reizen 4 M Vertraging Alsof ik vloeiend Russisch spreek, krijg ik hele verhalen over me heen reizen@wegener.nl 024-3650360 Zaterdag 26 februari 2011 Het is negen uur in de ochtend. In een klein houten huisje in het Paleis Park wachten we op de gids. Nog voor de af gesproken tijd stapt een kleine, kordate dame met een rode dop neus binnen. Maria Semeniuk is van middelbare leeftijd en zal ons door het oerbos van Bialowieza, in het uiterste oosten van Polen, lei den. Te voet. Voordat we daar naartoe gaan, lo pen we eerst door het fraaie park dat in 1890 is aangelegd door archi tect Cronenberg. Veel waterpartij en en open velden, typisch voor de Engelse landschapsstijl van die tijd. Het park hoort bij een paleis dat tsaar Alexander II liet bouwen als jachtverblijf Hij ging regelma tig jagen op bisons en wolven in de bossen van Bialowieza, tegen de grens met Wit-Rusland. Ook zijn koninklijke voorgangers ge bruikten het oerbos als privé jacht terrein. „Kijk, hier links staat een monument, opgetrokken omdat op 27 september 1752 koning Au gust III maar liefst 42 bisons heeft neergelegd", vertelt Maria wan neer we een vierkant, betonnen paaltje passeren. Het jachtslot zelf werd in 1962 gesloopt door Chroestjov. Op de vraag waarom, reageert Maria geërgerd. Ze praat liever over wat er nog wél is. We wandelen verder langs vele boomsoorten. Onze gids babbelt lustig voort, in het Engels, en soms gooit ze er een Nederlandse over me heen. Vanwege de gebaren die mevrouw maakt, be grijp ik dat jk iets verkeerd heb gedaan. Ik kan alleen niet doorgronden wat. Zoals wel vaker wanneer mensen elkaar niet kunnen verstaan, wordt de conversatie steeds luider. De vrouw is aandoenlijk in haar volharding om mij, zonder twijfel goede raad te geven, maar ik snap er niks van. Grote gebaren maakt ze wel. Alsof ik de hele stad door moet naar een ander station. Het zal wel. Uiteindelijk grijpt ze mij bij de arm en duwt me in een stoeltje tegen de muur. Ze spreekt het enige woord dat ze kent in een buitenlandse taalt sit! Met veel misbaar begint de perronbewaakster nu andere mensen aan te spreken. Briesend beent ze heen en weer tus sen de toegangspoortjes. Ineens is ze terug, samen met een jongedame die het Engels machtig blijkt te zijn. De trein heeft drie kwartier vertraging, vertaalt ze. U kunt rustig aan doen, u heeft alle tijd. Ik knik begrijpend en zég spaciba, dank u wel, het enige woord dat ik ken in het Russisch. Het boze kogelronde gezicht van de bewaakster ontdooit. Er ver schijnt zowaar een brede lach. We begrijpen elkaar einde lijk en dat is fijn. Al wachtend blijk ik niet de enige lastige buitenlander. Elke minuut wordt er wel een sufferd uitgepikt die snel naar per ron 1 wil voor de Allegro, terwijl die ernstig vertraagd is. De Engels sprekende vrouw naast me moet opdraaien voor el ke vertaling. Gelukkig gaat zij ook naar Helsinki, dus neem ik me voor haar gewoon te volgen. De tijd verstrijkt, er komt geen hoge snelheidstrein. Om- roepberichten in het Russisch. Ik versta Allegro en Helsinki, maar de essentie van de mededelingen ontgaat me. Afijn, naast mij zit mijn gids, op haar verlaat ik me. Na een half uur komt de perronbewaakster weer tevoor schijn. Via de tolk begrijp ik dat het slecht is gesteld met de Allegro. Het is zelfs de vraag of hij vandaag nog wel komt. Dat belooft weinig goeds. Maar de woorden zijn nog niet koud of ik zie achter de betaalpoortjes een snoekachtige lo comotief opdoemen aan perron 1. Allegro staat er met grote letters op. Precies op tijd. Ook de bewaakster ziet het. In eens verandert haar houding. Luidkeels spoort ze ons aan. 'Schiet op, schiet op, naar perron 1, anders mist u hem'. We moeten uiteindelijk nog rennen om de trein naar Helsinki te halen. Door het raampje zie ik even later een inmiddels weer rustige rij toegangspoortjes. En al mopperend op die slome laatkomers zoekt de koningin van perron 1 haar hok je weer op. Om half vier gaat ie. Of althans, om die tijd zou hij moeten gaan. Op het Finland treinstation van St. Petersburg wacht ik rustig af Ik heb een ticket naar Helsinki voor de nieuwe hogesnelheidstrein. De Allegro heet het ding. Vreemde naam voor een buüittrain in het hoge noorden van Europa. Allegro, hoe vrolijk wil je het hebben? Het is betrekkelijk rustig op station Finland. Buiten in de ijzige kou, het is inmiddels min 15, dampen een paar ouder wetse treinen, die geparkeerd zijn langs het perron. Volgens de moderne, digitale borden zou de Allegro naar Helsinki moeten vertrekken vanaf spoor 1. Mooi zo. Terwijl ik nog een beetje onbeholpen sta te staren naar de informatieborden in de vertrekhal, word ik gespot door een mevrouw van de bewaking. Nou ja, bewaking? Het is eigen lijk meer een dame die in een hokje zit en de toegangs poortjes tot het perron overziet. Zij heeft een functie, al weet niemand meer welke. Je ziet deze 'bewakers' ook nog veel in de metro van St. Petersburg. De roltrappen gaan ein deloos diep. Veel dieper dan die in de subway van Londen. En onderaan die roltrap is een hokje. Dat stamt nog uit de tijd van Breznjev. Prachtige hokjes, gietijzer en glas. Elk wordt bemand door een oudere vrouw. Meestal met ver geeld, pluizig haar. Zij bewaken de trap. Elke verdachte be weging tijdens de afdaling wordt opgemerkt en doorgege ven aan de KGB, denk ik. Natuurlijk gebeurt er nooit iets, maar veel mensen ontlenen hun status en inkomen aan deze werkzaamheden. Wat doet u? Oh, ik bewaak een roltrap op het Nevski-station. Zo, dat is niet mis. Afijn, een dergelijke mevrouw stort zich op mij wanneer ze ziet dat ik het even niet meer weet. Blij moedig begint ze te oreren. Zij begrijpt meteen dat ik haar niet begrijp, maar dat geeft niets. Alsof ik vloeiend Russisch spreek, krijg ik hele verhalen term tussendoor. Als ik tegen mijn reisgenoten uitleg dat 'blue spruce' een blauwe den is, corrigeert ze me en zegt: „Nee, dat is een blauw- spaf." Ze heeft al menige Hollan der rondgeleid in haar twintigjarig bestaan als gids. We komen bij het buffergebied tussen het park en het r. 3 lange, rechte laan leid waar gang van het bos. Langs van de weg staat eën eenzat pelboom. „Hier heeft ooit a een klokhuis weggegomd",' klaart de gids. In de verte zien we twee bisons lo pen. „Vreemd. Die heb ik op die plek nog nooit gezien", zegt Maria verrast. We proberen de dieren op foto vast te leggen, maar de impo sante bisons zijn te ver weg. Mis schien maar goed ook. Vooraf wa ren we gewaarschuwd niet dichter dan 50 meter van deze oerrunde- ren te komen. Ze kunnen gevaar lijk zijn. Maria: „De Europese bi sons waren uit dit gebied verdwe nen, misschien iets te fanatiek be jaagd, maar ze zijn in 1939 op nieuw en met succes uitgezet. Nu is het dier uitgegroeid tot hét sym- >ooi van de Poolse natuur." 2 dan staan we ineens vc >r een e w in ctare groot, w; nerendeei in V» t ,id,ui ligt. Dit deel van Po len was lange tijd onderdeel van het rijk van de Russische tsaren.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2011 | | pagina 114