over mijn borst liep
sport 139
Domme en arme Riccardo
ir
maandag 21 februari 2011
Op de stip
Riccardo Riccö is door zijn ploeg Vacansoieil ont
slagen. Het management denkt voldoende bewij
zen te hebben dat de Italiaanse wielrenner zich
zelf een bloedtransfusie heeft gegeven.
door Koen de Vries
Zo, jullie hebben het weer voor el
kaar
Uh wie? Wat? Wie heeft wat voor
elkaar?
Nou, het ontslag van Riccardo
Riccö. De pers heeft hem kapot ge
schreven.
O ja? Is het onze schuld?
Jazeker wel. Riccö schrijft het zelf op
Facebook: „Het lezen van de kranten
is als lezen van roddelbladen. Het
maakt me aan het lachen, lieve jour
nalisten. Mijn wraakzal zoet zijn
Ah, en dan is het natuurlijk waar.
Ja, waarom niet?
Omdat Riccardo Riccö niet be
paald een betrouwbaar persoon is.
Hij heeft de kluit natuurlijk al va
ker belazerd. Wie werd er in de
Tour van 2008 ook alweer betrapt
op het gebruik van cera? En wat
was de reactie van Riccö toen?
Ook toen probeerde hij de aan
dacht af te leiden van zijn eigen
fouten door met de beschuldigen
de vinger naar de journalistiek te
wijzen.
Ja, maar de pers heeft ook een hele
boel geruchten de wereld in gehol
pen.
Da's misschien waar. Maar het is
ook de taak van de journalistiek
om te zoeken naar oorzaken. De le
zer wil weten hoe de vork in de
steel zou kunnen zitten. En wees
nou eerlijk. Het is toch niet raar
dat de integriteit van Riccö in twij
fel wordt getrokken? Kijk naar zijn
website. Dan weet je genoeg. En
nota bene zijn eigen vader, eige
naar van een meubelfabriek, zei
dat het beter was dat Riccö na dat
eerste dopinggeval niet terug zou
keren in het wielrennen. Hij vond
hem er geestelijk niet geschikt
voor. „Riccardo kan beter op een
vrachtwagen van de fabriek gaan
rijden", zei hij.
Ricco lig nu wel in de goot.
Hoe hard ook, dat is zijn eigen
schuld. Aan de andere kant, we
moeten ook medelijden hebben
met deze jongen. Hij is in een we
reld terechtgekomen die voor hem
veel te groot is. Zijn vader was
bang dat het na de eerste schor
sing helemaal mis zou gaan met
Riccardo. „In de weken na de Tour
zat hij vaak alleen op zijn kamer te
huilen", vertelde hij toen. „Riccar
do leefde in zijn nieuwe huis in de
buurt. Maar hij nam de telefoon
niet op. Wij vreesden voor het erg
ste."
bracht. „Ik had het gevoel alsof er
een kudde olifanten over mijn
borst liep. Ik had een hartinfarct
gehad. Ik had drie stollingen in
een bloedvat, waardoor de boven
ste kamer was afgesloten van het
hart. Die avond ben ik meteen ge
dotterd en voor mijn gevoel was ik
toen overal vanaf Een dag later
mocht ik alweer naar huis."
Negentig dagen mocht hij niks be-
lastends doen. „Ik ga lekker naar
huis, dacht ik. Maar die eerste
week was ik hartstikke moe. Als ik
van de bank naar de tafel liep, was
mijn conditie al op. Mijn lichaam
heeft tijdens dat infarct alles opge
bruikt. Maar ik klaag niet. Ik dacht
dat ik mijn laatste adem had uitge
blazen en ik ben er nog. De tijd
die ik nog krijg, ga ik genieten.
Van het leven, van mijn gezin en
van mijn sport."
In zijn jonge jaren was Marco
een begenadigd doelman. Als
keepertje van Apollo'69, Goes
en Kapelle doorliep hij alle Zeeuw
se jeugdselecties en vocht daarin
om een plekje onder de lat met
Wilco Doeleman, die later nog bij
Feyenoord en MW zou spelen. Zo
ver zou Marco het niet schoppen.
Toen hij de overstap naar de senio
ren moest maken, had hij het wel
gezien tussen de palen. Bij Robur
ging hij in een lager elftal voetbal
len.
„Als speler hield ik negentig minu
ten lang mijn mond niet dicht te
gen een scheidsrechter. Ik was
echt een zwaar irritant voetballer
tje. Laatst kwam ik een oud-ploeg
genoot tegen van Robur, Vincent
Peemen. Weet je wat hij zei: 'De
grootste kwal die op de voetbalvel
den heeft rondgelopen, loopt nu
in zo'n apenpakje rond'. Hij had
gelijk. Maar het is ook mijn voor
deel. Negen van de tien keer voel
ik het bijvoorbeeld aan als er iets
achter m'n rug gaat gebeuren."
„Ik ben niet zo van de regeltjes, ik
ben echt een man van de praktijk.
De grootste moeite heb ik elk jaar
met de spelregeltoets. Die haal ik
altijd maar met de hakken over de
sloot. Wat schiet je ermee op als je
weet wat je moet doen als de
keeper zijn schoen uittrekt en daar
mee naar de bal slaat? Dat maak je
toch nog nooit mee. Ik vind dat
een scheidsrechter niet boven de
spelers moet staan, maar ertussen.
Hij moet daarbij wel grenzen stel
len."
Behalve zijn fluit heeft Marco in
het veld nóg een wapen. Zijn bab
bel. Oud-international John de
Wolf maakte enkele jaren geleden
furore in de tv-show 'Dancing
with the stars'. Marco kwam hem
als trainer van Haaglandia tegen.
Toen De Wolf hem tijdens de wed
strijd toeriep 'Ga je spelregels 's le
ren' betaalde Marco hem met gelij
ke munt terug 'Ga jij je danspasjes
's leren'. „Ik heb hem de hele wed
strijd niet meer gehoord. Ik ben
wel mondig, maar zal nooit beledi
gend zijn."
Maar die stoere scheids voelde
zich vorige week in Nieuw-Vosse-
meer bijna een beginneling. Alsof
hij zeven jaar teruggeworpen werd
in de tijd. Toen debuteerde hij in
het zwart bij de wedstrijd Goes
3-RCS 4. In een bliksemcarrière
werkte hij zich op van groep 6
naar groep 2. Drie maanden na
zijn hartfalen floot hij vorige week
weer zijn eerste wedstrijd: NVS-Le-
pelstraatse Boys, in de vijfde klas
se.
„Na het hele gebeuren stapte ik
toch met knikkende knieën het
veld op. Achterafhad ik het beter
niet kunnen doen. Het is geestelijk
een gigantische klap geweest. Ik
heb geen sterke wedstrijd achterge
laten. Normaal ben ik altijd zeker
over bepaalde beslissingen, maar
nu had ik momenten dat ik twijfel
de. Ik was heel onzeker. En daar
ben ik de hele week mee bezig ge
weest. Ik moet nu weer leren ver
trouwen op mijn lichaam."
Daarin zette Marco gisteren weer
een nieuwe stap. In Rotterdam
bracht hij de topper Neptu-
nus-SJC (1-3) in de eerste klasse
van het zondagvoetbal tot een
goed einde. Een testcase, noemde
hij het vooraf. „En het ging geluk
kig tachtig procent beter dan vori
ge week." Hij voelde zich zeker
over zijn beslissingen, of het nu
over een voordeelsituatie ging, een
gele kaart of een strafschop. Marco
Bleumink fluit weer uit volle
borst. En dat wil hij nog héél lang
doen.
Rudy Boogert
Na een paar keer kijken, kom je tot de conclusie dat mijn
versie toch ietsje mooier was. Ook als je.de actie puur op
lichaamsbeheersing beoordeelt."
Marco van Basten in De Telegraaf over de magistrale omhaalgoal
van Wayne Rooney.
„Toen ik op mijn vijftiende naar Amsterdam verhuisde, moest
ik mijn familie achterlaten. Ik ging kapot aan heimwee. Zater
dag in de namiddag haalde mijn vader me op na de wedstrijd,
zondagavond zes uur bracht hij me weer terug. Zat ik huilend
in de auto."
Ajacied Toby Alderweireld in het AD.
„Als mijn werkwijze bij De Graafschap zou zijn uitgewerkt,
was de klad er allang ingekomen. Natuurlijk rijzen er vragen
bij mij als zulke argumenten worden gebruikt. Maar het heeft
geen zin daarbij stil te blijven staan."
De Graafschap-trainer Darije Kalezic in Voetbal International.
Hij moet volgend jaar vertrekken bij de club uit Doetinchem.
„Als ik er op terugkijk, zie ik vooral een stel onverantwoordelij
ke, domme pubers."
De Franse ex-bondscoach Raymond Domenech in L Équipe over
de problemen die hij had met zijn spelers bij het WK.
„Die jongen zei: U draagt toch een stropdas? Nou, wij een kop
telefoon. Voor hen is het een attribuut. Had ik ook weer wat
geleerd.
Algemeen directeur van AZ, Toon Gerbrands, in De Pers.
„Reken maar dat wij blij waren dat Bas Dost niet speelde. Wat
dacht jij dan? Dat scheelt een slok op een borrel."
NEC-trainer Wiljan Vloet in Voetbal International.
„Vorig jaar heb ik gezien dat ik in de finales de kracht heb voor
een rappe sprint of om een demarrage te plaatsen. Dat is een
hele omschakeling in de manier hoe je een wedstrijd ingaat.
Winnen is nu het enige dat eigenlijk echt voor me telt."
Wielrenner Robert Gesink blikt in De Telegraaf vooruit op het
nieuwe wielerseizoen.
Gisteren floot hij de topper Neptunus-SJC in de eerste klasse.
foto Martin Hulsman/Orange Pictures