uitu Jan Fabre bruist in Kröller-Müller Yamato trommelt krijgshaftig m dönuw ,^^v' ::y7- door Marion Groenewoud De Antwerpse theater maker en kunstenaar Jan Fabre (1958) heerst in vijf zalen van het Kröller-Müller Museum in Otterlo op de Hoge Veluwe. Fabre staat voor reflectie maar ook confrontatie, bij voorkeur met het menselijk lichaam. Het meest prikkelende werk van deze grote en opzienbarende over zichtstentoonstelling heet Fontein van de Wereld. Hier ligt het even beeld van Fabre in spijkerpak te midden van een grote berg grafste nen waarop de doden namen dra gen als Metselwesp, Pillendraaier en Olifantstor. Wie dichterbij komt, ontdekt dan pas de enorme penis in erectieve staat. „Om de twaalf minuten spuit hij", weten de museummede werkers. „In het begin kwam het tot het plafond. Nu is de grootste druk eraf" Het witte vocht in het kruis van de man is zeepsop en in een werkhok staat een enorme ton met voorraad. De ejaculerende Fabre brengt op deze wijze leven in de dood. In een vitrine plaatst Fabre de zogenaamde hersenen van zijn vader en zijn moeder met wapperende vlaggetjes. Fascinerend zijn ook de 'punaise mannen', zittend en hangend, als goudkleurige stekelvarkens. De be nen en stoelpoten omwikkeld met vlees. Zoals hij jaren geleden de pi laren van de Gentse universiteit, tot afgrijzen van de bewoners, be dekte met rottende ham. Ook de bijzondere beelden gemaakt van de juweelkeverschildjes zijn impo nerend. De restanten van de scara- bee haalt Fabre uit Thailand waar het beestje een lekkernij is. Het omhulsel is voor hem een belang rijk vertelmiddel. „De jas, de pels, de huid als bescherming. Omdat de mens zelf zo kwetsbaar is", al dus Fabre. De scarabee of Thaise juweelkever draagt zijn skelet ech ter aan de buitenkant. Voor Fabre is dit dier het icoon van de heden- Jan Fabre bij zijn Kongo-kunstwerk in Kröller-Müller. kunstenaar. De personifica tie van kwetsbaarheid ofwel de 'Krijger van de Schoonheid'. Een grote verrassing binnen de ex positie is het deel van het plafond uit het paleis van de Belgische ko ning Paola. De plaat is helemaal volgeplakt met groenblauwe scara- beeschildjes. De enorme kroon luchter van hetzelfde materiaal is vastgeklemd tussen plafond en vloer. De collages in dezelfde zaal verwijzen direct naar de dubieuze relatie tussen België en haar voor malige kolonie Kongo. Op veld van keverschildjes ligt languit op de buik het gegeselde lichaam van een zwarte slaaf Welkom bij Jan Fabre in Otterlo. Buiten op het dak van het mu seum staat het bekende goudkleu rige werk met de titel Man die de Wolken Meet (1998). Het is een van de vele alter ego's en een ver wijzing naar zijn tweelingbroer die op tienjarige leeftijd overleed aan een hersenvliesontsteking. Met de beelden van plassende en ejaculerende personen vertelt hij ons het verhaal van vruchtbaar heid en ontlading. Ofwel leven in de dood. „Zij garanderen het voortbestaan van de mens", aldus Fabre. „Zo kom je bij het diepst van jezelf" In een andere zaal toont Fabre li chaamsdelen, gemaakt van beende ren: de penis, de vagina, het hart en het brein op sokkels van glas. Er hangen tekeningen van Fabre waarin hij zijn eigen bloed ver werkte: Je suis Sang. De onuitputtelijke kunstenaar werkt dag en nacht of zoals hijzelf stelt: „Ik leef in het weekend van zeven dagen en zeven nachten." Fabre is niet uit op provocatie. Daarvoor zijn de schetsen, het eer foto Cees Baars/GPD betoon aan de insecten, de 'nacht boeknotities' en tranentekeningen te breekbaar: „Gehuild, 19 maart 2003, emotionele tranen (voor een vrouw)." Zijn werken vormen bo venal de enerverende zoektocht naar het menselijk lichaam met het brein als onontdekte planeet. De fontein Fabre bruist in Kröller- Müller: hij spuit rijkelijk, maar liefst 48 keer op een dag, volgens de suppoost. Expositie Jan Fabre: Hortus/Corpus - tot 4 september in Kröller-Müller Museum Otterlo. www.kmm.nl De Yamato Drummers: traditioneel en r.ieuw tegelijk. door Nico de Boer De Yamato drummers vor men geen doorsnee Japan se slagwerkgroep met veel krijgshaftig vertoon. Ze combine ren traditioneel met eigentijds en zijn opvallend open en speels. Ze zorgen voor energiek en slim spek takel waarvoor ook de handen op elkaar gaan bij wie niet meteen warmloopt voor een slagwerk groep. Yamato, dat drummen als een vorm van topsport en enter tainment beoefent, toert momen teel door Nederland met 'Gamus- hara, The beat of courage'. En niet zonder ambivalente gevoe lens. Het recente natuurgeweld in hun land heeft de leden van het ge zelschap uiteraard niet onberoerd gelaten. „Toen het gebeurde speel den we in Parijs", vertelt Gen Hida- ka (28), drummer én performer van Yamato. „We konden nauwe lijks geloven wat we zagen. Een nachtmerrie. Het leek wel een af schuwelijke film." De naam van de groep, Yamato, licht Hidaka toe, is ontleend aan het gebied met die naam, dat geldt als de bakermat van de Japanse cul tuur. In de streek ligt het dorp Asu- ka (vlakbij de stad Nara, de voor malige hoofdstad van Japan), waar de groep woont en werkt, als zij tenminste niet op tournee is. Ya mato werd in 1993 opgericht door de Masa Ogawa, die toen zelf ict'er was in een strak pak met stropdas. Yamato bestaat uit vijftien leden. Op de bühne doen doorgaans tien tot twaalf muzikanten mee, de helft vrouwen, de helft mannen, die in leeftijd variëren van acht tien tot in de dertig. Het instrumentarium van Yamato bestaat uit traditionele Japanse drums, de taiko. Een constante is de resonans van de odaiko, een im mens grote trom, gemaakt van een eeuwenoude boom, die tot in alle vezels van de zaal zindert en vi breert. De muzikanten maken hun drumsticks zelf en verzorgen ze zorgvuldig, want ze geloven heilig in de natuurgeesten die er in hui zen. Yamato drummers: zondag 24 april Chassé Breda; dinsdag 17 mei Nieuwe Luxor Rotterdam; maandag 23 mei De Maagd Bergen op Zoom.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2011 | | pagina 75