zitten in de overgang 3 spectrum Zaterdag 23 april 2011 Mo&ëtzaadinvanginstallaties in de Oosterschelde Mosselvisser en raadslid op Schouwen Wout van den Berg moest vorig jaar even slikken, toen hij een van zijn percelen op de Waddenzee inspecteerde. De 'Vlottenko- ning' zoals zijn collega's hem noemen - als enige in de sector knoopt hij de MZI-net- ten onder vlotten om ruimte te winnen en daardoor meer opbrengst per vierkante meter te genereren - zag alleen nog maar wat stukjes hout drijven op de plek waar hij een paar maanden ervoor noest werk had verricht om mosselzaad op heel duur touw te laten groeien. Een hevige storm op het wad had geen spaan van de installa ties heel gelaten. „De vlotten vonden we aangespoeld op een strand terug, niets meer van over. We hebben er afscheid van moeten nemen", zegt hij in de kantine van zijn bedrijf in de haven van Bruinisse, van waaruit je een fantastisch uitzicht.hebt over het water. Een fikse kostenpost was zijn deel: 10.000 euro aan materiaal zo maar weggewaaid en ook van het mossel zaad was weinig meer over. „Eigenlijk had den we veel eerder moeten oogsten, maar we hadden onze handen vol hier, in Zee land." Het is exemplarisch voor de uitdagingen waar de mosselvissers na het convenant van 2008 voor staan. Tot 2020 hebben ze de tijd om de sector van bodemzaadvisse- rij om te vormen tot een industrie die mos selzaad Uit alternatieve teeltmethoden haalt Daarin hebben de mosselzaadinvan- ginstallaties (MZl's) vooralsnog een hoofd rol. Dé transitie verloopt in stapjes van steeds een vijfde deel. Nu nog komt 20 pro cent van de oogst uit alternatieve teeltme- .thoden. Als de sector 5,5 miljoen kilo per jaar uit MZI's kan halen, treedt de volgen de fase in werking en wordt de verdeelsleu tel 40 tegen 60 procent. „De investeringen zijn hoog", zegt Hans van Geesbergén van de Productorganisatie Mosselcultuur, die in de haven van Yerse- ke kantoor houdt. „Toch helpen banken niét met de financiering, want de invangin- stallaties zijn niet meer dan een verzame ling: plastic, hout en touw, ondanks dat ze .voorde mosselvisser verschrikkelijk waar- devöl zijn. MZI's kosten tonnen, omdat materialen.alstouwen, ankers en drijvers peperduur zjj'n. Het speciale touw wordt .bijvoorbeejd uit een fabriek in Nieuw-Zee- land ingevlogen." Om een idee te krijgen: de vlotten?van Wout van.den Berg kosten dui/ord euro en daaronder hangen vijf net- .ten 370 euro per stuk. De afgelopen jaren heeft fiij een kapitaal geïnvesteerd: „Ik ben van 2> vlotten in 2006 naar 325 in 2009 ge- .gaan", rékent hij voor. De branche is sinds 2008 niet bij de pak ken riëer gaan zitten, zoveel is duidelijk. Ondernemers proberen er het beste van te maken, ieder op zijn eigen manier. Sommi gen doem dat met een experimenteerver- 1 gunning, waardoor ze net iets meer kun- nen dan de rest. Voorwaarde voor een der gelijke vergunning is om net iets anders te doen dan anderen. Wout van Berg heeft zijn vlotten, Marinus Padmos werkt met een buizensysteem met netten eronder. De buizen zijn inklapbaar, zoals een duim stok. Handig, want de MZI's mogen maar een halfjaar in het water liggen en moeten dus twee keer per jaar worden verplaatst. „Ik heb er een patent op gevraagd", zegt Padmos in zijn woning in Bruinisse. „Het zijn eigenlijk drijvende mosselpercelen. In mijn vrije tijd duik ik graag en natuurlijk kijk ik dan met enige regelmaat naar wat er onder die buizen gebeurt. Op dat mos selzaad komt ontzettend veel leven af Zee honden weten dat, die heb ik al diverse malen gespot. Ze zijn nieuwsgierig en lo pen niet vast in de netten, daarvoor zijn ze te fijnmazig. Ze spelen er haasje-over, ge weldig om te zien." De BRU-40, een voormalige kokkelschuit die in 2009 volledig is verbouwd tot MZI-schip, kocht Marinus Padmos al in 2005. Toen liep de kokkelvisserij ten einde. „Wij dachten: dat doen we met het oog op de toekomst, want de natuur is grillig en als er een mager jaar is, kunnen we op MZI-zaad terugvallen. Maar toen kwam dat rumoerige jaar 2008 en de bodem werd onder ons weggeslagen. Aan de ande re kant gaf het wel rust: even geen proce dures meer. Wij werden neergezet als mi lieucrimineel, daar heb ik me best aan ge stoord in de discussie van de afgelopen ja ren. Wij, die leven met de natuur en er vol komen afhankelijk van zijn. In de Wadden zee zijn de afgelopen jaren goede percelen met veel mosselzaad gesloten, voor onder zoeksdoeleinden. Het wrange is, dat daar nu geen mosselzaad meer te vinden is. Dat wisten wij natuurlijk allang, want als je een perceel ongemoeid laat, sterft 99 pro cent van het mosselzaad." Die afhankelijkheid van de natuur is alleen maar groter geworden met de komst van de MZI's, beweert Padmos. „Ik ken een col lega die in de stormen van vorig jaar al zijn MZI's is kwijtgeraakt. Het vervelende is, als dat gebeurt kan je pas het jaar daarop opnieuw beginnen." Zes familiebedrijven in Yerseke zoe ken het in samenwerking. Ze richt ten de Samenwerkende Mosselbe- drijven Yerseke op, onder collega's mees muilend Slaven Maatschappij Yerseke ge noemd. Vanwege het vele en harde werk. De mosselzaadvisserij is veel arbeidsinten siever geworden met de introductie van de MZI's. In de voorheen relatief rustige win termaanden knopen de mosselvissers nu hun MZI's in elkaar. Ook varen ze veel meer heen-en-weer dan vroeger. En er zijn opslagproblemen omdat de materia len niet het hele seizoen door in het water mogen blijven liggen. Bovendien valt de oogst van de mosselen samen met die van het mosselzaad. De verwachting is dat het werk de komende jaren alleen maar meer zal worden. Jos van Damme, een van de partners in de SMY, gelooft heilig in de kracht van samen werking en hij is daarin bepaald niet de enige. Deze week werd bekend dat vier grote spelers in de markt, BRU 40 BV, Vis- kwekerij Neeltje Jans BV, Prins 8c Dinge- manse Aquacultuur en Roem van Yerseke, een consortium willen beginnen om geza menlijk op de Noordzee commerciële mos selproductie te exploiteren. In principe gaat het om een proefpro ject van drie jaar, dat een miljoen euro kost. Van Damme: „Als je deze over gangsperiode wilt overleven, heb je ande ren nodig, want dit overstijgt je eigen capa citeiten. Dit is een titanenklus, we zijn als mosselsector bezig om iets nieuws uit te vinden", zegt hij in de kajuit van de YE-58, een modern mosselschip dat nog steeds wordt ingezet voor de traditionele bodem- zaadvisserij. Koningin Beatrix heeft er nog een kopje koffie met hem gedronken, in de tijd dat de mosselwereld volledig op zijn kop stond. „Ze was oprecht geïnteres seerd, stelde veel vragen", zegt Van Dam me. Het schip van SMY-partner Flip Sinke, de YE-62, is al wel ingericht als MZI-schuit. „Hij is net vier weken op de Waddenzee geweest om 220 kilometer lijnen in het wa ter te leggen met netten, verankering en boeien. Dat hebben we zo afgesproken: als hij het mosselzaad van onze MZI's haalt, brengt de rest de mosseloogst tijdens het topseizoen in augustus naar de veiling. Want net op het moment dat de mosselen voor de hoogste prijzen worden verkocht, moet je ook zaad oogsten. Eigenlijk moet je overal tegelijk zijn, daarom hebben wij het werk verdeeld." De komende jaren zal de sector zich moe ten verdiepen in vergroting van het rende ment van mosselzaad uit MZI's. Van Gees- bergen van Productorganisatie Mosselcul tuur: „De mosselcultuuT met MZI's heeft veel kleinere marges. Het mosselzaad dat je van de bodem opvangt kostte niets. Als de kostprijs voor 1 mosselton, dus 100 kilo, 60 euro is en je verkoopt die voor 70 euro, dan heb je nog maar 10 euro verdiend. Er is concurrentie bij gekomen, voornamelijk uit Duitsland, ook dat is een nieuwe ont wikkeling. Die mogen nog altijd gebruik maken van het mosselzaad op de bodem, waardoor de prijzen op scherp komen te staan. Dus ook al tonen we aan dat het technisch kan, dat wil nog niet zeggen dat het economisch gezien ook mogelijk is." Kleinere mosselvissers zullen het moeilijk krijgen, als de volgende fase ingaat en 40 procent van de mosselen uit MZI's moet komen. „Schaalvergroting lijkt onvermijdelijk. Of de natuurbeschermingsorganisaties dat voor ogen hadden, is maar zeer de vraag", zegt Van Geesbergen. foto Peter Buteijn

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2011 | | pagina 81