Met dank aan de Westerse:
spectrum 6
Zaterdag 12 februari 2011
van de vaargeul naar de Antwerpse havens. Je
zou het niet verwachten. Maar sinds er bij de
werkzaamheden fossiele botten worden
opgezogen, is het ruim tweehonderd jaar oude
gezelschap maar wat blij met de activiteiten
van de baggeraars.
Dat resulteert al meteen in een besloten feestje.
Maandag wordt in Middelburg de oogst van de
jongste baggeroperaties officieel overhandigd
aan het Zeeuws Museum. Met als meest in het
oog springende fossiele resten: een stuk
schedel van (waarschijnlijk) een steppeneus-
hoom en een scheenbeen van een mammoet -
landzoogdieren die zo'n miljoen jaar geleden
in onze omgeving gedijden. De vondsten
worden toegevoegd aan de indrukwekkende
collectie fossiele botten en schelpen, die al in
het museum aan het Middelburgse abdijplein
ligt opgeslagen.
Inderdaad, tijd voor een feestje, beaamt Freddy
van Nieulande, één van de conservatoren van
het Zeeuws Genootschap. Want wat is er aan
de hand? Tot de bouw van de stormvloedke
ring - in gebruik genomen in 1986 - was de
Oosterschelde hét water voor fossiele botten-
vissers. Tijdens jaarlijkse vistochten werden er
skeletdelen bovengehaald van mammoeten,
mastodonten, neushoorns en walvisachtigen.
Sinds er een pijlerdam in de monding van de
Oosterschelde staat, is de stroming en daardoor
de erosie afgenomen. Bottenvissers van het
Zeeuws Genootschap verlegden hun terrein
naar de Westerschelde. Daar worden nu elk
jaar korren uitgegooid in de Put van Ter neu
zen. Met resultaat. Altijd worden er wel
wervels, kaken, schouderbladen, schedels en
andere gefossiliseerde overblijfselen van de
zeebodem opgevist. Nu, dankzij de baggeraars,
komt er materiaal van andere locaties, en dus
uit andere geologische periodes beschikbaar.
Van Nieulande kan het kort en krachtig
samenvatten. In de veertig meter diepe Put van
Terneuzen, waar hij tot nu toe met zijn
Genootschap viste, werden botten gevonden
uit relatief oude tijden: het Oligoceen, het
Mioceen en het Plioceen, 35 tot 2,5 miljoen jaar
geleden. Zo ver weg in de nevelen van de
aardse voorgeschiedenis, dat niemand zich
daarvan een echt goede voorstelling kan
maken. Er waren ijstijden, er waren warmere
periodes, en de kuddes zoogdieren trokken
mee naar waar de grazige weiden zich
verplaatsten.
Door de bereidwilligheid van de baggeraars
duiken er nu plotseling andere, jongere
botresten op. Tijdens de twee eerdere verdie
pingen van de Westerschelde - de eerste vanaf
1970, de tweede vanaf 1995 - werden er
ongetwijfeld ook fossiele resten uit de modder
opgezogen, maar zagen de uitvoerders het nut
niet van het bewaren. Met het gevolg dat de
botten als lastige bijvangst weer overboord
werden gekiept. Deze keer is er meer begrip
voor onderzoekers en conservatoren, en
worden de fossielen netjes uit de zeven gehaald
en opgeslagen.
De vangst die maandag aan het Zeeuws
Museum wordt overhandigd, is afkomstig uit
de Pas - dus niet de Put - van Terneuzen, een
stuk vaargeul dat van voor de stad Terneuzen
tot voor de Braakman loopt. Volgens Van
Nieulande wordt er een laag aangeboord, die
geologisch gezien in het Pleistoceen gedateerd
kan worden: 2,5 miljoen tot 50.000 jaar oud.
De nieuwe vondsten zijn dus aanmerkelijk
jonger dan die van de jaarlijkse tochten van het
genootschap. En dat is niet het enige verschil.
De Put van Terneuzen leverde alleen resten
van zeezoogdieren - vooral walvisachtigen -
op. Uit de Pas komen er ook landzoogdieren
naar boven, zoals de wolharige mammoet. En -
Van Nieulande is bijna zeker van zijn zaak -
van de steppeneushoom. „Daarvan hebben we
nog nooit eerder resten opgevist", zegt hij. Als
De Zeeuwse wateren zijn gul. Al
eeuwenlang geven ze verzonken
schatten prijs. Nu de Westerschelde
wordt verdiept, zuigen de baggeraars
resten op van neushoorns en mam
moeten, die hier ooit hun domein
hadden.
door Jan van Damme
illustratie Felix Binicewicz
De verdieping van de Wester
schelde maakt altijd gemengde
reacties los. je hebt de havenba
ronnen en hun aanhang, die
steeds grotere containersche
pen aan de horizon willen zien verschijnen. De
tegenhangers - natuurliefhebbers en -bescher
mers - zitten sinds de nationale revival van
rechts in het verdachtenbankje. Maar ze laten
nog van zich horen: ze maken zich zorgen over
stroomsnelheden en aantasting van het
natuurlijk leefgebied in de Zeeuwse wateren.
Deze maand meldde het Zeeuws Genootschap
der Wetenschappen zich als nieuwe partij, die
plotseling nauw betrokken is bij het verdiepen
Kaak van een mastodont
Achterhoofd neushoorn
Zijaanzicht schedel neushoorn, uit de Pas van Terneuzen
ISS