io verstandelijk gehandicapten
'Nog vier jaar,
dan trouw ik met Daisy
donderdag 5 mei 2011
Wie drinkt koffie met
Z
Downistie, Upside Down
en Down met Johnny. Er
zijn legio programma's
met mensen met het syn
droom van Down. Wat le
veren ze de verstandelijk
gehandicapten zelf op?
door Joost Bosman
e zijn miljonair, gaan
vreemd, keilen beeldjes uit
het raam voor de verborgen
camera en willen een rock
band oprichten. Verstande
lijk gehandicapten - met na
me de 'Downers' - zijn 'hot' op televisie. De
meningen lopen uiteen. De soapserie Down
istie van De Wereld Draait Door, waarin
slechts acteurs met het syndroom van
Down spelen, deed de gemoederen al voor
de eerste aflevering verhitten.
Ellen Danhof, eindredactrice van het
EO-programma Upside Down, is blij met de
aandacht voor mensen met Down. In haar
programma kunnen vier jongeren met het
syndroom naar hartenlust (bekende) Neder
landers in de maling nemen voor het oog
van een verborgen camera. „De EO vindt
het belangrijk een groep in de spotlights te
zetten aan wie velen hard voorbij lopen.
Het leuke van Upside Down is dat onze jon
gens zelf de grappen maken. De rollen zijn
omgedraaid", aldus Danhof Daarmee wil
len de programmamakers de kijker een spie
gel voorhouden. Danhof: „De vier uit Upsi
de Down gaan soms echt te ver. Mensen die
met de geheime camera worden gefilmd
denken dan al gauw: ach, laat ze maar gaan,
ze hebben Down. Van dat beeld willen we
nu juist af Neem ze serieus, is de bood
schap."
Danhof erkent dat 'Downers' aaibaar zijn,
vaak in tegenstelling tot andere verstande
lijk gehandicapten. Maar volgens haar zijn
de vier van Upside Down (Michiel, Sjoerd,
Rick en Rutger) niet speciaal op hun syn
droom geselecteerd. Danhof: „Ja, mensen
met Down hebben een hoge 'gunfactor'. En
we hebben ook wel niet-Downers gecast.
Maar sommigen hadden een autistische
stoornis. Voor hen was het maken van de
grappen en het improviseren daarop te
hoog gegrepen. Je moet ze dan in bescher
ming nemen. Al hadden wij ook liever een
gemêleerd gezelschap gehad", zegt Danhof.
Op ro mei begint Veronica een nieuwe
reeks van Down met Johnny. In de eerste se
rie, uit 2009, zocht presentator Johnny de
Mol verstandelijk gehandicapten (ook
niet-Downers) op en ondervroeg hen over
hun leven, hun dromen en hielp hen die
waar te maken. De nieuwe reeks gaat over
twee verstandelijk beperkten die een band
willen beginnen. Het verschil met Downistie
en Upside Down is dat de hoofdpersonen in
hun eigen omgeving worden gevolgd. Vol
gens Bea Brouwer van tv-producent Blaz-
hoffski, dat tekende voor de tweede reeks,
ligt de kracht van Down met Johnny erin, dat
er geen rollen worden gespeeld. „Het is ech
te tv, er is niet gemanipuleerd. Onze ambi
tie voor de nieuwe serie was een goede rock
band neerzetten. Dat was óók de ambitie
van de hoofdpersonen."
De vraag is wat de tv-programma's verstan
delijk gehandicapten zelf uiteindelijk opleve
ren. Hoewel alle makers ervan bezweren
geen 'freakshow' te willen en het beslist
niet gaat om 'aapjes kijken', is het de vraag
of dit soort producties de emancipatie en in
tegratie van mensen met een verstandelijke
beperking helpt. Brouwer zegt dat dat niet
de opzet is geweest van Down met Johnny.
„Al hoop ik wel dat het de twee werelden
dichter bij elkaar brengt", zegt ze. Ellen Dan
hof van de EO onderschrijft dat: „Mensen
zijn soms bang. Hopelijk zullen ze door pro
gramma's als Upside Down wat sneller om
gaan met verstandelijk gehandicapten."
En dat is hard nodig, stelt professor Herman
Meininger, bijzonder hoogleraar sociale inte
gratie van mensen met een verstandelijke
beperking aan de Vrije Universiteit. Volgens
hem is er veel bereikt op het gebied van de
'fysieke' integratie van verstandelijk gehandi
capten: de instellingen worden kleiner en
veel van hun vroegere bewoners zijn tegen
woordig in de wijken ondergebracht. Maar
op sociaal gebied stagneert de integratie, al
dus de hoogleraar. Want wie komt er nou
geregeld over de vloer bij zijn zwakzinnige
buren? Veel verder dan gedag zeggen of
hooguit eens een kopje koffie ontwikkelt
het contact zich meestal niet.
Regina Lamberts, directeur van de Down
stichting, erkent dat. Er heerst soms nog te
veel een 'niet-in-mijn-achtertuin'-instelling,
constateert ze. Lamberts: „Het mooiste zou
natuurlijk zijn als ze volledig zouden deel
uitmaken van de buurt. Maar dat lukt nooit
helemaal."
Voor Lamberts zou de integratie al geslaagd
zijn, als ouders niet meer met een knoop in
hun maag naar de school of sportclub hoe
ven, omdat ze hun kind met Down daar wil
len onderbrengen. „Want mijn advies is
toch: breng je kind naar een gewone sport
club en naar een gewone school. Alleen op
die manier wordt je kind weerbaar tegen de
maatschappij, iets waar nu nog te weinig
aandacht voor is."
Journalist Frenk der Nederlanden schreef
ooit voor zijn krant Het Parool een column
over zijn dochter met Down. Hij denkt dat
Upside Down en Down met Johnny zeker be
grip kunnen kweken voor verstandelijk ge
handicapten. „Kijkers zullen hen misschien
minder eng vinden. Anderzijds laten ze
zien dat mensen met Down niet altijd vol
doen aan het clichébeeld van het lieve, ont
roerende mongooltje. Downistie vind ik
daarentegen zijn doel voorbijschieten. Wat
willen de makers ermee bereiken? Laten
zien dat de deelnemende acteurs normaal
zijn? Dat zijn ze nou eenmaal niet. Wees
daar dan ook eerlijk over."
Met medewerking van stichting De Driestroom in Eist. De Driestroom ondersteunt en begeleidt vol
wassenen met een beperking en kinderen met een ontwikkelingsachterstand. Het gaat om hulp en
begeleiding bij (zelfstandig) wonen, werk, dagbesteding, vrijetijdsbesteding en op school.
Arendjan Talstra
(32) ging naar de
lagere school,
leerde lezen en
schrijven, volgde
nog een aantal ja
ren voortgezet
onderwijs en kan
zich inmiddels
prima redden.
„Het was een
mooie tijd", zegt
Talstra zelf. „Ik heb op school
voor dieren leren zorgen, waar
door ik nu al bijna twaalf jaar op
een kinderboerderij werk." Daar
naast werkt Talstra alweer een
groot aantal jaren in de Kunst
werkplaats, een project waar
zo'n zeventig verstandelijk ge
handicapten hun artistieke ta
lent kunnen inzetten.
Talstra maakt veel met kera
miek.
„Ik woon met zeven huisgeno
ten onder begeleiding in een
huis in Amsterdam-Noord.
„Enorm gezellig, we koken sa
men, we eten samen. F.n met de
straat hebben we één keer per
jaar een barbecue tijdens het
buurtfeest. We hebben ook wel
eens jambee gespeeld met z'n
allen. Nee, gewoonlijk komen
we niet bij de buren thuis, al
leen bij de bushalte word ik wel
eens door hen aangesproken."
„Soms maak ik iets vervelends
mee, proberen ze me uit omdat
ik het Downsyndroom heb. Op
het treinstation vroegen een
paar jongens of ze geld van me
konden lenen. Ik heb gezegd, dat
dat niet mocht van mijn vader,
en toen zijn ze weggegaan. Dat
heb ik goed opgelost."
„Ik verveel me nooit. In het
weekende werk ik nog wel eens
als vrijwilliger op de kinderboer
derij en ik heb thuis ook veel te
doen. Ik draai veel cd's: Bach,
Beethoven en Bert en Ernie. Die
vind ik erg grappig. Daarnaast
wandel ik veel."
„Ik ben verliefd op Daisy, al een
jaar zijn we samen. Nog een jaar
of drie, vier en dan gaan we trou
wen. Mijn vader heb ik het ver
teld en die vindt het erg leuk.
Maar ik zeg het alleen aan vrien
den en bekenden. Want anders
lachen ze me misschien uit."
„Mijn oudere broer is al ge
trouwd, hij krijgt binnenkort
een kindje en gaat ook promove
ren in de waterbouwkunde. Hij
is erg slim. We zijn erg goede
broers van elkaar."