io| reddingsactie
'Iedereen' wist van geheime
Topoverleg in crisistijd
De kritiek neemt toe op
cH mislukte poging een
Nederlander met een he
likopter uit Libië te eva
cueren. Deskundigen
zijn verbaasd over de
'knullige' reddingspo
ging. „Er zijn onnodige ri
sico's genomen."
woensdag 23 maart 2011
reageren?
nieuwsredactie@wegener.nl
door Lianne Sieutjes en Arjen de Boer
Knullig', 'slecht voorbereid', 'ama
teuristisch', 'een blunder'. De kri
tiek op de mislukte helikoptermis
sie van eind vorige maand om een
Nederlandse ingenieur uit de Libische stad
Sirte te halen, is niet mals. Maandagavond
stuurden ministers Uri Rosenthal (Buiten
landse Zaken) en Hans Hillen (Defensie)
een brief aan de Tweede Kamer met een fei
tenrelaas van dag tot dag, van uur tot uur.
„We hebben de brief geschreven. Daar staat
alles in", zei premier Mark Rutte gisteren.
Dl meeste mensen buiten het kabinet den
ken daar anders over.
Volgens het kabinet was de evacuatie nood
zakelijk en is het risico zorgvuldig afgewo
gen. CDA en WD verschillen hierover ech
ter van mening. Kamerlid Atzo Nicolaï
(WD) vindt dat de noodzaak van de red
dingsactie is aangetoond, maar CDA-Kamer-
lid Henk Jan Ormel vindt het 'vreemd' dat
de Nederlander Sirte niet zelf kon ontvluch
ten. De situatie in Libië was volgens het ka
binet zorgelijk. De werkgever van de evacué
verzocht nadrukkelijk om hulp en het ge
bruik van de helikopter was de enige optie,
aldus Rosenthal en Hillen. Kortom, de actie
was gerechtvaardigd. Maar was er genoeg
kennis over de landingsplek, vraagt PW-lei-
der Geert Wilders zich af „Ik geloof dat ze
alleen via Google de kaart hadden beke-
Bij toenemende onlusten
in het buitenland is snel
ingrijpen van het kabinet
noodzakelijk. In het
ergste geval moeten alle
Nederlanders geëvacu
eerd worden. Hoe pakt
de overheid dit aan?
door Jan ter Harmsel
CRISISBERAAD
Het ministerie van Buitenlandse
Zaken houdt de situatie in de we
reld in de gaten, en adviseert of
het ergens wel of niet veilig is. Als
de situatie zo uit de hand loopt dat
evacuatie nodig is, dan wordt een
crisisberaad opgericht in samen
werking met de ministeries van De
fensie en van Justitie, waar ook het
Nationaal Crisiscentrum onder
valt.
Deze groep overlegt minstens één
keer per dag en neemt maatregelen
aan de hand van een vooraf opge
steld evacuatieplan dat bestaat uit
vijf fasen: voorbereiden, verminde
ren, verlaten, verzamelen en ver
trekken. De overheid wil eerst we
ten wie zich in het risicogebied be
vinden, benadert die en adviseert
hun om het gebied te verlaten.
Vlak voor de situatie aanbreekt dat
zelfstandig vertrekken niet meer
mogelijk zal zijn, probeert de Ne
derlandse ambassade in het betref
fende land de laatste Nederlanders
te verzamelen om hen gezamenlijk
te laten vertrekken.
CRISISTELEFOONTEAM
Om een overzicht te krijgen van al
le Nederlanders die in het risicoge
bied zijn, wordt een crisis telefoon
team (ctt) ingesteld. Dit gebeurt bij
toenemende onlusten zoals in Li
bië, maar ook na een natuurramp
als in Japan.
De grootte van het team verschilt
per keer. De belangrijkste taak van
het team is om via e-mail of tele
foon contact te leggen met zo veel
mogelijk Nederlanders en hun te
vragen of zij het land willen verla
ten. Hierbij krijgen ze hulp van de
ambassade, waar veel Nederlan
ders die in het buitenland gaan wo
nen zich hebben geregistreerd.
MINISTERIËLE KERNGROEP
In het kabinet vindt ondertussen
ook topoverleg plaats tussen de mi
nister-president (in dit geval Mark
Rutte), de vicepremier (Maxime
Verhagen) en de ministers van De
fensie (Hans Hillen) en van Buiten
landse Zaken (Uri Rosenthal) in
de Ministeriële Kerngroep Speciale
Operaties. Deze ministers kunnen
besluiten tot een bijzondere militai
re operatie als die ook politieke ge
volgen kan hebben. Zo kon Muam-
mar Kaddafi de overmeesterde Ne
derlandse militairen gebruiken-als
politieke gevangenen. Besluiten
van de kerngroep moeten volledig
geheim worden gehouden om de
veiligheid van alle betrokkenen te
garanderen. Deze geheimhouding
geldt ook na afloop van de missie.
INTERNATIONALE
COÖRDINATIECEL
Hoe gevaarlijker het wordt in een
bepaald land, hoe groter de druk
om nog alle Nederlanders veilig
weg te krijgen. Ook andere landen
zitten met dit probleem, dus gaan
ze samenwerken in een internatio
nale coördinatiecel. Groot-Brittan-
nië nam het voortouw tijdens de
crisis in Libië en uiteindelijk sloten
negen andere landen zich daarbij
aan. Het voordeel is dat landen op
deze manier informatie kunnen de
len en gezamenlijk militaire acties
kunnen uitvoeren.
NIEUW CRISISBERAAD
Als een militaire operatie fout gaat,
wordt een nieuw crisisberaad inge
steld. Tijdens dit topoverleg zullen
ministers opnieuw onder volledige
geheimhouding besluiten nemen.
Dat is ook de reden dat het ministe
rie van Buitenlandse Zaken niets
wilde vertellen over onderhande
lingen met Libië over de gevangen
genomen Nederlanders.
ken." Nederland beschikte over te weinig in
lichtingen, vindt ook Harry van Bommel
(SP): „Nederland heeft het risico verkeerd
ingeschat. Zo kon er een levensgevaarlijke si
tuatie ontstaan. Er is verwijtbaar geope
reerd door de minister van Defensie. Uitein
delijk is hij verantwoordelijk voor de actie,
niet de minister-president."
„Uit de brief blijkt voor mij niet de nood
zaak", zegt Rob Hunnego, kapitein-luite
nant ter zee en voorzitter van de Konink
lijke Vereniging van Marineofficieren
(KVMO). „Die zou er zijn als de man iets
mankeert en hij bijvoorbeeld dringend insu
line nodig heeft. Of dat Sirte zo onveilig was
dat de man tussen de fluitende kogels van
daan moest worden gehaald. Maar dat was
niet zo." Defensiedeskundige Ko Colijn van
Instituut Clingendael: „De overheid kan wel
heel heroïsch zeggen dat zo'n actie voor ie
dere Nederlander was gedaan, maar bij ie
der geval moet een goede afweging worden
gemaakt. In dit geval betwijfel ik of de bitte
re noodzaak er was." Oud-generaal Hans
Couzy: „Ik vind dat er onnodige risico's zijn
genomen."
De evacuatie moest volgens de ministers in
het diepste geheim worden uitgevoerd. De
evacué 'werd daarbij nadrukkelijk verzocht
niet over de evacuatieoperatie te spreken
met anderen', aldus het feitenrelaas. Toch
wisten bewapende Kaddafi-getrouwen de
heli binnen een mum van tijd te omsinge
len. Een Zweedse lerares kreeg van haar
zoon te horen dat er een evacuatie ophan
den was. De zoon had het weer van het
Zweedse ministerie van Buiten
landse Zaken.
D66-voorman Alexander
Pechtold vindt het 'merk
waardig' dat de zoon van de
Zweedse vrouw alles wist
over de plek en tijd van op
pikken. „Dan weten anderen
er vast ook meer van", aldus
Nicolaï. „Het zou best kunnen
dat de operatie daardoor in het hon
derd is gelopen", zegt Henk Jan Ormel.
„De bemanning wist niets van de situatie
op de grond, alleen van de evacué zelf Die
was even gebeld", concludeert Rob de Wijk,
directeur van het Den Haag Centrum voor
Strategische Studies. „De belangrijke conclu
sie is dat de actie niet geheim is gebleven."
„Tussen de regels door kun je lezen dat er
slordig is omgesprongen met e-mail en tele
foon", zegt Colijn. „Dat laatste is af te luiste
ren. Bovendien zijn de Zweden op een zeer
losse manier omgegaan met informatie. Dat
geeft mogelijk aan dat het coördinatiecen
trum op Malta niet helemaal waterdicht
was."
De helikopter ging één Nederlandse evacué
ophalen. Als er meer mensen stonden, dan
moest de bemanning rechtsomkeert maken
volgens de criteria. Zij zagen de evacué met
éen man praten en keerden aanvankelijk
om, maar besloten toch te landen toen de
man richting de afgesproken plek liep.
„Het is helder dat de piloot van de afgespro
ken opdracht is afgeweken. Als zij meteen
was teruggevlogen dan was het anders gelo
pen en was de bemanning niet gearres
teerd", zegt Couzy, generaal b.d. en voorzit
ter van de Federatie van Nederlandse Offi
cieren. „De pilote had zich moeten verba
zen over het feit dat er een tweede persoon
stond", stelt defensiedeskundige Colijn. „De
ingenieur stond niet op de afgesproken
plaats en zelfs met een tweede persoon. De
piloot heeft kennelijk op eigen gezag beslo
ten nog een rondje te maken. Dan is het ver
rassingselement wel weg en dat was ook
een van de belangrijkste criteria." Maar vol
gens KVMO-voorzitter Hunnego is er wel
professioneel gehandeld: „De belangrijkste
opdracht was die man daar weghalen en dat
hebben ze geprobeerd."
De verantwoordelijke ministers. Van links
naar rechts: premier Mark Rutte, vicepremier
Maxime Verhagen, Uri Rosenthal (Buitenland
se Zaken) en Hans Hillen (Defensie).