181 gezondheid 'Je kunt altijd nog het water in' E Voordelen zwemmen maandag 18 april 2011 Zwemmen is zo'n beetje de enige sport die je van de wieg tot bet graf kunt doen. Weinig blessuregevaar, uitstekend voor de conditie. En er zijn manieren om het aloude baan tjes trekken minder saai te maken. door Ingrid Beckers n nu gaan we er nog een sprintje uit persen! Kom op, laat maar eens zien dat jullie ook hard kun nen zwemmen..." In het 25-meter- bad van Nationaal Zwemcentrum De Ton- gelreep in Eindhoven volgt een groep zwem mers instructies op van trainster Astrid van den Hoogenband, de 'moeder van'. Twee keer per week geeft zij het zogeheten bege leid baantjes trekken. Zwemmers werken aan hun techniek en krijgen tegelijkertijd duur- en intervaltraining. De een doet dat voor een snellere tijd op de triatlon, de an der om beter te zwemmen of voor de gezel ligheid. „Als je alleen zwemt, weet je niet of je het goed doet", zegt Peter van Antwer pen (50) na de les. „En baantjes trekken in een groep is ook afwisselender dan in je een tje heen-en-weer zwemmen." Van Antwerpen is recreatief zwemmer sinds hij een paar jaar geleden van de huis arts een serieuze waarschuwing kreeg. „Ik was te zwaar en had een veel te hoge bloed druk. Omdat ik vanwege mijn enkels niet meer kon hardlopen, ging ik maar zwem men." Het is in de recreatieve zwemsport een klas siek verhaal: pas nadat mensen geblesseerd raken bij het beoefenen van een andere sport, duiken ze regelmatig het zwembad in om te trainen. Vaak op oudere leeftijd. „Als ongebonden sport zit zwemmen niet zo in onze cultuur gebakken", meent Roald van Vliet, bewegingswetenschapper en innova tiemanager van InnoSportlab De Tongel- reep. „Dat komt omdat kinderen vooral le ren zwemmen uit veiligheidsoverwegingen. We gaan op zwemles en als we diploma B op zak hebben, mogen we van onze ouders een échte sport kiezen." Dat neemt niet weg dat vier miljoen Neder landers acht tot tien keer per jaar zwem men. Maar dat doen ze vooral op vakantie, in de zomer of af en toe voor de lol in een golfslagbad. Het aantal wedstrijdzwemmers in Nederland is maar 150.000. Cijfers over mensen die wekelijks baantjes trekken voor de gezondheid zijn niet bekend. Die laatste groep bestaat voornamelijk uit senioren, weet Van Vliet. „Uiteindelijk eindigen we al lemaal in het zwembad. Zwemmen is de enige sport die je vanaf de wieg tot aan het graf kunt doen. Of je nu broze botten hebt of heel zwaar bent, je kunt altijd nog in het water springen." De voordelen van zwemmen ten opzichte van andere sporten op het droge zijn over het algemeen wel bekend. Een van de be- Door het geringe gewicht in het water heeft het lichaam nauwelijks met drukkracht te ma ken. Er is weinig tot geen schokbelasting voor de gewrichten, pezen en banden. Dat is goed voor mensen met fors overgewicht, zwakke enkels, knieën of lage rugklachten. Door waterweerstand zijn zwembewegingen dubbel belastend ten opzichte van andere sporten. Daarom gebruik je in het water per definitie meer energie dan op het land. 0 Alle grote spiergroepen worden gebruikt: be nen, armen, rug en buik. Ook de hulpadem halingsspieren worden getraind, waardoor het uithoudingsvermogen groter wordt. langrijkste is dat het lichaam nauwelijks drukkracht krijgt te verduren door het ber- pekte gewicht in het water. Baantjes trek ken, zorgt dus in tegenstelling tot bijvoor beeld hardlopen of fietsen voor weinig tot geen schokbelasting. Gewrichten, pezen en banden worden ontzien. En dat is gunstig voor mensen met fors overgewicht, zwakke enkels, knieën of lage rugklachten. Weinig last van gewicht betekent niet dat je in het zwembad nauwelijks inspanning hoeft te le veren. Het leuke is dat het misschien wel zo voelt. Maar stiekem gebruik je in het water per definitie meer energie dan op het land. „Jezelf warm houdemkost al energie", zegt Van Vliet. „Maar nog belangrijker is dat zwembewegingen altijd dubbel belastend zijn door de weerstand van het water." Ander groot voordeel van zwemmen is na tuurlijk dat je alle grote spiergroepen ge bruikt, dat wil zeggen: benen, armen, rug en buik. En omdat je tijdens het zwemmen ook de zogenaamde hulpademhalingsspie ren traint, gaat het uithoudingsvermogen met sprongen vooruit. Enige nadeel is dat zwemmen de botopbouw niet bevordert omdat gewrichten niet worden belast. Vrou wen hoeven riiet bang te zijn voor brede schouders a la olympisch kampioen Inge de Bruijn. Om spierballen te kweken, moet je er echt krachttraining bij doen. Hoe begin je met zwemmen? Er zijn wel wat zwembaden waar je net als in De Ton- gelreep onder begeleiding baantjes kunt trekken, maar dat is zeker geen gemeen goed. Wie recreatief gaat zwemmen, zal dat dus meestal op eigen kracht moeten doen. Iedereen kan de schoolslag en volgens Van Vliet is dat ook de beste zwemslag om veel energie te verbruiken. Start eens rustig met 400 meter, zwem de keer erna 600 meter en dan 800 meter. Op het moment dat je een beetje afstand hebt opgebouwd, kun je proberen een aantal baantjes harder te zwemmen, waarbij de hartslag omhoog gaat. De kunst is steeds langer en eventueel in een hoger tempo te zwemmen, tot 2.000 meter bijvoorbeeld. Voor zwemmen gelden eigenlijk dezelfde principes als voor hardlopen. Je doet het in je eigen tempo, op je eigen manier. Extra uit daging is dat je vier zwemslagen kunt trai nen, want naast de schoolslag zijn er ook nog de vlinderslag, rug- en borstcrawl. „Mijn vader is 60 en leert nu de borstcrawl bij Astrid van den Hoogenband", lacht Van Vliet. „Veel mensen vinden deze zwemslag lastig vanwege de opgelegde ademhaling. Maar dat is een kwestie van techniek." In De Tongelreep trekken de baantjeszwem mers flippers aan om hun ademhaling tij dens de borstcrawl te oefenen. „Het fijne van flippers is dat je goed techniek kunt oe fenen, omdat je niet meer op je benen hoeft te letten", legt Van den Hoogenband uit. Anja Kijler (48) komt speciaal voor de borst crawl onder begeleiding baantjes trekken. „Als hardloper en fietser heb ik een goede conditie, maar de borstcrawl hield ik nog geen twee baantjes vol. Ik ben er nog steeds niet heel goed in hoor, maar het gaat een stuk beter." Mies Kuipers (52) rijdt elke week van Breda naar Eindhoven om haar schoolslag te verbeteren. „Mijn hart ligt bij de marathon, maar door een knieblessure kan ik niet meer lopen. Gelukkig kan ik ook ergens anders goed in worden, merk ik nu. In enkele weken heb ik 8 seconden gewon nen op de 200 meter schoolslag. Mezelf.ver- beteren vind ik heel erg leuk. En ik ben blij dat ik dat nu met zwemmen kan." =^k reageren? gezondheid@wegener.nl

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2011 | | pagina 18