wonen34 u ■t o sr B Vijvervarens De wereld is klein op het paradijselijke bounty-eiland Aruba Tuinbank met/zonder tafel Zaterdag 26 maart 2011 Ontluikende konings varen. foto RvdK O 5 7s Over varens bestaan nogal wat misverstanden. Vaak wordt gedacht dat alle varens veel vocht nodig hebben en dat ze in de schaduw moeten staan. Varens groeien toch immers in het bos? Om te beginnen is het in het bos niet altijd vochtig. De bomen gebruiken zo veel water, dat er niet veel overblijft voor de planten die eronder groeien. Ten tweede groeien varens niet altijd in het bos. Ze groeien soms op de droogste plaatsen, op muren in de bla kende zon, maar ook in ondiep water. Varens groeien eigen lijk overal. Zelfs in putten en bovenop daken kun je ze te genkomen. Dat komt doordat de sporen waaruit ze groeien, zo fijn zijn als stof 's Zomers is de lucht vol van varenspo ren. Die dringen overal door, tot in onze luchtpijp aan toe, hoewel ze daar niet ontkiemen. Een groep van varens die in de tuin van belang is, wordt ge vormd door varens die naast of zelfs in de vijver groeien. Vijvers liggen bijna altijd in de volle zon, maar deze varens doen het prima in de zon zolang ze nat staan. De bekendste is de koningsvaren, een reus van 1,5 meter hoog. Koningsva rens staan liever naast dan in de vijver. Ze groeien zo dat hun wortels tot in het water reiken, terwijl de plant droog blijft. Vroeger kwam de koningsvaren, Osmunda regalis, in Nederland op aardig wat plaatsen in het wild voor, maar die tijden zijn voorbij. Gelukkig zijn er nog tuinen. Koningsvarens zijn geen snelle groeiers. Ze doen er jaren over om tot volle wasdom te komen, maar dan heb je ook een majesteitelijke pol. De zwarte, vezelige wortels groeien deels boven de grond, waar ze een dichte horst vormen waarin zich weer andere planten kunnen vestigen. Een varen die liefst in het moeras of in ondiep wa ter groeit, is de bolletjesvaren, Onoclea sensibilis. De bolletjesvaren wordt niet hoger dan 50 centimeter en breidt zich in razend tempo uit via wortelstok ken. Wie deze varen in toom wil houden, kan hem beter met pot en al in de modder planten, hoewel hij ook daaruit kan ontsnappen. En wieden in moe ras is geen pretje. De zuigende en slurpende gelui den die klinken als je een plant uittrekt, zijn wel aardig, maar vaak komen ook andere planten mee. Een varen die zelfs in Nederland voorlopig niet zal uitsterven omdat hij in onbereikbare moerassen groeit/is Thelypteris palustris, de moerasvaren. Dit is de kleinste van het drietal, met geveerde blade ren van hoogstens 30 centimeter lengte. De moeras varen groeit in moerassen, maar stuurt lange uitlo pers het water in. Dat verandert daardoor op den duur ook in moeras. Je kunt die uitlopers losknip pen, waardoor een drijvend vlot van moerasvaren ontstaat waarop kikkers kunnen uitrusten. Behalve een reddingsboei voor kikkers, hebben moerasva rens nóg een functie: ze maken veel wortels die los in het water hangen en dat water filteren zodat het helder blijft. Het ene meubel is opvallender dan het andere. Neem de Coffee Bench, voor Beyond Standards ontworpen door Karolina Tylka en Szymon Nawój uit Polen. Daarbij valt een grijs tweezitter- tje, hoe vertrouwd en comforta bel misschien ook, in het niet. Tylka en Nawój kregen inspiratie voor dit ontwerp toen zij, in de tuin gezeten, geen plekje vonden om een kop koffie neer te zetten. De Coffee Bench heeft roterende elementen die afzonderlijk of als groepje kunnen worden versteld. In een handomdraai kan een ta fel tevoorschijn worden getoverd. De bank is speciaal ontworpen voor in de tuin. Als materiaal zijn meerdere soorten hout en kunststof mogelijk, in diverse len- ges. Er is ook een zachte variant voor binnen, met lederen of vil ten zitting. Verkoopadressen zijn (nog) niet bekend. Meer info: Hl www.serwantka.com wonen@wegener.nl 024-3650509 We kennen hem van herensociëteiten en deftige huizen: de Chesterfield-bank. Met zijn kenmerkende gecapitonneerde rugleuning is hij een fenomeen. Het icoon van klassieke elegantie is er nu ook in moderne uitvoeringen, door Suzanne Dijkstra De Chesterfield- bank, een 'ouderwetse' klassieker. foto's PR Een Chesterfield-bank is net een spijker broek: hoe ouder hij is, hoe mooier hij wordt. En hoe lekkerder hij zit. De klas sieke Chesterfield past in elk interieur. Hij is stoer in combinatie met dierenvel- len of juist heel vrouwelijk met gebloemde kus sentjes. Over het ontstaan van de bank met de kenmer kende gecapitonneerde rugleuning en de armleu ningen op gelijke hoogte doen verschillende ver halen de ronde. Duidelijk is in elk geval dat de bank stamt uit het Engeland van de achttiende eeuw, in de tijd van Graaf Philip Dormer Stanhope. Hij was schrijver, staatsman én de vierde hertog van Chesterfield. Hij zou op zijn sterfbed tegen zijn bediende hebben gezegd: 'Give mister Dayrolles a chair'. De butler, in de war door het naderende einde van zijn heer, gaf het bezoek bij zijn vertrek de stoel waarop deze had gezeten mee naar huis. Deze stoel zou dezelf de stijl hebben als de huidige Chesterfield-meu belen. Een stuk geloofwaardiger klinkt een ande re versie: de hertog gaf een meubelmaker op dracht een stoel te maken waarop deftige heren met rechte rug konden zitten. Vandaar de rechte rugleuning en even hoge armleuningen. Aan het einde van de negentiende eeuw werd de Chesterfield-bank niet meer alleen gebruikt in paleizen en door sigarenrokende mannen met strakke pakken in exclusieve herensociëteiten, maar ook in gewone woningen. Al snel werd in die tijd de bank geassocieerd met Sigmund Freud, die zijn cliënten op de Chesterfield aan psychoanalyse en hypnose onderwierp. Een 'enige echte Chesterfieldbank' bestaat niet, ■inmiiiRiaanMu Emigreren is een ingrijpende keuze. Familie, werk, cultuur: de emigrant laat veel achter. Maar hij verwacht ook veel terug te krijgen, bijvoorbeeld het huis van zijn dromen. door Bauke Boersma Oranjestad Hooiberg """««a, Aruba? Dat is vast: weinig werken en veel aan het strand. Eric Heinst: „Dat zou je misschien denken, maar dat gaat voor mij in elk geval niet op. Ik ben eigenaar en beheerder van een appartementencomplex, waarvan ik er zelf één be woon, er vier voor vaste verhuur zijn en vier voor toeristen. Er is altijd wel iets te doen. Van de tuin verzorgen en gasten van het vliegveld halen tot reparatie van het een of ander. En altijd als je denkt 'morgen gaan we eens lekker niksdoen aan het strand', komt er wel weer iets tussen." Daar gaat de droom van gastheer op een bounty-eiland... „Nee hoor, de droom die ik ooit had, is nog steeds intact. Al was het vroeger in mijn gedachten weliswaar een camping in Zuid-Frankrijk en is het uiteindelijk een appartementen complex op Aruba geworden." Hoe is dat zo gekomen? „Ik woonde eind jaren negentig in Davos in Zwitserland, mijn relatie liep stuk en ik wilde op vakantie. Ik ging een maand naar familie op Aruba. Mijn oom wilde verhuizen, had een stuk grond op het oog, maar wilde slechts een klein deel kopen. Toen ik terug was in Davos, vroeg hij mij of ik de rest wilde kopen. En dat heb ik toen gedaan."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2011 | | pagina 104