spectrum 54 apppie^' lil E3 os li m 1 De slechtvalk voelt zich thuis in industrieel landschap Steden in het landschap Zaterdag 19 maart 2011 Een slechtvalkvrouwtje. Een slechtvalk vliegt met zijn prooi weg. foto's Chiel Jacobusse Een wegvliegende slechtvalk. Een slechtvalk haalt een snelheid van 300 kilome ter per uur tijdens zijn legendarische stootduik. Die stootduik is buitengewoon indrukwekkend om te zien. De vogel komt vanaf grote hoogte als een steen uit de lucht vallen en stort zich op een nietsvermoedende prooi: een duif, een eend of en van de vele steltlopers die onze regio rijk is. De prooi heeft de nek gebroken voordat hij ook maar in de gaten heeft dat er gevaar dreigt Enkele decennia geleden was het een buitenkansje als je een slechtvalk te zien kreeg. Nog wat eerder, in de ja ren zestig, stond de soort in Europa op het punt van uit sterven. Dat kwam door het gebruik van pesticiden als DDT en Parathion. Juist door onderzoek aan de slecht valk werd ontdekt hoe ongelofelijk funest dergelijke vergiften zijn voor roofvogels. Niet lang daarna werden ze verboden. Nog steeds worden er hier en daar in de bodem residuen aangetroffen, maar de roofvogelstand herstelde zich spectaculair. Gewone soorten als toren valken en buizerds het eerst, maar tegenwoordig zijn ook sperwers, kiekendieven en haviken talrijker dan ze sinds mensenheugenis ooit waren. En nu dan de slecht valk. Slecht is een middeleeuws synoniem voor 'ge woon', maar om te zeggen dat de slechtvalk in onze tijd gewoon is, is wat overdreven. Toch zijn er tegenwoor dig langs de Westerschelde en in de Kanaalzone ieder jaar meerdere broedgevallen en dat was tot voort kort echt ondenkbaar. Ooit waren er geruchten dat de slecht valk vlak na de afdamming van de Braakman ter plekke zou hebben gebroed. Maar die geruchten zijn nooit be vestigd, evenmin als die van het broedgeval dat zou hebben plaatsgevonden in het gebied tussen Aarden burg en Sint Kruis tijdens de inundatie van 1944. Die onbevestigde oude broedgevallen vonden wel plaats in de klassieke biotoop waar de slechtvalk in de Delta vooral wordt gezien: grootschalige schorren en moerassen met grote aantallen watervogels die als prooi kunnen dienen. Maar dat is niet het enige land schap waar de wereldwijd voorkomende slechtvalk zich thuis voelt Hoge rotsen en steile kliffen zijn even eens favoriet en in het cultuurlandschap heeft de slecht valk zich ontpopt tot een bewoner van hoge gebouwen en hoogspanningsmasten. Dat is iets wat bij rotsvogels vaker voorkomt Zwaluwen volgden als rotsbewoner de mens, waar die maar gebouwen optrok. En ook de zwarte roodstaart is van origine een rotsbewoner die zich bij ons vooral in bebouwd gebied ophoudt. Indus triële complexen herbergen tegenwoordig op diverse plaatsen in Zeeland ieder jaar een paartje slechtvalken. Vaak broeden de vogels op grote hoogte en is er vanaf de grond niet veel meer te zien dan een snel voortbewe gend stipje ergens heel hoog. Op de watertoren in Axel heeft zich een paartje slecht valken gevestigd dat via de webcam van de Werkgroep Roofvogels Zeeland goed te volgen is: http://www.roof- vogelszeeland.nl/Webcam_ Slechtvalk.html. Juist in de ze tijd van het jaar levert die webcam buitengewoon spannende beelden op. Ik had - met dank aan dezelfde roofvogelwerkgroep - het geluk om een zich vestigend paartje slechtvalken van nabij te kunnen bekijken op een wat minder hoog gelegen locatie. Met eindelijk een kans om deze edele roofvogel op de gevoelige plaat vast te leggen. os I <L> CL CL rtJ to -a c te CD CD N Het is op een zonovergoten middag dat ik de stad Veere vanuit het zuiden benader. Achter de groene wal doemt het imposante beeld van de Grote Kerk op en het ranke stadhuistorentje. Verdere bebou wing wordt grotendeels door de rijkelijk begroeide wal aan het oog onttrokken. Het beeld verhaalt van glorieuze tijden en wie zou willen beweren dat een dergelijk beeld niet tot het Zeeuw se landschap behoort? Evenals trouwens de silhouetten van an dere stedelijke kernen in ons gewest? In feite nodigen ze uit om ze een bezoek te brengen. We komen dan al gauw tot de ontdekking dat ze een niet geringe bijdrage hebben geleverd aan het ontstaan van het landschap waarin ze lagen en liggen. Aangezien de ontwikkeling van Zeeland alles te maken heeft met de economische vooruitgang en de grootste winsten op het gebied van koopvaart en handel, zorgden de steden mede voor de geldvoorzieningen om schorren en slikken te bedijken en als landbouwgrond te exploiteren, om nog meer winsten te boeken. De rijkste periode was wel de zeventiende, 'De Gou den Eeuw'. Geen ander tijdperk heeft zoveel inpolderingen ge kend als de tijd waarin de bloei van de steden zo formidabel was. En hoewel opgaan, blinken en verzinken voor bijna alles op aarde geld, laten drie eeuwen na deze periode de steden nog steeds zien dat ze belangrijk waren. Wie wil de stadsbeelden missen in ons Zeeuwse? Ze horen er ontegenzeggelijk bij.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2011 | | pagina 80