wat korter
3 spectrum
mmi
II
m
Dit is wie ik ben en ik blijf zo
Zaterdag 2 april 2011
door Adriënne van der Werf
Als je aan klederdracht denkt, zullen je verschil
lende beelden te binnen schieten. De kap, de
krullen, de lange rokken en niet te vergeten
de bloedkoralen kettingen. Een mooi stukje
Zeeuwse geschiedenis, dat wij naar de toekomst
wilden halen. Wat je niet zou denken, is dat er nog vele
elementen van vroeger verstopt zitten in de kleding van
nu. Net iets anders van vorm of kleur, maar wel gebaseerd
op hetzelfde idee.
Dat vinden wij zo leuk aan mode: het verandert, maar laat
ook een stukje verleden zien, een verhaal. Door middel
van deze fotoserie willen wij ons verhaal vertellen. Twee
Zeeuwse, moderne meisjes, met duidelijk hun stukje Zee
land bij zich dragend en vastbesloten om de wijde wereld
in te trekken. Hierbij staan de dracht en boerse omgeving
voor Zeeland en de moderne uitstraling voor nu en de
toekomst.
De authentieke streekdracht konden wij lenen en gebrui
ken van Katrien van Weele uit Wolphaartsdijk. Ook heb
ben wij sieraden en de kappen met krullen kunnen lenen
van kringloopwinkel Traas in Middelburg (zie colofon).
Om deze kleding een modern karakter te geven, hebben
we ze in zekere mate aangepast Zo hebben we de rok
ken wat korter gemaakt en hoger in de taille geplaatst dan
gebruikelijk. Wat ons ook opviel was het gebruik van de
verschillende stijlen stoffen voor het bovenstuk: van bloe-
menprint tot Chinees zijde, van volledig zwart tot gouden
borduursels. De klederdracht is dus wellicht gebaseerd op
de mode van toen en veranderde dus ook van tijd tot tijd,
net als nu.
Ook de Indonesische tweeling, die eigenlijk een beetje
symbool voor ons staan, vertellen een verhaal. Hun voor
ouders zijn zeer waarschijnlijk naar Nederland gekomen
vanwege ons koloniale verleden. We hebben juist hen
gekozen, vanwege hun buitenlandse uitstraling. Zij staan
symbool voor het moderne Nederland, waar verschillende
culturen met elkaar vermengen en samensmelten.
De versmelting van de dracht, de chemie die daarbij ont
staat, is een opluchting. Hieruit kunnen wij concluderen
dat niet alles van vroeger verloren gaat en dat je, overal
waar je goed kijkt, je nog een stukje van toen kan proeven.
„Het fijne aan het dragen van klederdracht, is dat je er netjes
uit blijft zien', zegt mevrouw I. Traas-Janse uit 's-Graven-
polder, „Klederdracht heb je niet aan, dat toon je", vertelt ze
trots. „Ik vind het gewoon elke keer leuk om mezelf mooi aan
te kleden, dat het gewoon allemaal netjes zit zoals het hoort."
Mevrouw Traas (88) ziet er fantastisch uit voor haar leeftijd.
Net als vele anderen is zij de dracht gaan dragen op haar zesde,
toen ze naar de lagere school ging. „Mijn ouders droegen het
allebei. Ik was het derde zusje dat in klederdracht naar school
ging." i let gezin bestond uit maar liefst vijftien kinderen. Nu
is ze als enige overgebleven die de dracht nog draagt.
Mevrouw Traas komt oorspronkelijk uit Serooskerke op
Walcheren. Tijdens de inundatie van Walcheren in 1944 is zij
gevlucht naar Baarland. In die tijd heeft ze haar toekomstige
man leren kennen. „Mijn familie is toen teruggegaan naar Se
rooskerke, maar ik bleef hier." Haar man was altijd erg trots op
haar, vertelt ze. „Als we dan voor de kerk stonden, zei hij: 'Laat
me eens kijken vrouwe, ofalles nog recht zit'. En dan draaide
ik altijd een rondje voor hem."
De klerenkast van mevrouw Traas is goed gevuld. Alle biezen
heeft ze zelf genaaid. „Ik verzin het gewoon zelf, dan weer
een goud randje of een knoopje." De stoften heeft ze via
een vriendin. „Die moeten namelijk heel dun zijn, het moet
plooien, dat is het verschil tussen Walcherse en Zuid-Beve-
landse dracht."
Zelfheeft de 's-Gravenpolderse wel een idee waarom de kle
derdracht in tachtig jaar verdwenen is. „Tijdens de inundatie
en de watersnoodramp is er heel veel kleding vergaan en er
waren mensen die geen zin hadden om het opnieuw aan te
schaften, dat was veel te duur." Ze vertelt dat er veel vrouwen
waren die eigenlijk van de dracht afwilden stappen, maar
dat dit niet werd geaccepteerd. „De oorlog, de inundatie en
de ramp van 1953 gaven hen de kans om dit toch te doen." Ze
heeft nooit overwogen om er zelf van af te stappen. „Een jurk,
rok of broek heb ik nog nooit aan gehad. Laat mij maar een
boerinnetje blijven hoor. Dat is wie ik ben en ik blijf zo."