spectrum 4 Stinkende modderpoelen en nepnatuur Overwinterende vleermuizen en vandalisme Zaterdag 26 februari 2011 Sophiapolder foto's Chiel Jacobusse Zwaakse Weel S3 S Plan Tureluur De Zwaakse Weel, de Sophiapolder, de Sint Laurens' weihoek, de Scherpenissepolder, Plan Tureluur. Op tal van plaatsen in Zeeland vind je nieuwe natuurgebieden die ontstaan zijn door uitgebreide graafwerkzaamheden. Na inrich ting bestaan die gebieden veelal uit een landschap van afwisselend weiland en open water,.Dat wordt niet door iedereen gewaardeerd en sommige mensen zijn ronduit tegen de aanleg van nieuwe natte natuur. Tegenstanders hebben het vaak over nepnatuur of over stinkende modderputten om daarmee hun diepe afkeer te uiten. De nieuw ingerichte gebieden zijn niet zomaar even ontstaan. Ze zijn aangelegd in het kader van een over heidsbeleid dat al enkele decennia van kracht is. Het gaat om de aanleg van de ecologische hoofdstructuur, waartoe in 1990 door de Rijksoverheid besloten werd. Dat was aan één kant een weloverwogen besluit, maar aan de andere kant was het ook een soort schrikreactie. Het werd steeds duidelijker hoezeer de Nederlandse na tuur door allerlei ontwikkelingen in het buitengebied in de knel gekomen was. Vogel- en plantensoorten be landden op de rode lijst en heel wat soorten verdwe nen uit ons land. Niet alleen de politiek, maar ook het publiek was doordrongen van de noodzaak om de scha de te herstellen en zo ontstond de ambitie om een groot netwerk van natuurgebieden over Nederland heen te leggen. Dat kreeg de benaming ecologische hoofdstructuur. Een grondige analyse van de reden waarom de Neder landse natuur zo in de verdrukking zat, leverde een drietal hoofdoorzaken op, namelijk vermesting, versnip pering en verdroging. Naar alle waarschijnlijkheid was het in Zeeland vooral de verdroging die de zwaarste tol eiste. Verdroging werd vooral veroorzaakt door de ont wikkeling van de techniek. Tot ver in de twintigste eeuw was de polderbemaling gebrekkig en vooral in de winter stonden grote delen van het buitengebied onder water. Ooit vertelde mijn oudoom die midden in de Poel op Zuid-Beveland woonde dat hij in de winter uit sluitend per roeiboot naar Goes toe kon. De wateroverlast werd op allerlei fronten aangepakt. De grote slag werd geslagen toen er betere gemalen kwamen: eerst stoomgemalen en later elektrische gema len, die de ouderwetse spuisluizen totaal overbodig maakten. Ruilverkavelingen zorgden ervoor dat er een uitgebreid, efficiënt netwerk van sloten en watergan gen ontstond en op perceelsniveau werd de ontwate ring verbeterd via egalisering en het aanleggen van on dergrondse drainage. 'Wateroverlast' leek een voorgoed bedwongen feno meen. Maar juist die betere drooglegging bleek funest voor de natuur. Weidevogels als de watersnip en de kemphaan verdwenen en grutto's en tureluurs werden in snel tempo zeldzamer. Moerassen verdroogden en daarmee verloren allerlei planten en dieren hun al sinds eeuwen bestaande leefgebied. Verdroging leek in eerste instantie een tamelijk onop losbaar probleem. Het ongedaan maken van de betere ontwatering zou een enorme schade aan de landbouw en aan andere belangen in het buitengebied opleveren. En daar was natuurlijk niemand op uit In grote, aaneen gesloten natuurgebieden werd soms het polderpeil op gezet, maar waar naast het natuurbelang ook andere be langen speelden lag dat niet voor de hand. Daarom werd in veel gevallen besloten om via graafwerkzaam heden het maaiveld te verlagen, zodat de natuurgebie den toch weer net zo nat werden als het vooroorlogse buitengebied. Voor de natuur leverde die aanpak veel aantoonbare successen op, maar het collectieve geheu gen blijkt inmiddels voor een aanzienlijk deel gewist Puur door gebrek aan kennis sputteren veel mensen te gen het herstel van een situatie die nog maar een halve eeuw geleden in het Zeeuwse buitengebied heel ge woon was. 0Mm r~1 s GS I m -5 m "c m (5 -L_l gg T 3 CD Vandaag gaan we winterverblijfplaat sen van vleermuizen controleren. Een zware deur draait langzaam open en we kijken in een diep gat Een lange gammele trap leidt ons tot in de duistere onderaardse gangen van een oud fort Met lampen zoeken we met enkele vrij willigers alle spleetjes en holletjes in de mu ren en plafonds af. En dan sta je ineens oog in oog met zo'n indrukwekkend beestje. We voelen ons bevoorrecht, want dit is echt leuk werk. We tellen gelukkig weer iets meer dieren dan vorig jaar. Bij de volgende ruïne moeten we door de blubber kruipen om via een klein gat naar binnen te komen. Maar het is met 32 slapers zeer de moeite waard. Uit een vier meter hoge pijp druppelt voortdurend water. Helemaal in de top zitten vier vleer muizen. Wat iedere jaar weer opvalt is het vandalisme. Hoe hufterproof de toegangsdeu ren ook gemaakt worden, regelmatig zijn er toch weer lui die het nog voor elkaar krijgen de zaak te slopen. Opnieuw blijkt de deur van een bunker bij Groede geforceerd en bij Axel blijkt een stalen toegangshek ont wricht. Hinderlijk, want zo zijn er steeds weer reparaties uit te voeren. Is dit puur van dalisme of speelt er iets anders? Wat hier in het klein gebeurt, gebeurt ook in het groot. Op dit moment vindt een forse afbraak van het landelijke natuurbeleid plaats. De nieu we regering zet ineens een streep door wat in enkele decennia aan soortbescherming is opgebouwd. De kwetsbare dieren en planten moeten het verder zelf maar uitzoeken. Ge lukkig kunt u hiertegen wat doen. Bij de ko mende Provinciale Statenverkiezingen kunt u met uw groene hart stemmen. De provin cie Zeeland kan hier ook niet zo veel aan doen, ze krijgt de bezuiniging opgelegd. Maar het maakt veel uit of dit beleid ook in de Eerste kamer een meerderheid krijgt. Watervleermuizen in een holle pijp in een bun ker bij Groede. foto Luciën Calle

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2011 | | pagina 76