een 131
Bedevaart naar het verleden
H
Liefdemoord en verraad
Ex-verslaafde op zoek naar roem
boeken kort
DE ROEMLOZEN
zaterdag 19 maart 2011
Sfeervol en knap gecomponeerd. Phi
lip Snijder lost met het autobiografi
sche Retour Palermo een belofte in.
door Dirk-Jan Arensman
Vier jaar geleden debuteerde Philip Snij
der (1956) even bescheiden als veelbelo
vend met Zondagsgeld, waarin hij met
milde weemoed scènes optekende uit
een (of liever: zijn) jeugd op Bickerseiland. Nu
een gewilde yuppenenclave, in de jaren zestig
een vergeten stukje Amsterdam. Een plek waar
de ooms van de naamloze verteller elkaar schui
ne moppen vertelden op de Hoek, tantes gezel
lig kletsend of scheldend uit het raam hingen
en iedereen in die verkrotte huisjes elkaar leek
te kennen of zelfs familie was. Een plek om je
geborgen te voelen, maar ook om een buiten
beentje te zijn en uiteindelijk te ontgroeien.
Het episodische boek, geprezen om de verzorg
de stijl en scherpe sfeertekening, werd genomi
neerd voor de Academica Debutantenprijs.
Kortom: 157 pagina's die nieuwsgierig maakten
naar Snijders tweede roman.
Die is er nu. En er blijken in structuur en bena
dering zo veel overeenkomsten te zijn dat je Re
tour Palermo rustig kunt lezen als het tweede
deel van een autobiografische roman fleuve.
Ook hier acht hoofdstukken die zich (bijna) al
lemaal als zelfstandige, korte verhalen laten le
zen en die cirkelen rond een belangrijke perio
de in de ontwikkeling van de verteller. Dit keer
rond een jeugdliefde die uitdooft, en de daar
mee samenhangende vakanties op Sicilië.
In 'Quindicië' gaan ze er voor het eerst samen
heen, hij en Ingrid, twee pubers die sinds kort
'vadertje en moedertje spelen'. 'Achttien en ze
ventien jaar oud, en in Amsterdam al samenle
vend als een gezapig echtpaar, met aardappels
en groente om zes uur, en elke avond samen
voor de televisie'. Maar nu gaan ze het avon
tuur tegemoet. Het avontuur van de treinreis,
waarbij ze worden omstuwd door
nieuwsgierige Italianen, onder de
vleugel genomen door een non en
waar ze, de taal onmachtig, ver
dwalen op de veerboot en in
koortsachtige paniek hun trein
kwijtraken. Het eerste aarzelende
contact met plaatselijke vissers, die
hen 'levend snot' laten eten. En
vooral de ontmoeting met Sandro
Toti.
Sandro is de hippieachtige figuur
die de twee met zijn vriendin ont
moet op een plaatselijke markt en,
-
bS?-nr'S
WÊnR
De kust van Sicilië.
met handen en voeten en gebrekkig Engels
('You weenie nice friends!') communicerend, op
sleeptouw neemt. Een charismatische jongen,
die hen meevoert langs talloze vrienden, uitno
digt om Ferragosto (Maria Hemelvaart) te vie
ren, opneemt in de lokale incrowd.
Snijder noteert het allemaal minutieus, met de
blik van de observerende buitenstaander. Het
lichte ongemak van als blonde mascottes van
feestje naar feestje te worden gevoerd, waar
steevast 'met het aplomb waarmee je een ver
jaardagstaart op tafel zet' zelfgebouwde hasjpij-
pen tevoorschijn worden getoverd. Het con
trast tussen de hartelijk extraverte Italianen en
die onhandige Hollanders. En het verlangen
die kloof te dichten, bevrijd te wor
den.
Want, weet de verteller inmiddels in
de drie hoofdstukken, 'Retour Paler
mo', 'Santa Rosalia' en 'Het beeld',
waarin hij sadder and wiser terug
blikt, dat wilde hij uiteindelijk.
Het is dan dertig'jaar later. Hij is met
zijn gezin in Italië en maakt een een
zame bedevaartstocht naar het ei
land van zijn jeugdvakanties én naar
het standbeeldje van Sandro, die een
vooraanstaande plaatselijke giorna-
lista werd en van wie hij onlangs ver
nam dat hij drie jaar eerder was overleden. Pra
tend tegen dat beeld, in het tamelijk lullig pers
zaaltje van een gemeentehuis, kijkt hij met sub
tiele zelfspot terug. Op de kameraadschap die
ze in negen zomers opbouwden, en op hoe die
explodeerde toen Ingrid een verhouding met
zijn idool bleek te hebben gehad. Want ja, hij
moedigde de broeierige, erotische spanning tus
sen Sandro en zijn vriendin aan. Hij bood haar
zelfs min of meer aan, 'om via haar naar hem
toe te kruipen, een beetje minder mijn vormelo
ze Amsterdamse zelf en een beetje meer dat Sici-
liaanse levende kunstwerk te worden'. Maar
toen het offer was aanvaard, stortte hij zich in ra
deloos zelfmedelijden en zegde hij met een me
lodramatisch gebaar de vriendschap op.
Onzin. Theater. Want uiteindelijk bevrijdde dat
adolescentendrama hem inderdaad van de bur-
gersleur en opende het, na een studie Italiaans
de weg naar een nieuwe toekomst.
De enige zwakke schakel in het sfeervolle, knap
gecomponeerde Retour Palermo is dat je je, om
dat Ingrid een nogal vlak personage blijft, soms
afvraagt waarom hij die weg niet veel eerder in
sloeg.
Maar verder: belofte ingelost.
Philip Snijder - Retour Palermo.
Mouria, 17,50 euro.
Ieder mens heeft zijn
eigen waarheid. Zelfs onbe
wust, fabuleren wij en zetten
we de waarheid naar onze
hand. 'De tong is een arglisti-
sche spier die gaat waarheen
hij wil', schrijft Alberto Man-
guel (Buenos Aires, 1948) in
zijn net verschenen roman 'Alle
mensen liegen'. Een journalist
onderzoekt de dood van een La
tijns-Amerikaanse schrijver.
Vijf mensen die hem gekend
hebben, geven hun versie van
het verhaal. Geen ervan klopt.
Een spannende en rijke roman
over waarheid, misverstand en
leugen, liefde en verraad.
Q) Alberto Manguei - Alle mensen lie
gen. Vertaling Jos den Bekker. De
Geus, 17,90 euro
„Mag ik met je spe
len", zegt Peter. Het klinkt on
schuldig, maar is het begin van
een bizarre liefdesgeschiedenis
tussen een meisje van 7 en een
man van 51. Margaux Fragosso
onderzoekt in haar non-fictie
boek 'Tijger, Tijger' hoe zij in
haar jeugd slachtoffer kon wor
den van een pedofiel. Ze groeit
op als dochter van een aan
drank verslaafde vader en een
onevenwichtige moeder. Ze
vindt troost, aandacht en liefde
bij een aardige man. Hij palmt
haar in en wordt niet alleen
haar vriend en vader, maar ook
haar minnaar.
Q Margaux Fragoso - Tijger, tijger.
Vertaling Anne Jongeling. De Be
zige Bij, 19,90 euro.
De toekomst van Orwell
ligt al een tijdje achter ons.
1984 is gekomen en gegaan,
maar de roman '1984' is er niet
minder indringend om. Orwell
schonk ons de term 'Big
Brother' ('i984')en de uitspraak
'Sommige dieren zijn meer ge
lijk dan andere dieren' ('Animal
Farm'). Marco Daane (1959)
volgde het spoor van George Or
well (1903-1950). Hij reisde de
schrijver letterlijk achterna en
schuwt daarbij ogenschijnlijk
nietige en onbelangrijke gege
vens niet.
Q Marco Daane - Het spoor van
Orwell. Atlas, 24,95 euro.
door Mieske van Eek
I Erin Kelly -
De gifboom
Vertaling Sandra
van de Ven
Anthos, 19,95 euro
Twee jonge vrouwen,
meisjes eigenlijk nog,
ontmoeten elkaar en
sluiten spontaan vriend
schap. Het is voor beiden een
overrompelende ervaring.
Grijze muis Karen groeide op
in een warm nest en leidt een
saai leven. De eigenzinnige Bi-
ba en haar zorgzame broer
Rex zijn hun ouders jong
kwijtgeraakt. Hun leven is vol
opwinding, drama, drank en
drugs. Karen trekt bij hen in
en haar leven verandert ingrij
pend.
De Britse Erin Kelly beschrijft
in haar spannende misdaadro
man De gifboom hoe het le
ven in de verwaarloosde
ouderlijke woning van Biba
en Rex een groot feest lijkt.
Een zomer lang is Karen echt
gelukkig. Dan maakt een dub
bele moord een eind aan het
sprookje en wordt de net
cum laude afgestudeerde Ka
ren de volwassenheid in ge
slingerd. Het is een harde
breuk met haar verleden en
haar toekomstverwachtingen.
Ze moet zich staande zien te
houden terwijl ze gekweld
wordt door een geheim dat
ze met niemand durft te de
len. Tien jaar later komt het
alsnog tot een confrontatie
tussen waarheid en leugen,
liefde en onverschilligheid,
trouw en verraad.
Erin Kelly weet hoe ze een
spannend verhaal moet schrij
ven. Ze toont een scherp oog
voor de psychologie van haar
karakters. Langzamerhand
onthult ze stukjes van het ver
leden, die aan het slot van de
roman tot een bizarre ontkno
ping leiden.
De gif boom is een spannend
boek over volwassen worden,
vriendschap, liefde en ver
raad. Een zinderend debuut
dat naar meer smaakt.
Justine Ie Clercq -
De roemlozen
Podium, 18,50 euro
door Jasper Henderson
JUSTINE IE CLERCO
et valt niet mee als
kind van een beroem
de kunstenaar en zijn
hysterische muze, ook wel je
moeder genoemd, op te
groeien. Je brengt je weeken
den door op de sociëteit en
slaapt onder het biljart. En als
je ouders je een avondje thuis
laten, zoek je het eigenlijk
zelf maar uit. Justine le
Clercq (1967) groeide volgens
de flaptekst van haar debuut,
De roemlozen, op in 'een be
schaafd Haags kunstenaarsmi
lieu, maar belandde uiteinde
lijk op straat'. De hoofdper
soon van haar roman, Titine,
probeert na een zwervend en
verslaafd bestaan haar leven
weer in goede banen te lei
den. Als filmmaakster Wel
moed Titine vraagt het scena
rio voor een film te schrijven,
lijkt het erop dat de roem bin
nen handbereik komt.
De rest van het verhaal staat
in het teken van het filmsce
nario. Het wordt afgewisseld
met fragmenten over Titine's
jeugd met 'de kunstenaar',
haar afwezige vader, die zijn
tijd voornamelijk in zijn ate
lier doorbrengt en het liefst
met zijn kinderen over Mar
cus Aurelius praat. Ook zijn
er Moema, haar megalomane
moeder, die op de doorbraak
van haar man wacht en de
kinderen vooral als een last
ziet, en Roggetje, haar vroeg
wijze broertje, dat graag doet
alsof hij een wees is.
Het lijkt alsof Le Clercq elke
gedachte, elke observatie, per
se in een zin wil gieten die
precies op een tegeltje past.
Met de ook door Grunberg
zo geliefde stijlfiguur van de
herhaling werkt dat op den
duur op de zenuwen.
En dat is jammer, want Le
Clercq heeft echt wel wat te
vertellen.