'WI
ÏFK X
JFK
inspireert
nog steeds
spectrum 8
Jas aan
Zaterdag 26 februari 2011
STANDPLAATS
door
Joost van Egmond
'at kan ik voor je in
schenken?" Ik kijk en
val stil. Soms knipper
je met je ogen en
daarna ziet een scène er plots heel an
ders uit. Ik had dat in een café in Tira
na, de hoofdstad van Albanië. Klaar
om te bestellen, zag ik dat de barman
een jas droeg, met een lange sjaal erbo
ven. Het zou bijna niet opvallen, want
het was een graad of 10 daarbinnen.
Maar opeens vielen de puzzelstukjes
in elkaar. Of liever, uit elkaar. Er klop
ten een paar dingen niet. D.it was een
hippe koffiebar, type Museumplein in
Amsterdam. De barman zag eruit alsof
hij kaartjes controleerde aan de
skilift in een wintersportoord.
Dit luxe café voelde aan als een
koelkast. Ik keek om me heen, de
meeste klanten hadden ook hun
jas aan. Zelf had ik hem al uit
Het instinct om, eenmaal door de
deur, mijn jas uit te trekken, had
het gewonnen van de kou.
En nee, er was geen storing of
verbouwing. Dit café was simpel
weg onverwarmd. Zoals alle ge
bouwen in Tirana, vertelt een in
formant me. Ik vraag haar ernaar
tijdens een lunch bij ik schat zo'n
15 graden. Wij zitten in onze trui.
Een tafel verder eet een jonge
man zijn maaltijd in een gewat
teerd jack. „Centrale verwarming
is domweg nooit ingevoerd",
zegt ze. „We hebben alleen air
conditioning. Die gebruiken we
's winters om wat warme lucht
aan te voeren."
Dat is een goede reden om je jas
aan te houden. En het is in Alba
nië volstrekt geaccepteerd. Mijn infor
mant had er dan ook nooit bij stilge
staan dat buitenlanders het een
vreemd gezicht kunnen vinden. Gie
chelend kijken we naar een paar dat
net binnenkomt. We wachten af wat
ze doen. De score is 50 procent: de
vrouw hangt haar mantel om haar
stoelleuning, de man houdt hem aan.
De ober, gekleed in een poloshirt met
korte mouwen, kijkt vragend naar ons
wat voor spelletje we spelen.
Maar de kou binnenskamers kan niet
het hele verhaal zijn, anders zou ieder
een wel zijn jas aanhouden. Goed, er
bestaat zoiets als gevoelstemperatuur,
maar de variatie in Tirana slaat alles.
Zelfs in een van de meest behaaglijke
cafés van de stad, La bodeguita del Me
dio (20 graden Celsius), zijn nog twee
of drie klanten met jas te vinden. Ik
spot zelfs een paar handschoenen, ste
vig om een bierglas geklemd.
„Misschien is het omdat ze problemen
hebben", oppert een andere infor
mant „Als ik problemen heb, ben ik
altijd alleen daar mee bezig. Dan ver
geet ik ook mijn jas uit te trekken."
Problemen genoeg in Albanië. Het
land is arm, het verdient jaarlijks zo'n
2.000 euro per hoofd van de bevolking
en de meeste mensen zijn hun huisA
baan of gezondheidszorg niet zeker.
„We zijn een gestrest volkje", vindt
een Albanese die lang in Duitsland
heeft gewoond. „Dat is wat permanen
te onzekerheid met je doet."
Zo bezien, is een jas misschien een vei
lige beschermlaag tegen de onzeker
heid. Je weet wat je hebt en je weet
nooit wanneer de airconditioning
weer uitvalt
Dat wordt interessant als centrale ver
warming ooit ingeburgerd raakt Wel
ke jasdragers durven hem dan als eer
ste uit te trekken?
Presidents
kandidaat
John F. Ken
nedy tijdens
zijn geïmpro
viseerde toe
spraak in ok
tober 1960
op de trap
pen van de
Universiteit
van Michi
gan. In die
speech
schetste hij
de contou
ren voor het
Peace Corps,
foto's GPD
Peace
Corps
door Hanneke Keultjes
Het was al laat - 02.00 uur - toen een
campagnetrein presidentskandidaat
John F. Kennedy in oktober 2960
naar de Universiteit van Michigan
in Ann Arbor bracht Kennedy
werd begroet door enthousiaste studenten. In een
geïmproviseerde speech op de stoep daagde hij
hen uit een deel van hun leven in te zetten voor
minderbedeelden.
En als Kennedy dat vroeg, werd er geluisterd.
Toen de Democraat als president het Peace Corps
oprichtte, stonden vijfduizend vrijwilligers klaar
om naar Ghana, Tanzania, de Filippijnen, Colom
bia, Chili of St. Lucia af te reizen. Zij werden met
drie opdrachten op pad gestuurd: help de lokale
bevolking, bevorder het begrip voor de Verenigde
Staten en probeer, eenmaal thuis, Amerikanen an
dere culturen beter te laten begrijpen. Op 1 maart
bestaat het Peace Corps, de grootste vrijwilligers
organisatie van Amerika, vijftig jaar.
Vijf decennia na de oprichting wordt het Peace
Corps nog altijd geconfronteerd met dezelfde pro
blemen, zegt directeur Aaron S. Williams. „Ar
moede, ziekte, schaarste, voedselveiligheid en an
alfabetisme. Maar daar zijn ook nieuwe uitdagin
gen bijgekomen, zoals klimaatverandering, insta
biele overheden en natuurrampen."
Williams raakte eind jaren zestig geïnspireerd
door wat hij de nalatenschap noemt van zowel
president Kennedy als diens zwager, de begin dit
jaar overleden eerste Peace Corps-directeur Sar
gent Shriver.
„De eerste keer dat ik als 20-jarige man uit Chica
go op een vliegtuig stapte, was om naar de Domi
nicaanse Republiek te gaan om daar leraren te trai-
nen. Ik heb veel gegeven, maar er nog veel meer
voor teruggekregen. Ik denk er nog iedere dag
aan."
De afgelopen 15 jaar zijn meer dan 200.000 vrijwil
ligers naar 139 landen gereisd. „Hun werk heeft
het leven van miljoenen mensen verbeterd", al
dus Williams. Op het hoogtepunt, in 1966, waren
er 15.000 'vredessoldaten' aan het werk. Nu zijn
dat er nog 8.600, in leeftijd variërend van 21 tot 86
jaar, afkomstig uit de hele VS. Volgens Williams
ligt de kracht van het Peace Corps in de simpel
heid van het idee van Kennedy. „De gedachte dat
we geweldige resultaten kunnen bereiken als we
samen werken aan een gezamenlijk doel."
Nu, met alle moderne technologie, wordt dat bij
voorbeeld vertaald in een sms-dienst die jongeren
en vrouwen in Namibië in staat stelt vragen over
hiv en aids te sms'en naar een Peace Corps-vrijwil
liger, die vervolgens het antwoord terugstuurt.
Aaron S. Williams: „Maar minstens-zo belangrijk,
is dat die technologie onze vrijwilligers in staat
stelt via Facebook of een blog in realtime aan hun
vrienden en familie thuis te laten zien hoe zij le
ven in een andere cultuur en hoe zij het leven
van minderbedeelde mensen een stukje beter ma
ken."