de dammen jubileren 113 zaterdag 23 april 2011 Peter de Koeijer van landbouworganisatie ZLTO Oesterdam De dam verbindt Zuid-Beve land met Tholen Door de Oesterdam ont stond het Zoommeer Met 10,5 kilometer de lang ste dam van de Deltawerken Vormt samen met de Philips- dam en de Markiezaatskade de zogenaamde comparti- menteringswerken Aanleg door langdurig op spuiten De Bergse Diepsluis ligt op de ruïnes van de verdronken stad Reimerswaal ,,V r'-J wel zin heeft gehad", zegt Peter de Koeijer, bestuurder van landbouworganisatie ZLTO. „Het nut van de zoetwa terbekkens, de meren achter de Oesterdam en de Philips- dam - het Krammer-Volkerak, het Zoommeer en het Mar- kiezaatsmeer, is tegengevallen." „Bovendien hebben we in de Oosterschelde nu te maken met zandhonger. Die was vast minder geweest als de Oos terschelde groter was gebleven. Het water stroomt nu minder doordat er minder ruimte achter de kering is. Hoe groter het gebied, hoe meer water er in en uit kan. En hoe meer water, hoe groter de stroom. En hoe meer het uit- schuurt." De ansjovisvisserij is door de aanleg van de dam verwor den van bedrijfstak tot folklore. En van het 'plasje voor Bergen op Zoom' wordt door boeren geen gebruik ge maakt, zegt De Koeijer. „Dat kan niet, omdat er blauwalg in zit. Die is giftig, dus de waterschappen willen die liever niet in hun sloten. Daarom stoppen ze met zoet water in laten op het moment dat de blauwalg opduikt. Tegelijker tijd geldt dan een beregeningsverbod. Dat is meestal na twee weken warm weer in de zomer." „Vooral veel groentegewassen kun je veel moeilijker telen als je niet kunt beregenen. Broccoli bijvoorbeeld: dat groeit zes tot acht weken, de hele zomer door. Een boer zaait en oogst dat een tijd lang elke week. Hij moet kun nen beregenen zodat zijn oogstplan past." „Boeren maken vaak afspraken met afnemers, daar zit een wereld van planning achter. Je künt niet afhankelijk zijn van een enkele regenbui; daar kun je niet op plannen." Op Tholen kunnen boeren beregenen met het zoete wa ter uit de meren tot de blauwalg opduikt, zegt De Koeijer. „Toch is ook dat belangrijk; Tholen is van oudsher gericht op vroege aardappelen. De dorés van Tholen zijn be roemd. Omdat het primeurteelten zijn, wil je ook echt de eerste zijn: je kunt niet wachten tot de regenbui komt." De landbouwsector pleitte in de jaren zeventig voor volle dige afsluiting van de Oosterschelde. Boeren verwachtten destijds te profiteren van het zoete water. Met de ervaring met de blauwalg in het Zoommeer, is de vraag of dat wel was gelukt, zegt De Koeijer. „En eerlijkheidshalve moet ik zeggen dat de ontwikkeling van de prijs voor vollegronds- groenten niet gunstig is geweest. Dat had de ontwikkeling van de sector in de weg kunnen staan." En toch hebben de Deltawerken de boeren geholpen: door de wegen die over de dammen zijn aangelegd kun nen producten veel sneller naar afnemers worden ver voerd. „De logistiek is beter te plannen en het transport is goedkoper geworden. Dat is een heel groot voordeel, bijna niet uit te drukken. Alles wordt nu probleemloos af gevoerd, je moet er toch niet aan denken dat je afhanke lijk bent van veerpontjes. Dat is wel heel gezellig, maar niet efficiënt Vroeger paste dat in het ritme, maar in de 24-uursecono- mie past dat niet meer. We zouden genegeerd worden door afnemers. Als je twee uur te laat bij de patatboer bent, kijkt hij de volgende keer verder naar een andere le verancier. De Deltawerken hebben ervoor gezorgd dat we mee kunnen. Anders waren we zeker op achterstand ge raakt Wat we ervan geleerd hebben is dat ingrijpen in de natuur altijd weer een antwoord van de natuur oplevert. We hebben de neiging om daar dan weer op te reageren, maar soms moet je de natuur de kans geven om te herstel len." De Oesterdam heeft wel een bedrijfstak om zeep gehol pen: „Op de scheidslijn tussen zoet en zout vond toen nog ansjovisserij plaats. Daar is door de bouw van de oes terdam een einde aan gekomen. Ja, er wordt nog wel op ansjovis gevist, maar dat stelt niks meer voor, dat is folklo re geworden. Voor de bouw van d? Oesterdam was dat een echt bedrijfstakje. Het is natuurlijk de vraag of de ans jovisvisserij na 25 jaar nog zou bestaan, maar dat weet je nooit."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2011 | | pagina 151