van goede koffie? ii spectrum Zaterdag 21 mei 2011 dat zijn label overweegt kleine boeren 'een opstapje' te geven. Hij wil er echter voor waken de standaarden naar beneden bij te stellen. De Groot: „Boeren hebben er zelf belang bij een product te leveren waar een markt voor is. Misschien wordt dat inder daad ervaren als ze iets opleggen." Hoogleraar ontwikkelingsstudies Ruerd Ruben van de Radboud Universiteit in Nij megen vindt die strategie de juiste. „De cer tificering wordt vanuit Nederland bepaald, omdat daar de markt ligt. Maar het leidt wel tot een win-win-situatie voor consu ment en producent." Dat producenten uit eindelijk beter af zijn met certificering, er kennen Solidaridad en de Colombiaanse koffiefederatie ook. Daarom proberen bei de organisaties de boeren met technische ondersteuning dichter bij het vereiste ni veau te krijgen. Dat is echter een langzaam proces in een snel groeiende markt, waar in de grote labels als Utz Certified, Rain Fo rest Alliance en Café Practices (Starbucks) hun aandeel willen vergroten. Ze zeggen daarmee de boeren te helpen, maar in het hypermoderne kantoor van de koffiefede ratie te Medellin spreekt projectleider Luz Montoya de vrees uit dat veel ldeine koffie boeren verdwijnen. „Certificering wordt de norm, maar wij kunnen niet alle boe ren helpen. Er zijn alleen al in deze provin cie 90.350 producenten. Wij hebben slechts 134 mensen om ze te begeleiden en sommige dorpen liggen ver uit elkaar." In andere landen is de situatie dezelfde of nog minder: de koffiefederatie van Colom bia geldt als een van grootste en best ge organiseerde. „De vraag is of de certifice ringsprogramma's de kleine boeren hel pen", zegt analist Robledo. Hij vreest dat Utz Certitief, Rainforest Alliance en ande re programma's vooral proberen middel grote en grote producenten te certificeren. Dat biedt ze de kans sneller te groeien. Het leidt tot meer duurzaam geproduceer de koffie, maar mogelijk ten koste van de kleine boeren. Volgens hoogleraar Ruben is dat een logisch proces bij technologische vooruitgang. „Dat is altijd hetzelfde: dege nen die als eerste meedoen, hebben het makkelijk. Daarna komt het middenseg ment, dat het misschien net redt. En er blijft een groep over voor wie de stap te groot is." Wel vindt Ruben dat de koffie-industrie zichzelf eens onder de loep moet nemen. Er zijn de laatste jaren steeds meer labels bijgekomen. „Die willen allemaal groeien, maar dat is helemaal niet interessant. Inte ressant is wat het betekent voor de boer. En die is niet gediend bij zoveel labels. Er is een enorme industrie ontstaan die zich zelf graag in stand houdt." Van Heeren: „Certificering was een middel, maar lijkt het doel geworden." reageren? spectrum@wegener.nl Kleine foto links: De meeste kof fieboeren in Colombia zijn kleinschalig en arm. foto GPD/AP/CorEspectador Kleine foto rechts: Een kleine ne derzetting temidden van de kof fieplantages. foto Robert-Jan Friele/GPD ulio Robledo, analist van de Colora- I biaanse koffiefederatie, stapt de ver- I werkingsinstallatie van boer )osé I Maria Restrepo binnen en begint I aan een kille opsomming. „Deze ka- J bels moeten weggewerkt. Die aan- drijfband heeft geen beschermings- kap. En het water dat hieruit komt, moet gezuiverd." Het zijn vereisten voor certifi cering als 'duurzame' producent. Terwijl zo'n certificaat op een pak koffie een kwarteeuw geleden bijzonder was, wordt het steeds meer de norm. In Nederland heeft bijna de helft van de verkochte kof fie dat label en de koffiebedrijven willen toe naar driekwart in 2015. Als boer Restrepo (40) zijn oogst als 'duur zaam' wil kunnen verkopen, dan moet hij heel wat veranderen, zo blijkt. De trap naar het dak, waar Restrepo zijn koffiebo nen droogt in de zon, heeft geen leuning. In de woonkamer staat de kunstmest ge woon naast de eettafel in plaats van in een afgesloten ruimte. De opsomming van za ken die niet in orde zijn, doet Restrepo glimlachen. Zo kort na het verdwijnen van de gewapende bendes rondom Andes, een dorpje drieënhalf uur ten zuidwesten van Medellin, en na het herstarten van zijn klei ne plantage, is hij al blij als hij over twee jaar een goede oogst kan binnenhalen. In de toekomst heeft Restrepo echter geen keuze. Dat zegt Delio Escobar (48). De plantages van deze koffieproducent op en kele kilometers van Andes voldoen even min aan de duurzaamheidseisen. Met de huidige koffieprijs laat hij het zo. Escobar: „Maar vroeg of laat moeten we allemaal certificeren. De markt vraagt erom." In de jaren zeventig was Organic het eer ste gecertificeerde koffielabel. Max Have- laar volgde eind jaren tachtig en sinds de jaren negentig is het hard gegaan. Waar de wereldwijde vraag naar koffie al enige tijd is gestabiliseerd, neemt die naar gecertifi ceerde koffie elk jaar toe. Voor de grote be drijven die de markt beheersen, behoort het gebruik van labels daarom tot de ver koopstrategie. Zo zette Nederland in 2002 een grote stap toen Ahold in zee ging met Utz Certified. In 2005 volgde marktleider Douwe Egberts. Ook bedrijven als Ikea, McDonald's, Dunkin' Donuts en Starbucks verkopen tegenwoordig gelabelde koffie. Naast Organic, Fair Trade (voorheen Max Havelaar) en Utz Certified, zijn Rainforest Alliance, Café Practices (Starbucks), Nes- - presso en Bird Friendly de bekendste la bels. Van alle koffie wordt 10 procent in middels verkocht als 'duurzaam', wat zo veel betekent als geproduceerd op een ma nier die verantwoord is voor mens en mi lieu. Koffiedorp Andes is nog niet op de hoogte van het Nederlandse voornemen in 2015 dat 75 procent van de verkochte koffie duurzaam moet zijn. In zijn woonkamer zegt producent Alberto Echeverri, wiens bedrijf is gecertificeerd, het er van harte mee eens te zijn. Echeverri: „Voorheen was zuiveren van water of goede arbeids voorwaarden voor plukkers, een persoon lijke keuze. Nu is het de norm." Echeverri moest flink investeren: een 'in- schrijfbedrag', aanpassingen op zijn planta ge en een intern controlesysteem. Het kost te hem naar eigen zeggen weinig moeite. Rigoberto Franco (53), de grootste koffie boer van Andes, zegt dezelfde ervaring te hebben met certificering. Terwijl hij zijn gigantische verwerkingsloods laat zien, zegt hij: „Het kostte me geld, maar er zijn belangrijkere dingen in het leven. Boven dien: zonder certificering had ik nauwe lijks een afzetmarkt." De werkelijkheid van middelgrote en gro te producenten als Echeverri en Franco is een totaal andere dan die van Restrepo. Van de 25 miljoen producenten wereld wijd, zijn verreweg de meeste kleine boe ren. Voor hen is certificering vrijwel onmo gelijk, meent Nico Verbeek (49). Hij woont sinds 1995 in Medellin, heeft zelf een kleine koffieplantage en kent veel boe ren. „Ze leven rond het bestaansmini mum. Certificeren is voor hen te duur." Behalve de hoge kosten is daar ook nog het bindende karakter van de certificerin gen. Zo bestaan er in de meeste program ma's geen groeimogelijkheden voor boe ren die van ver moeten komen: ze vol doen aan de eisen of niet. En die eisen schrikken vaak af. Daarnaast moeten boe ren tijdens het certificeringsproces veel geld en tijd investeren, zonder dat ze dat noemenswaardig meer inkomsten ople vert. In de woorden van de vrouw van kof fieboer Restrepo: „Dan hebben we straks een schone verwerkingsinstallatie, maar wat schieten wij daar als familie mee op?" Analist Robledo: „De labels zeggen dat boe ren een meerprijs krijgen voor hun koffie. Maar kleine boeren produceren veel te wei nig om daarvan veel te merken." Het Nederlandse Solidaridad probeert kof fieboeren al decennia te helpen. Program mamanager Niels van Heeren, gestatio neerd in Colombia, vindt dat de certifice ringsprogramma's te weinig naar de produ cent kijken. Ze worden hoofdzakelijk in Nederland of de Verenigde Staten geschre ven en afgestemd op de behoeften van de markt. Van Heeren: „Er moet één geïnte greerd systeem komen. Vraag de consu ment wat hij wil en de producent hoe het beter kan. De laatste is vooral gebaat bij verhoging van productie, dus meer en bete re koffie van zijn stuk grond." Utz Certified-directeur Han de Groot zegt

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2011 | | pagina 81