io bezuinigingen Defensie {Dt-ssssss- 'De mooiste baan 'Iedere Leopard heeft zijn eigen karakter' De piloten Anky en Do uit Breda staan noodgedwongen aan de grond. Hun Cougar-helikopters zijn wegbezuinigd. dinsdag 10 mei 2011 \-J generaal Peter van Uhm Overal zijn gisteren als gevolg van de bezuinigingen on derdelen van Defensie stilgezet. Hoewel het met het aan tal gedwongen ontslagen meevalt, is het gelag hard. Mili tairen vertellen wat hun baan voor hen betekent. door Gerard den Elt foto's Koen van Weel Ze voelen zich als rui ters zonder paard, als coureurs zonder bolide. Wat is een pilotenoverall nog waard als je geen helikopter hebt om in te vliegen? Kapitein Dominique (28) uit Bre da, kortweg Do en een opvallende verschijning in het vliegeniersgil- de, verbergt haar teleurstelling niet. Tegen de achtergrond van een Cougar-helikopter geeft ze grif toe ontgoocheld te zijn door het re geringsbesluit veertien van de ze ventien wentelwieken uit dienst te nemen. „Toen ik het hoorde, heb ik een dagje vrij genomen om thuis een paar traantjes te laten", zegt de Bre dase, die na haar havo-opleiding in 2002 bij Defensie in dienst kwam en de opleiding tot gezag voerder op een transportheli tot een goed einde bracht. „Deze baan is de mooiste die er is, elke dag weer." De Cougar kwam in 1996 bij De fensie in bedrijf, onder meer om snelle troepenverplaatsingen van de Luchtmobiele Brigade mogelijk te maken. Per vlucht kunnen zes tien vol bepakte militairen worden vervoerd. Do's even oude collega kapitein Anky (28), zoals op zijn overall staat, is niet minder be droefd. De Bredanaar, die voor de Met vier mensen in een tank je in de hitte van het gevecht een weg banen door de vijandelijke li nies. Dat zorgt voor een sterke band. door Max Steenberghe Het mooiste van een tank? Dat is de ver- woestbaarheid, zegt be stuurder Nils Blaauwen- draat meteen. Onverwoestbaar heid, zal hij bedoelen. „Nou nee, de verwoestbaarheid. Als je in zo'n ding zit, houdt niets je tegen. Geen muur, geen huis", geen vij and. Wat je niet aan flarden rijdt, pakt het kanon wel. In dit ding kun je de hele wereld aan." Even klaarde zijn gezicht op, maar voor de rest is de lach ver te zoe ken bij de mannen van 11 Tank. Schutter Robin Nielen: „Het is niet eens dat je je baan kwijtraakt. En dat je nooit meer op die tank zult zitten, iets waar je jaren voor hebt gestudeerd. Maar je kamera den ben je ook kwijt." „Als je met z'n vieren in die berg plaatstaal zit, opeengedrongen, in brandende hitte, met om je heen een wereld die lijkt te vergaan van hels lawaai, dan heb je al snel on derling een band die nergens mee te vergelijken is. Sterker dan tus sen broers. Blindelings vertrouw je elkaar je leven toe, je ziet dingen van elkaar die anderen nooit zul len zien tot doodsangst toe. En: met z'n vieren zul je je er uit moe ten vechten, wij tegen de rest." Na een korte stilte: „En dat raak je dus ook kwijt." Vier mensen zitten er in een tank, maar volgens bestuurder Thomas Rigter mag de tank er zelf ook bij. „Geen twee Leopards zijn hetzelf de. Ze hebben een karakter. Echt, de een kan harder dan honderd, de ander haalt de negentig niet." „Elke tank heeft zijn eigen beman ning en iedereen gaat er anders mee om. En na twintig jaar levert dat grote verschillen op. Met mijn eigen tank kan ik alles, je weet van de hoed en rand, het ding is deel van je." Klopt, knikt Blaauwen- draat: „Ik heb een heel rappe. Kan lezen en schrijven met het ding. Het doet echt pijn als hij de stal ling in moet." Raakt hij een vriendje kwijt? Blaauwendraat, met een bloedse rieus gezicht: „jazeker, en wel een behoorlijk grote vriend." Elders op het terrein groept nog een clubje mannen samen. Ze zijn van Herstel, de monteurs. Ze ho pen op herplaatsing bij andere on derdelen („Er gaat altijd overal wel iets kapot") maar het grootste deel van hun kennis kunnen ze verge ten. „Ze krijgen een laatste grote beurt, we leveren ze netjes af" Lambert Hendriks kan er niet om lachen. Hij werkt bijna 35 jaar bij Defensie, maar als burger. „Ik kon door broederdienst het leger niet in, maar wilde wel. Dan maar als burger. Maar wij staan nu ook als eerste buiten. Dat is de dank." Het meest onzekere lot treft een gewaardeerd personeelslid dat nog van niks weet. De mascotte, geite- bok Joris. Die is altijd overal bij, met een begeleider, maar staat nu in de zomerwei. Hendriks: „We hebben het hem nog niet durven vertellen." Kapitein Dominique (28): „Deze baan is de mooiste die er is, elke dag weer." De vierkoppige tankbemanning moet afscheid nemen van de Leopard en van elkaar. foto Kees Martens

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2011 | | pagina 10