spectrum 4 M Een muus'ondje in't oenderkot Een bijzondere plek hersteld 3 Zaterdag 29 januari 2011 - I 2 s? 2 ©I <=$sm Wj [ga Ik zal een jaar of acht geweest zijn toen mijn vader besloot om kippen te gaan houden. We hadden op het erf al een schuur waar koeien en kalveren ston den en een Verkenskot' waarin ieder jaar een keu vetgemest werd. Als kinderen vonden we het geweldig om al die dieren om ons heen te hebben en we waren maar wat 'groos' met de tien jonge leghennen met bij behorende haan die pa mee naar huis bracht Eén klei nigheidje waren we vergeten.... Toen we de volgende ochtend uit bed kwamen was de eerste gang natuurlijk naar de kippen, die onderge bracht waren in een ordentelijke 'oenderrenne', com pleet met een lekker warm nachthokGroot was onze verbijstering toen we zagen dat het merendeel van de kippen dood en zwaar bebloed op de grond lag. Schreeu wend liepen we terug het huis in om pa en moe deelge noot te maken van de ramp in het oenderkot En een ramp was het; hoewel we geen enkel idee hadden waar door die veroorzaakt was. Maar daar hoefde pa niet lang over na te denken. We wisten allang dat er op de hooizolder een bunzing woonde en daar hadden we al heel wat gemak van ge had. De ratten die niet bij de voerbak van de varkens weg te slaan waren, werden stuk voor stuk afgemaakt door de bunzing en daarom stond het dier bij ons alle maal in een goed blaadje. Maar dat was meteen vol tooid verleden tijd. Misschien hadden we er mee kun nen leven als het beest één kip tot op het bot had opge vreten (dit is zijn instinct, vergoelijkte moeder in zo'n geval). Maar dit was in onze ogen een zinloze moord partij en de rapen waren meteen goed gaar. Pa had in het fietsenhok een blikken bus met blauw groen poeder en daarmee werd het lokaas dat we op de hooizolder uitlegden ingesmeerd. Binnen een dag hap te de bunzing toe en een paar dagen later vonden we het beest totaal verstijfd onder de seringenstruik naast de schuur. Boontje komt om zijn loontje. Natuurlijk was het een barbaarse (re) actie, maar in het licht van die tijd eigenlijk heel gewoon. Ennehhhmisschien zijn er heden ten dage nog wel mensen die liever een vos zouden vergiftigen dan hun kippenhok predatoren- bestendig te maken. Maar a la; terug naar de jaren zestig. Om soortgelijke rampen voor de toekomst te voorkomen werd er in de De vos. Een haan. kippenren een bodem van kippengaas gemaakt die een eventuele volgende bunzing moest tegenhouden. Die is er overigens nooit gekomen, maar wel hadden we een ander gevaar over het hoofd gezien. In die tijd was ook de wezel nog een heel gewoon dier. Er ging zowat geen week voorbij of je zag wel zo'n muus'ondje. Die had zijn naam niet voor niks. Zoals onze bunzing de ratten verdelgde, zo hield een wezel de muizen kort. Dus ook die stond bij de boerenbevolking best goed aangeschre ven. Ik denk dat we toen niet wisten dat de boeren vanouds een probaat middel wisten om dit soort ongedierte bui ten de kippenren te houden. En dat was de aanschaf van een paar poelepetanen (parelhoenders). Die waren niet alleen prachtig om te zien; als je ze onderbracht bij de kippen hielden ze boenksoenken en muus'ondjes ef fectiefbuiten de deur. Dus als ik ooit nog eens kippen aanschaf... Ach welnee, ik zou dolgraag een boenk- soenk of een muus'ondje op mijn erf hebben. En een kippenhok kun je zonder al te veel moeite zo goed dicht maken dat geen wezel, bunzing of vos er meer in komt Het muus'ondje, oftewel de wezel. foto's Chiel Jacobusse Wat moet het landschap er ongelofelijk anders hebben uitgezien. Bla derend door een boek over landverlies en inpolderingen zie ik kaartjes uit de 16e en 17e eeuw. Zeeuws-Vlaanderen is nog niet te her kennen. Stadjes als Aardenburg, IJzen- dijke, Biervliet, Axel en Hulst, lagen toen verscholen achter hoge wallen. Het tussenliggende landschap kende uitgestrekte schorrengebieden en zeearmen, met in de droge polders wat boerderijen. Een reis moest te voet, met paard en wagen of boot en moet een behoorlijke onderneming zijn geweest Merkwaardig om in dat vermoedelijk vrij lege landschap in eens enorme wallen met forten tegen te komen. Bedoeld als verdedigings werken tijdens de beroemde Tachtig jarige Oorlog. Lopend naar het zui den passeerde je eerst de Staatse linie en daarna de Spaanse. Het tussenlig gende gebied was onder water gezet om het de soldaten moeilijk te ma ken het vijandelijke gebied te benade ren. Beide linies zagen er ongeveer hetzelfde uit: forten met elkaar ver bonden door een dijk. De forten zijn tegenwoordig, vooral rond Axel, nog goed te herkennen. Hoewel de linies al ruim 400 jaar in ons landschap lig gen, staan ze pas de laatste decennia in de belangstelling. Samen met de ei genaar neem ik een kijkje op Fort St. Jan bij Zuiddorpe; een van de herstel de forten waar Stichting Landschaps beheer Zeeland (SLZ) het werk heeft begeleid. De vierkante vorm van het fort is door dunning in de beplanting weer te zien. Een brede sloot is het restant van de vroegere gracht De werkzaamheden op het fort zijn on dertussen nagenoeg afgerond. Het is er nu nog kaal, maar als het voorjaar alles fris groen kleurt, zal het er alle maal een stuk vriendelijker uitzien. Nu nog kaal, straks fris groen. foto Sandra Dobbelaar

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2011 | | pagina 114