Een bloemrijke
herhalingsoefening
K
Boorman én Laarmans
KADER
DE KRAA
boekenweek 117
dinsdag 15 maart 2011
Alles over de Boekenweek 2011
www.pzc.nl/boekenweek
door Nico de Boer
hem 'het hoofd van de Sioux-
stam'. Hij was vanaf zijn 22e za
kenman en dat heeft hij geen se
conde meer losgelaten. Hij wilde
geld verdienen voor zijn gezin.
Hij was de zorgende vader die ie
dereen in de familie aan werk
hielp."
De familieman was een van De
Ridders gedaanten. Zoals ieder
een had hij er meer. Van de Reijt
onderscheidt er vier, die hij alle
recht heeft willen doen in zijn
biografie. „Hij was zakenman,
schrijver, familieman én Belg."
De ongeëvenaarde stijl van Els-
schots boeken was voor Van de
Reijt de motor voor zijn biogra
fie. „]e schrijft zo'n boek uit be
wondering. Sla Elsschot open op
een willekeurige plek en je leest
uit marmer gehouwen zinnen
met een enorme zeggingskracht.
Eenvoudig, helder, onderkoeld,
ironisch, soms ook lyrisch. Alles
staat op zijn plaats."
Met de schrijver Elsschot was
Van de Reijt vertrouwd, de zaken
man De Ridder leverde hem de
meeste verrassingen op. „Zijn
energie en zijn discipline waren
enorm. Al die lijmbrieven die hij
- tientallen per dag - schreef voor
de almanak van de Bond voor
Kroostrijke Gezinnen, waarvan
hij zelf natuurlijk lid was gewor
den."
„En dan zijn correspondentie
met de Duitsers in de Tweede We
reldoorlog. Ik ben af en toe bijna
van mijn geloof gevallen. Was Els
schot een collaborateur? Maar je
begrijpt het pas als je alles in chro
nologie ziet. Hij beheerde de recla
meruimte op de stationskiosken.
De Moffen beplakten die met de
Völkische Beobachter en andere
propaganda, zonder daarvoor een
cent te betalen. Dat geld eiste hij
op. Ik heb niet willen oordelen in
mijn boek. Ik heb die man willen
tekenen in al zijn dilemma's. Ik
heb zijn motieven willen begrij
pen."
Tijdens zijn onderzoek kreeg Van
de Reijt voor het eerst een beeld
van het dagelijks leven van Al-
fons De Ridder. „In 1933 schreef
hij op een dag eerst een brief aan
zijn vennoten om nog oude
schrijfmachines van ze los te krij
gen en 's middags ontmoette hij
Greshoff en Ter Braak, die tegen
hem zeiden dat hij na tien jaar
zwijgen weer moest schrijven.
Daar is Kaas uit voortgekomen.
In dat boek komt alles samen.
Zijn moeder was overleden, hij
had een agentennetwerk opgezet
voor de Bond voor Kroostrijke
Gezinnen en hij had een firma
aan huis. Dat komt allemaal terug
in dat boek. Maar de fictie is dat
hij zichzelf neerzet als een falen
de ondernemer. Dat was hij niet,
maar hij doet dat uit schuldge
voel. Hij was ten behoeve van
zijn gezin toch meer de harde
Boorman uit Lijmen dan zijn alter
ego, de gevoelige, idealistische
Laarmans. Het is net een mens.
Keihard in zaken, diep sentimen
teel in het familieleven."
Vic van de Reijt, 'Elsschot. Leven en
werken van Alfons De Ridder'. Athe-
naeum-Polak Van Gennep, €29,95.
Van de Reijt geeft di. 22 maart een
lezing in de Zeeuwse Bibliotheek in
Middelburg. Aanvang: 20.00 uur.
ader Abdolah is de cen
trale figuur in de Boeken
week. Niet vanwege zijn
nieuwe, grote roman De koning,
maar als de auteur van het Boe
kenweekgeschenk De kraai, over
een uit Iran gevluchte man die
in Amsterdam als makelaar in
koffie werkt. De novelle sluit,
anders dan de geschenken van
de meeste van zijn voorgangers,
naadloos aan bij het Boeken
weekthema: geschreven portret-
ten.
Refiq Foad, de hoofdpersoon en
verteller van De kraai, lijkt sterk
op zijn geestelijk vader. Ook hij
is een ambitieus schrijver en
een ondergrondse rebel die uit
Iran ontsnapt om uit de klau
wen van de ayatollahs te blijven.
Hij komt dankzij mensensmok
kelaars via Istanbul in Neder
land terecht, allerminst het land
van zijn keuze.
Na verloop van tijd laat hij
vrouw en dochter overkomen
en begint hier als koffiehande
laar een nieuw bestaan, dat ver
gezeld gaat met een zware inner
lijke worsteling. 'De vlucht heeft
velen van ons een ander karak
ter gegeven', stelt de koffiehan
delaar vast, wiens wedervaren
zowel in oost als west wordt ga
degeslagen door een kraai, niet
als bode van de dood maar als
een getuige en soort bewaar
engel.
De kraai gaat over een banne
ling, een verstotene, die zijn heil
beproeft in zijn nieuwe thuis
land zonder de wortels van het
oude door te snijden. Tegenover
de overvloedige Perzische thee
cultuur stelt Abdolah de sobere
winkel van een allochtone make
laar in koffie, die woont op de
Lauriergracht no. 37, een enigs
zins geforceerde ode aan Multa-
tuli's Max Havelaar en een knip
oog naar Batavus Droogstoppel,
zonder daar overigens eenzelfde
droogkomische en archetypi
sche verteller tegenover te zet
ten.
In De kraai vervlecht Abdolah
de gloedvolle Iraanse wereld
van zijn jeugd met de nuchtere
Hollandse van zijn ballingschap.
Ook voert hij oude Perzische
dichters op en refereert hij aan
Nederlandse dichters en schrij
vers als Gorter, Achterberg en
Hermans (W.F.). De literatuur
als vrijplaats waar je kunt schui
len en jezelf hervinden.
De kraai doet daarmee sterk den
ken aan Abdolahs roman Spijker
schrift (2000), een fictieve auto
biografie waarin een vluchteling
een nieuw leven opbouwt in Ne
derland. Abdolah vertelt dat ver
haal in De kraai opnieuw. Dat
doet hij met veel flair in een
bloemrijke stijl, die sterk ver
schilt met de geserreerde, haast
uitgebeende stijl waarin hij zijn
eerste boeken schreef De broeie
rige wereld van '1001 nacht' ont
moet hier de bedrieglijke alle
daagsheid van Nescio. Al neemt
dat het gevoel van een herha
lingsoefening niet helemaal
'De kraai' is tijdens de Boeken
week gratis bij aankoop van ten
minste €12,50 aan Nederlandstali
ge boeken.
De kraai is dit jaar het Boekenweekgeschenk.
foto Bart Koetsier