reizen 14 Copacabana In plaats van een dagje strand wordt het nagelbij ten en naar de lucht staren reizen@wegener.nl 024-3650360 Zaterdag 19 maart 2011 misschien nog wel een. De dommelende dag aan de Copaca bana wordt natuurlijk besloten met een lichte maaltijd op het terras. Salade, vis en ijskoude chopp. Omdat ik vast van plan ben er ten volle van te genieten ga ik vroeg naar bed. De volgende ochtend waaien de geluiden van de Copacabana door de open ramen naar binnen. De gordijnen laat ik lekker dicht. Snel de nieuwe zwembroek aan en rap naar beneden. Even ontbijten en dan naar bui ten, het strand op! Wat is het eigenlijk donker in de hal van het hotel. Zou de stroom uitgevallen zijn? Zwierig zwaait de portier de voordeur open. Bom dia senhor, zegt hij vrien delijk en knipt een paraplu open boven m'n hoofd. Het re gent. Regen van een druilerig type die niet de indruk maakt van korte duur te zijn. Een lelijk woord ontglipt me. Wanhopig speur ik de lucht af naar tekenen van hoop. Een streepje blauw, of op z'n minst een lichter stuk bewolking. Maar het is hopeloos. Grijs, donker tot zeer donker van toon. Nergens verbetering in zicht. Hij is er nog wel, de Co pacabana, maar ineens is het net Zandvoort, alleen dan wat breder. Bah! Op het internet vind ik een aantal sites die het weer van uur tot uur voorspellen. Daaruit kan ik concluderen dat het in de loop van de dag wat zal verbeteren. Later zelfs een zwak zonnetje. In plaats van een dromerig dagje aan het strand wordt het een martelgang van nagelbijten en naar de lucht staren. Zal het nog gaan gebeuren? Komt hij nog te voorschijn? De hotelportier begrijpt er ook niks van. De laatste maanden geen druppeltje. Elke dag zonovergoten. Soms boven de 40 graden. Ja, ja. Tegen drieën stopt de regen. Heel langzaam wordt het lich ter en ja hoor, om vier uur zijn de contouren van de zon duidelijk zichtbaar door de melkachtige sluierbewolking. Over het natte zand loop ik richting de verlaten strandtent van Flavio. Geen stoelen, geen caipirinha's, geen bikini's. Het is fris, straks maar binnen eten. Ik kan mijn gemoeds toestand kort samenvatten: ik ben diep teleurgesteld. Nog net voordat het licht van mijn mislukte vrije dag uitgaat, zie ik vaag iets blauws aan de horizon. Snel slapen, morgen weer veel te doen. Bom dia senhor, lacht de portier de volgende dag, als we na het ontbijt zwaar bepakt ons hotel verlaten. En ja hoor, na tuurlijk, het felle licht golft door de straten. Tegen de 30 gra den is het alweer en de zon brandt onbarmhartig. Nee, een vrije dag is niks gedaan, snel weer aan het werk. Een vrije dag in Rio, dat is nou nog eens een meeval ler. Het komt niet vaak voor dat je juist op een aange name plaats een poosje moet wachten op het resul taat van wat zoekwerk. Meestal logeer je op zo'n moment in een Ibis-hotel op het industrieterrein aan de rand van een rampzalige stad. Zo lang mogelijk in bed blijven liggen, is dan het devies. Maar een vrije dag in Rio de Janeiro, door te brengen aan het legendarische Copacabana-strand, dat is echt andere koek. Op het gezellige terras vlakbij ons hotel bereid ik mij voor op een dag vol zon, zee en zaligheid. Het schemert nog, de chopp (zo heet hier het bier) is ijskoud, gebruinde badgas ten slenteren naar hun huizen en hotels. Heerlijk. De zon brandt al een paar dagen onbarmhartig in mijn nek en ik kan niet wachten tot ook de rest van het lichaam mee mag doen. In de supermarkt aan het strand koop ik sunblock en een zwembroek uit de aanbieding. Waar zal ik morgen eens gaan liggen? Het strand is verdeeld in segmenten en elk van die segmenten wordt uitgebaat door de eigenaar van een strandtentje. Ter hoogte van ons hotel zal gekozen moeten worden tussen 'Marcélu y familia' en 'Flavio'. Die laatste is net bezig zijn spullen in te pakken. Flavio adverteert met zijn excellente caipirinha's, de traditionele cocktail, 'de beste van de Copa'. De keuze is gemaakt. Ik zie het al helemaal voor me. In zo'n heerlijke hangstoel, parasolletje boven het hoofd een ijskoud glas in de hand. De blik dwaalt drome rig over de hoge golven die met daverende dreunen neerslaan op het strand. Aan de rand van het water slenteren bikini's in alle soorten en maten. Zinnen prikkelend en tot de verbeelding sprekend, maar nietsverradend. Hoger en hoger stijgt de zon, steeds leger raakt het glas. Een verfrissend windje steekt op, langzaam vallen de ogen dicht. En dan na het middagslaapje nog een caipirinha'tje en later

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2011 | | pagina 88