De Steil in
'Ze is altijd welkom' 'Ik doe veel zelf'
//^>alans
Kinderen moeten voor
hun ouders zorgen
Woensdag 20 april 2011
Toos (78), moeder van Goon
"Ik deed veertig jaar geleden al aan mantelzorg,
toen was het heel gewoon."
Goon (50), zoon van Toos
„Ik vind mijn generatie behoorlijk
tisch, zelfs wat gemakzuchtig
Mijn moeder heeft dat ook voor haar moeder
gedaan. Mijn oma was slecht ter been en voor
mijn moeder was het handig als ze in kwam wo
nen, dat maakte het verzorgen makkelijker. En
ik kan oprecht zeggen dat mijn broertje en ik
het nooit als vervelend hebben ervaren. We heb
ben zelfs ontzettend veel gelachen.
Mijn vader was behoorlijk progressief en mijn
oma nogal conservatief. Dat heeft vaak hilarische si
tuaties opgeleverd. Maar altijd vanuit respect. En nu
nog steeds gaan de meeste verhalen van vroeger over
oma. We hebben er alleen maar hele fijne herinneringen
aan en de zorg voor haar heeft het gezinsleven nooit in de
weg gestaan. Daarbij zorgden wij er weer voor dat mijn oma
lange tijd midden in het leven bleef staan, omdat ze mee ging in
de ontwikkelingen van een gezin.
Tegenwoordig hoor je termen als 'mantelzorg'. Mensen kunnen
daar zo opgefokt over doen. Dat het zo'n geregel is en zo. Ik deed
veertig jaar geleden al aan mantelzorg, maar toen was het heel ge
woon."
Eén stelling, twee meningen. Moeder en
zoon. Ze reageren beiden vanuit hun hart. En
streven, ondanks de verschillende opvattingen,
toch naar hetzelfde doel.
door Joyce Muilenburg
Mijn moeder heeft een zeer uitgesproken me
ning over de stelling, maar die heb ik ook. Ik
vind dus wél dat kinderen voor hun ouders
moeten zorgen. Ik moet er niet aan denken dat mijn
moeder in een zorgcentrum terechtkomt en dat ik
haar daar dan iedere week mag komen opzoe
ken. Dat zou mij een erg ongelukkig gevoel ge
ven. Dus als de gelegenheid zich voordoet, wil
ik graag dat ze bij mij en mijn gezin komt wo
nen.
Ik ben het niet met de stelling eens. Goed voor je
ouders zijn, daar gaat het om. Dat hoeft niet te beteken
dat je maar meteen de hele zorg voor hen op je neemt.
Bovendien, niet iedereen kan dat. Beter is om als kind te'
doen watje kunt voor je ouders: er zoveel mogelijk voor
hen te zijn. Dat is voor iedereen vèrschillend, zoiets kun
je niet verplichten.
Zelf heb ik mijn moeder intensief verzorgd. Ze kwam
bij ons in huis, samen met mijn broer die verstandelijk
gehandicapt was. Mijn man en ik hadden het voorge
steld en mijn moeder zei meteen ja. Eigenlijk meer
voor mijn broer, voor wie dan ook gezorgd zou wor
den. Ze zat daar meer over in, dan over zichzelf.
Mijn moeder heeft negen jaar bij ons gewoond, mijn
brper zeventien jaar. Toen hij was overleden zei ie-^
mand tegen mij: 'Je hebt zeventien jaar van je leven'
weggegooid'. Ik was erg verbaasd over die opmerking.
Zo voelde het helemaal niet. Het gaf mij veel voldoening
om voor mijn familie te zorgen, ik vond het mooi om te
doen.
Nee, ik hoef geen seconde te twijfelen en zal' zondermeer de zorg voor
mijn moeder, of voor mijn schoonouders, op me nemen. Ik vind dat mijn
generatie behoorlijk individualistisch leeft. Zelfs wat gemakzuchtig. We
mogen best wat meer voor een ander betekenen. Bovendien krijg je daar
zelf ook weer positieve energie van.
Ik hoop dus dat de geschiedenis zich herhaalt en dat mijn moeder bij ons
intrekt. Nu kan ze, met haar 78 jaar, nog heel goed voor zichzelf zorgen
en de voorzieningen voor ouderen zijn natuurlijk ook verbeterd. Maar
Toos weet dat ze altijd welkom is."
Toch verwacht Toos niet van haar eigen kinderen dat ze haar in huis ne
men als ze niet meer voor zichzelf kan zorgen. „Mijn man is enkele jaren
geleden overleden, ik doe veel zelf. Mijn kinderen wonen niet in de buurt.
Voorlopig wil ik niet weg uit het dorp waar ik geboren en getogen ben,
maar als dat niet meer gaat...tja... dat schuif ik nog maar even voor me
uit. Ik ben graag bij mijn kinderen, ik logeer regelmatig bij hen, maar kom
ook weer graag thuis. Lekker aan mijn eigen tafel."