Jan Kees de Jager draait
als minister van Financiën persoonlijk de
duimschroeven aan. Griekenland zucht en
steunt onder draconische bezuinigingen.
Op januari 2002 werden we één groot
eurogezin: twaalf (inmiddels zeventien)
pleegkinderen bijeengevoegd onder het
toeziend oog van Brussel. Allemaal met
een eigen geschiedenis en zeker niet alle
maal even welvarend, ijverig of efficiënt.
Alhoewel we dat zelf misschien niet altijd
zo voeiden, werden we voor de buiten
wacht familieleden van elkaar. Dat had on
vermoede gevolgen. Het belangrijkste was
dat financiële instellingen de zwakke lan
den te goedkoop geld leenden. Daardoor
kwamen 'knoeier' Griekenland, 'ploete
raar' Portugal en 'branieschopper' Ierland
in de problemen.
Om onszelf te behoeden voor schande en
te voorkomen dat we in hun val meege
sleurd zouden worden, moesten we ze alle
drie geld toestoppen. Spanje zit in de geva
renzone. Niemand weet hoeveel erger het
nog wordt. Dat zorgt voor een overweldi
gend gevoeld van onzekerheid en on
macht.
Griekenland was het eerste land dat in
stortte onder de last van zijn staatsschuld,
mede door zijn eigen gesjoemel met statis
tieken. Maar het is daarmee niet de enige
schuldige aan de crisis waarin de eurozone
zich bevindt. Toen we met de euro begon-
nen, vonden we het niet zo erg dat Grie
kenland een suffe achterblijver was. Het
land hoorde er toch bij? Bovendien was
het een gretige afnemer van onze spullen.
Die aankopen werden echter gefinancierd
met leningen met een te lage rente. Griek
se bedrijven en de Griekse overheid - en
ook die in andere zwakke eurolanden - be
taalden tot de eurocrisis een rente die niet
was gebaseerd op hun eigen kredietwaar
digheid en economische kracht, maar op
die van hun eurofamilie.
Door het gemakkelijke geld kon broertje
Griekenland mooie pakken kopen, zonder
dat het zelf méér hoefde te verdienen. Grie
kenland voelde geen enkele noodzaak iets
te veranderen. De financiële markten
dwongen het land niet iets te doen aan
zijn te hoge kosten en te lage arbeidspro
ductiviteit. Als puntje bij paaltje kwam,
zou de eurofamilie wel bijspringen, dach
ten de geldschieters. Iets waar de politiek
zich niet echt van bewust was, tot de reke
ning werd gepresenteerd.
Een vergelijkbaar lot trof Portugal, het aar
dige broertje dat niet zo goed kan meeko
men, maar zich met kunst- en vliegwerk
overeind wist te houden. Tot het werd
meegesleurd in de val van Griekenland en
Ierland. Dezelfde banken, beleggers en pen
sioenfondsen die eerst blind waren voor
mankementen in de Portugese economie,
trokken snel hun euro's terug. Dankzij de
muntunie konden die euro's zonder valuta
problemen worden weggesluisd naar veili
ger havens, zoals Nederland en Duitsland.
Ia, wij hier in Nederland profiteren van de
ellende elders in de eurozone. De finan
ciële wereld wil ons zó graag geld lenen
dat we minder rente hoeven te betalen.
Maar intussen kan Portugal nauwelijks
meer aan euro's komen.
Tja, en dan Ierland. Dat is een bloedver
want van het type gevierde projectontwik
kelaar. Strak in het pak. Ogenschijnlijk
zeer succesvol. De bomen reikten er tot in
de hemel. Iedereen wilde een graantje mee
pikken van het succes van deze 'economi
sche tijger'. Via onze banken staken we
enorme bedragen in de Ierse economie en
huizenmarkt. Dat dreef de prijzen op, zorg
de op papier voor nog meer welvaart en
lokte nog meer goedkoop geld. Tot de boel
door de kredietcrisis in elkaar zakte en de
ellende moest worden afgewenteld op de
Ierse overheid.
En zo zitten er ineens drie gezinsleden
diep in de problemen, op een moment dat
hun rijkere naasten zoals Nederland zelf
ook de broekriem moeten aanhalen. Wat
overheerst, is woede en wrok. Niet alleen
bij de gewone Europese burger, maar ook
bij de bestuurders. En dat hoor je regelma
tig terug in wat ze zeggen. Vooral over
Griekenland, het zwarte schaap.
De hele eurofamilie voelt zich veronge
lijkt. Verbolgen over de financiële mark
ten, die landen van wie de overheidsfinan
ciën er nog veel slechter aan toe zijn, zoals
de Verenigde Staten en Groot-Brittannië,
veel minder onder druk zetten dan onze
zwakke eurobroeders.
Nijdig over het onmogelijke probleem
waarmee ze zijn opgezadeld. Als de pro-
bleemlanden niet geholpen worden, ont
staat een nieuwe kredietcrisis. Het wringt
dat dezelfde banken die de vastgoedbub
bel in Spanje en Ierland mede hebben ver
oorzaakt en Griekenland en Portugal aan
zetten tot riskant leengedrag, nu opnieuw
moeten worden beschermd om ons eigen
vege lijf te redden. Hoe leg je dat uit? De
woede is ook het gevolg van schuldgevoel.
De problemen komen mede voort uit ei
gen fouten. Er had bij de vorming van de
eurofamilie meteen orde op zaken moeten
worden gesteld. Grootste boosdoener Grie
kenland voldeed niet aan de eisen voor toe
lating en de zaak is vervolgens op zijn be
loop gelaten. We realiseren ons nu dat we
risico's lopen als de economische verschil
len tussen de verschillende landen te groot
zijn. Een overvloed aan geld in het ene
land, kan in het andere land een bubbel
veroorzaken.
Als het ergens niet goed gaat, kan het kapi
taal te gemakkelijk wegvluchten. En de eu
rofamilie had zeker niet mogen toelaten
dat Frankrijk en Duitsland in 2003 de be
grotingsregels versoepelden, omdat hen
dat toen even beter uitkwam. Nederland
was daar destijds wel tegen, maar de meer
derheid stemde voor.
Al het misnoegen over de euro, de zelf
zuchtigheid van financiële instellingen en
de onmacht van politici komen hier sa
men. Griekenland uit de familie-zetten,
kunnen we niet. We zitten contractueel
aan onz familielid uit Athene vast. Onze
financiën zijn zo met elkaar verweven ge
raakt sinds we een eurofamilie zijn, dat
het ons altijd geld kost, wat we ook doen.
Rationeel gezien zit er weinig anders op
dan proberen de zaak zo lang te rekken tot
de banken in staat zijn hun verliezen in
Griekenland, en mogelijk ook Portugal en
Ierland, te nemen. Dan hebben we het
meeste kans onze familie overeind te hou
den en ook de banken wat mee te laten be
talen. Om een toekomst te hebben, is het
belangrijk de verdienkracht van onze
zwakke broeders te vergroten. Daarom
móeten Griekenland en Portugal hervor
men. En zullen de anderen hun econo
misch beleid beter op elkaar moeten af
stemmen.
Daar is tijd voor nodig. Maar zoals dat va
ker bij families gebeurt, borrelen door de
ze ernstige crisis onuitgesproken sentimen
ten, gevoelens van jaloezie en oud zeer op.
Die belemmeren voorlopig nog wel even
het zicht op de voordelen van de familie
band. Bboosheid en ressentiment poets je
niet zomaar weg. De schade van de schul
dencrisis bestaat daardoor niet alleen uit
de euro's die nodig zijn om Griekenland,
Portugal en Ierland te redden.
reageren?
spectrum@wegener.nl