sport 131 De wereldster én het ensemble CHAMPIONS LEAGUE Huidig Barcelona één van de beste ploegen aller tijden woensdag 25 mei 2011 door Frans van den Nieuwenhof Het FC Barcelona van 20U wordt door velen beschouwd als het bes te team dat ooit op een voetbalveld te zien was. Het valt niet mee om die aanname te besttijden. Het voetbal waarmee Barcelona dit jaar weer eens een Europese fi nale mag opsieren, is het spel waar mee elk kind groot werd. Meer ggals maken dan een tegenstander als simpel adagium. Net als vroe ger op straat. Wie verder kijkt, zal zich verbazen over het aantal te gendoelpunten dat het team van trainer Pep Guardiola incasseert. Barcelona verdedigt niet, het vero vert gewoon zo snel mogelijk de bal. Is dat revolutionair? Nee. Het wereldvoetbal kende al grotere re voluties. Magische Magyaren In 1953 is daar opeens de afreke ning. De mythe dat Engeland on betwist het beste voetballand ter wereld is, bestaat niet meer als de uitvinders van het spel in novem ber hun meerdere leren kennen. Hongarije wint op Wembley met 6-3, een wedstrijd die wereldwijd opschudding veroorzaakt. Van toe val is geen sprake, want een half jaar later volgt een tweede ontmoe ting in Boedapest. Die eindigt in 7-1 voor het team van Ferenc Pus kas, Zoltan Czibor, Nandor Hideg- kuti, Sandor Kocsis en hun adju danten. Dit is het beste voetbal dat de we reld tot dat moment ooit zag. De Magische Magyaren geven het spel een nieuwe dimensie door de bal snelheid, hun techniek en de vele positiewisselingen waarmee ze te genstanders kleineren. Totdat West-Duitsland in de zomer van '54 de finale van het WK wint. In Bern buigen Puskas en zijn maten met 3-2 het hoofd. De naam van Puskas is dan nog lang niet verloren voor het topvoet bal. Hij sluit zich in 1958 aan bij Real Madrid, waarmee hij nog twee Europa Cups wint. Het zijn de laatste twee in een reeks van vijf voor de club, waar Alfrédo Di Stéfano de andere wereldster is. Catenaccio In de jaren zestig ontstaat er in Ita lië een nieuw soort voetbal. De Ar gentijnse trainer Helenio Herrera laat zijn team (Internazionale) stee vast spelen met vier verdedigers en een libero. Deze tac tiek wordt vergeleken met een grendel, een catenaccio. Inter is hiermee bijzonder succes vol getuige de drie landstitels, twee Europa Cups en twee wereld bekers die de club verovert tussen 1963 en 1966. De spelstijl vindt tot diep in de twintigste eeuw wereldwijd navol ging. Pas met het veranderen van de spelregels (aanpassing buiten spel, doelman die de bal niet meer mag oprapen na terugspeel bal) verdwijnt de libero langzaam uit beeld. De koning Het voetbal leert in de jaren zestig zijn eigen koning kennen. Zijn voetbalnaam is even kort als beto verend: Pelé. In 1970 krijgt Italië in de WK-fmale voetballes van Brazilië. Het wordt 4-1 en de der de wereldtitel van de Brazilianen In de finale van de Champions League zullen alle ogen ongetwijfeld zijn gericht op Lionel Messi. De Argentijnse wondervoetballer is de absolute superster van de toch al ijzersterke Spaanse landskampioen Barcelona. foto Manu Fernandez is daar. Zonder Pelé blijkt het team kwetsbaarder, getuige het mislukte WK van 1966. Wel wint Pelé met Santos twee keer de wereldbeker door Benfica en Milan te kloppen. Totaalvoetbal Het definitieve antwoord op de Ita liaanse overheersing komt uit Am sterdam. Nog niet in de Europese finale van 1969 (Milan-Ajax 4-1), maar wel als het team van Rinus Michels aan volwassenheid gewon nen heeft en de speelwijze geper fectioneerd is. Ajax verovert de we reld met totaalvoetbal. In dit team, met Johan Cruijff als regisseur, lij ken alle linies in elkaar over te lo pen. De backs spelen soms als bui tenspelers, de spits (Cruijff zelf) laat zich terugzakken tot op eigen helft, dynamische middenvelders bestrijken het hele veld. Het fenomenale spel van Ajax le vert drie Europa Cups op (1971-1973) en krijgt navolging bij de nationale ploeg van Nederland, die op het WK van '74 tweede wordt, maar net als Hongarije wel de harten van het publiek vero vert. Never walk alone Het zijn de Duitsers die de Neder landse dominantie doorbreken, zo wel met hun clubteams als de na tionale ploeg. In een tijd dat inter nationale transfers nog zeldzaam zijn, kunnen Bayern München en Borussia Mönchengladbach jaren lang bouwen aan een succesploeg. Hetzelfde geldt in Engeland voor Liverpool, waar manager Bob Pais ley voortborduurt op het werk van Bill Shankly. Onder Paisley wint Liverpool zeven landstitels en drie Europa Cups. Het team on dergaat al die jaren nauwelijks wij zigingen. Liverpool moet het vooral hebben van zijn collectieve kracht en triomfeert met snel, flitsend com binatiespel. Voetbal is cultuurbe- paald. Grenzen open Pas in de jaren tachtig gaan de grenzen in Italië weer open voor buitenlandse spelers en ontstaat er een grotere diversiteit van nationa liteiten. De jarenlange dominantie van clubteams verdwijnt. De toon wordt nu veeleer gezet door natio nale ploegen van Frankrijk, Dene marken, Argentinië en later Neder land. De ommekeer komt opnieuw uit Amsterdam, waar het Ajax van trainer Cruijff toptalenten aflevert voor de rijkste club ter wereld: AC Milan. Na Ruud Gullit (van PSV) trekken Marco van Basten en Frank Rijkaard naar de Serie A, waar trainer Arrigo Sacchi de uitgangspunten van Michels nieuw leven inblaast. Milan is als geen andere ploeg in staat om pres sie te zetten op de tegenstander en die zo tot fouten te dwingen. Het spel is on-Italiaans spectacu lair, niet in het minst door de bij dragen van de drie Nederlanders, die in 1988 ook al Europees kam pioen zijn geworden. Dream Team In Barcelona ontstaat een nieuwe golf van opwinding. Het Dream Team van trainer Cruijff speelt het mooiste voetbal ter wereld. De bui tenlanders Ronald Koeman, Mi chael Laudrup en Hristo Stoichkov zijn de vormgevers van het elftal, dat viermaal kampioen wordt en slechts één keer de Champions League wint. De parallel met het huidige team van Barcelona is al vaak gemaakt. Zelfs de erelijst (drie titels, één keer de Cham pions League) vertoont grote gelij kenis. Steeds nadrukkelijker worden goe de voetballers beschouwd als men sen van een andere planeet. Voor de beste spelers ter wereld worden tientallen miljoenen euro's be taald. Eind jaren negentig zijn Ro- naldo, Denilson en Vieri spelers waar dertig tot veertig miljoen eu ro voor wordt betaald. Later verleg gen Crespo, Figo en Zidane die grens tot vijftig en zelfs zeventig miljoen. De gekte eindigt (voorlo pig) als Cristiano Ronaldo in 2009 voor 94 miljoen naar Real Madrid verkast. De financiële waanzin levert wisse lende successen op. Sinds 1990 slaagt geen enkel team er nog in om het veroveren van de Europa Cup (Champions League) te prolongeren, iets wat tot die tijd min of meer gemeengoed was. Real Madrid, Milan en Barcelona winnen de beker in die twintig jaar ieder drie keer, maar van do minantie is geen sprake. Ook de ti tel van Europees voetballer van het jaar gaat sinds 1989 (Van Basten) jaarlijks over in andere handen, totdat Lionel Messi op staat. De ster en het geheel Het Barcelona van Guardiola zou ook zonder Lionel Messi een we- reldploeg zijn. Maar wat is Messi zonder Barcelona? Op het WK was hij niet in staat om Argentinië naar een hoog niveau te tillen. Totaalvoetbal is het niet wat Barce lona speelt, eerder pleintjesvoet bal. Het spel is niet vernieuwend, maar juist een terugkeer naar oude waarden. Opvallend aan Messi is verder dat hij geen centrale positie inneemt. Goed beschouwd heeft hij niet eens een vaste plek in het elftal. Dat maakt hem ook zo uniek en onmiskenbaar 's werelds beste. TWee opeenvolgende Gouden Bal len getuigen daarvan. Bij de laatste verkiezing van Wereldvoet baller van het Jaar eindigde Messi boven zijn ploeggenoten Xavi en Iniesta. Vier keer had hij een we zenlijk aandeel in de landstitels van Barcelona. Dat is fenomenaal, maar nog altijd minder dan Pus kas, die op zijn 31ste bij Real Ma drid belandde waarmee hij vijf keer kampioen werd en vier tops- corertitels behaalde.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2011 | | pagina 31