Venetië en Vlaanderen
voor even bijeen
Hérodiade in Vlaamse Opera
uit 113
donderdag 10 februari 2011
Links: Jacob Jordaens: Bacchus (detail), 17e eeuw. Rechts: Giovanni Bellini: Portrait of a young man (detail), ca.1475-1480.
Van 11 februari tot 8 mei 2011 zijn een vijftigtal wer
ken uit de Accademia Carrara di Bergamo te zien
in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel. De
Italiaanse collectie wordt aangevuld met een vijf
tiental meesterwerken uit het Koninklijk Museum voor
Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA).
Deze tentoonstelling met meesterwerken uit de Accademia
Carrara di Bergamo en het Koninklijk Museum voor Scho
ne Kunsten Antwerpen (KMSKA), maakt duidelijk dat de
Vlaamse en de Venetiaanse scholen niet los van elkaar kun
nen worden gezien.
Venetian and Flemish Masters omvat chronologisch de schil
derkunst van de 15e tot de 18e eeuw. De vier onderdelen be
slaan de vier eeuwen en omvatten elk vier thema's: portret
ten, heiligen te midden van de natuur, het gewijde en het
profane, panoramische gezichten. In de 15e eeuw zijn de
portretten van Bellini van invloed op Van Eyck, die zelf zijn
naturalisme 'exporteert'. Een eeuw later laten de Venetia-
nen de technieken van de Vlaamse primitieven achter zich.
Bij Titiaan, Tintoretto en Veronese barsten de kleuren los,
waarna ook Patenier zijn landschappen met licht over
spoelt. In de 17e eeuw laat Rubens zijn sporen achter bij de
Italiaan Tiepolo. Tussen 1700 en 1800 vinden we in het ziel
togende Venetië een toename van stijlen, van de clichés
van Canaletto tot de sarcastische scènes van Guardi, die
beïnvloed werd door de buitensporigheid van Jordaens.
Deze wisselwerking oefende een belangrijke invloed uit op
de evolutie van de Westerse kunst en de ontwikkeling van
een Europese identiteit. Dat onderlinge verkeer van werken
en collecties tussen Italië en de Lage Landen kon alleen tot
stand komen dankzij de vruchtbare maritieme, commer
ciële en politieke uitwisseling tussen noord en zuid.
Expositie: Venetian and Flemish Masters, tot 8 mei in het Paleuis
voor Schone Kunsten in Brussel. Met werken van Bellini, Tiziano,
Canaletto en Van Eyck, Bouts, Jordaens
De Vlaamse Opera brengt
een'nieuwe versie van de
opera Hérodiade.
De muziek is geschreven door de
Franse componist Jules Massenet
(1842-1912). Met zijn weelderige
muziek in de stijl van de grand
opéra zorgt hij voor een verrassen
de bewerking van het traditionele
Salomé-materiaal. Massenet ba
seert zich op het verhaal van de
Franse auteur Gustave Flaubert.
De politieke, sociale en religieuze
omstandigheden in het bijbelse
Jeruzalem zijn daarin de centrale
thema's.
Grote koorscènes, emotievolle
aria's en duetten, overladen met
een oosters parfum, bepalen de at
mosfeer en de vorm van deze ope
ra, die in 1881 in Brussel in premiè
re ging. Het verhaal speelt in het
jaar 35 na Christus, als Jeruzalem
bezet is door de Romeinen. De
door hen aangestelde koning Hero
des Antipas neemt het niet zo
nauw met de zeden.
In de brochure van de opera, waar
in de productie wordt toegelicht,
wordt verteld: 'Haat en nijd tieren
welig in de tempel. Sterrenwiche
laars, valse profeten en farizeïsche
schriftgeleerden trachten hun
heilsleer te slijten aan het volk. De
mensen zijn arm en dwalen rond
in vertwijfeling. Het jonge meisje
Salomé is een van hen. Op zoek
naar haar moeder in een ontwrich
te wereld, vindt ze houvast en lief
de bij de rebelse 'sekteleider' Jean
(Johannes de Doper).'
De Duitse regisseur en choreo
graaf Joachim Schlömer ensce
neert voor het eerst een operapro
ductie voor de Vlaamse Opera.
Zijn werk was spraakmakend in
Duitse operahuizen en op de Salz-
burger Festspiele. Hij staat garant
voor indringend en levendig regie
theater.
Deze productie wordt opgenomen
voor de European Broadcasting
Union en wordt in veertien lan
den - waaronder Nederland - uit
gezonden.
Opera Hérodiade in een regie van
Joachim Schlömer - in de Vlaamse
Opera Cent: vr. 11 feb., zo. 13 feb.,
wo. 16 feb. en vr. 18 feb.;
in de Vlaamse Opera Antwerpen: vr.
25 feb., zo. 27 feb., wo. 2 maart, za. 5
maart en di. 8 maart.
Salomé met het hoofd van Johannes de Doper