Ontdekkingstocht
17 reizen
Nationaal Park Dwingelderveld is het grootste
natte heidegebied van West-Europa. Tijdens een
wandeling kom je er van alles te weten over de
natuur. Paul Straatsma liet zich rondleiden en
kreeg gezelligheid op de koop toe.
reizen@wegener.nl
g 024-3650360
Zaterdag 5 februari 2011
Grote foto's: Het Dwingelderveld
onder winterse omstandigheden.
Kleine foto's: Natuurmonumenten
én schapen onderhouden de hei.
heer aan het Nationaal Park. De plassen
in het terrein liggen er nu stil en verlaten
bij. In de zomer is dit het domein van de
boomvalk die, jagend op libellen, de
meest wonderbaarlijke capriolen in de
lucht uitvoert. De Kraloërweg is nu nog
verhard. De plannen voorzien er in dat,
als de herinrichting van Noordenveld is af
gerond, de weg zijn bovenlaag verliest,
maar voorlopig is die nóg hard nodig om
600.000 kubieke meter landbouwgrond af
te voeren.
Ik wandel verder over het Moordenaars
veen. Naar verluidt gooide de lokale bevol
king tijdens de Tachtigjarige Oorlog de ge
sneuvelde Spanjaarden in de plas, van
daar de naam. Maar niemand weet zeker
of het echt is gebeurd, dat maakt het min
stens zo spannend.
De Benderse Berg doet, als de schemer is
ingezet, mysterieus aan. Vanuit hun plag
genhutten probeerden keuterboertjes hier
ooit de omgeving te ontginnen. Er staat
nög één boerderijtje. De schrijver Anne
de Vries verbleef er regelmatig. Zijn ro
man De man en de jachthut is op deze om
geving gebaseerd. Over de Benderse loop
ik terug naar het bezoekerscentrum. Ben
derse betekent zoveel als 'weg naar de es
met de bente'. De naam alleen al maakt
de weg mooi. En dat in Drenthe met ben-
te onder meer het pijpenstrootje bedoeld
wordt, is inderdaad een weetje dat ik
hoorde van gids Rieks Hoving.
r Reageren?
redactie.reizen@wegener.nl
Er zijn nog twee georganiseerde
wandelingen, 22 en 24 februari,
die starten bij het bezoekerscen
trum Dwingelderveld. Tijdens de
wandeling, van 11.00 tot 15.00
uur, wordt halverwege gepauzeerd
voor een bord snert. Voor de wan
deling is het noodzakelijk je vooraf
op te geven via www.natuurmonu-
menten.nl (zie Dwingelderveld),
aan de balie van het Bezoekerscen
trum, Benderse 22 in Ruinen of te
lefonisch via 0522-472951.
Kosten: leden Natuurmonumenten
12 euro, niet-leden 15 euro. Het
Bezoekerscentrum is geopend van
woensdag tot en met zondag van
10.00 tot 17.00 uur en vanaf
1 april tot 1 november dagelijks
van 10.00 tot 17.00 uur.
GRONINGEN
i Assen
Wat alom aanwezig is, leidt
vaak een onopvallend be
staan. Neem het pijpen
strootje. Overal op de
Drentse heide tref je de
plant met zijn lange gele sprieten aan,
maar aandacht trekt hij zelden. Daarom
weet bijna niemand hoe het pijpenstroo
tje aan zijn naam is gekomen. Ooit was
het knooploze, holle stengeltje het ideale
instrument om pijpen mee schoon te ma
ken. Het is de kunst van de verteller om
op het oog saaie onderwerpen als het pij
penstrootje te laten boeien. Rieks Hoving,
gids van Natuurmonumenten op het
Dwingelderveld, verstaat die kunst. Als
Hoving een stengel plukt en die langzaam
door zijn hand laat glijden, dromt zijn pu
bliek om hem heen, in afwachting van
wat komen gaat. Hoving grossiert in
weetjes. Hij strooit ze in het rond als hij
zich, met een gezelschap van een dozijn
mannen en vrouwen in zijn kielzog, een
weg baant door het veld. Zo nu en dan
stopt hij, raapt hij iets van de grond of
wijst hij in de verte, om een volgend ver
haal van start te laten gaan.
Bijvoorbeeld over dood hout dat het bos
laat leven of over de slenken en pingo's
(heuveltjes), achtergelaten door de ijstijd
of over het blad van de bijvoet en de bla
ren aan Romeinse voeten. En we horen
dat bijen halverwege de bloem van de
dopheide een gaatje boren om bij de nec
tar te komen.
Zie je als deelnemer van een excursie nou
meer of juist minder natuur? Met die
vraag in het achterhoofd heb ik me aange
meld voor deze winterwandeling. Ik zie
wandelen vooral als een individuele bezig
heid. Mijn huiver voor groepen blijkt on
gegrond. Er wordt wat afgekeuveld in de
groep en tot mijn eigen verbazing doe ik
daar volop aan mee. Maar die gezelligheid
heeft een keerzijde. Ternauwernood reali
seer ik me, midden op de heide, dat ik
nauwelijks oog heb voor de uitgestrekt
heid van het veld.
Daarom besluit ik een tweede wandeling
te maken, een paar dagen later, in mijn
eentje. De pech dat mijn tweede wande
ling pas laat in een middag kan plaatsvin
den, blijkt een geluk. Ik heb het rijk al
leen. De avondnevel over het veld wordt
alleen onderbroken door het geel van het
pijpenstrootje. Het plantje valt me nu
meer op dan ooit tevoren.
Voor de Broeken is een lang zandpad dat
de Benderse Heide scheidt van het gras
land. Het komt uit op de Postweg, een
zandpad met historie. Zoals de naam aan
geeft werd over het pad de post vervoerd,
van Zwolle naar Groningen. Herberg 't Ol-
de Posthuus in Anholt was de plaats waar
de postkoetsen 'aanhielden'. Waarschijn
lijk is het de mist waardoor ik er rekening
mee houd dat elk moment een postkoets
uit het niets kan opdoemen. Hoe ik een
verrassing ook voor wil zijn, in de stilte
hoor ik geen krakende wagen of het ge
snuif van afgematte paarden.
Natuurmonumenten is niet de enige ter
reinbeheerder in het gebied. De Kra-
loërheide is een bijdrage van Staatsbosbe
W1MTER WANDELINGEN