io denksport
J
Het schaaktoernooi
van Wijk aan Zee
bewijst het: scha
kers worden op
steeds jongere leef
tijd grootmeester.
Met dank aan de
computer. Internet
moet ook 'gewone'
kinderen enthou
siast maken voor de
eeuwenoude sport.
zaterdag 29 januari 2011
Het nieuwe
door Niek Opten en Joost de Poel
beeld Mark Reijntjens
De beste schaker
van de wereld die
stoer (volgens so-
mige vrouwen
zelfs sexy) vanaf
een levensgrote
poster het winkelende publiek aan
kijkt. Het was even wennen voor
de internationale schaakwereld
toen Magnus Carlsen vorig jaar be
sloot het gezicht te worden van
het modemerk G-Star.
„Zo'n reclamecampagne heeft na
tuurlijk vooral met geld te ma
ken", zegt Hans Böhm. Maar de
schaakkenner ziet ook dat de mo
decampagne niet alleen heilzaam
heeft gewerkt voor de portemon
nee van het pas 20-jarige Noorse
genie. Ook het Nederlandse jeugd-
schaken is erbij gebaat. „Zo'n actie
van Carlsen appelleert aan de inte
resses van de jeugd. En dat is nooit
verkeerd voor onze sport."
Als de historie iets heeft geleerd
dan is het wel dat de edele schaak
sport helden nodig heeft om bij
de jeugd aan populariteit te win
nen en het imago van saaiheid - al
is het maar voor even - van zich af
te schudden. „Het is geen toeval
dat veel schaakverenigingen nu 75
jaar bestaan, want het is 75 jaar ge
leden dat de Nederlander Max Eu-
we wereldkampioen werd. Later
was er een opleving met Jan Tim-
Anish Giri (16)
foto ANP
man. Maar als er even geen helden
zijn, kan de interesse bij de jeugd
wat wegzakken."
Anno 20tr zijn de helden jonger
dan ooit. En hoe jonger ze zijn,
des te groter de kans dat ze bij de
jeugd tot de verbeelding spreken.
„Tóen Bobby Fischer in 1972 we
reldkampioen werd, was-ie 29. Gar
ry Kasparov was 22. De schaakwe
reld heeft altijd veel beloftes ge
had, maar die kwamen meestal
pas tot rijping als ze ergens in de
twintig waren. Grootmeesters van
14,15 jaar- zijn steeds minder vaak
een uitzondering."
En dat komt vooral dankzij de
computer en internet. Neerlands
hoop Anish Giri, die tijdens het
nu lopende toernooi van Wijk aan
Zee nog won van De Grote Carl
sen, zei onlangs: „Nu kun je in ze
ven jaar net zo goed worden als ie
mand die vroeger twintig jaar ge
schaakt heeft." Die cijfers van het
16-jarige wonderkind moeten vol
gens Böhm 'met een korreltje
zout' worden genomen, maar de
computer zorgt absoluut voor een
revolutie binnen het schaken. „Al
le beroemde partijen en trainings
methoden staan nu iedereen di
rect ter beschikking. Vroeger was
dat soms een behoorlijke zoek
tocht", zegt Erik van Breugel van
de Koninklijke Nederlandse
Schaakbond (KNSB). „Bovendien
is de computer zelf een geduchte
tegenstander en zijn er via inter
net gemakkelijk tegenstanders van
formaat te vinden, op welk mo
ment je wilt en waar ook ter we
reld. Een talent als Giri zou vroe
ger natuurlijk ook zijn doorgebro
ken, maar op latere leeftijd."
Het idee dat diezelfde computer
het schaken als vrijetijdsbesteding
bij jongeren steeds verder naar de
achtergrond duwt, klopt niet vol
gens Van Breugel. „Het aantal scha
kende kinderen is al jarenlang sta
biel." Ruim een kwart van de
21.000 clubleden is jonger dan
twintig jaar. Jaarlijks nemen bijna
10.000 kinderen van zo'n duizend
verschillende basisscholen deel
aan de schoolschaakcompetitie.
„Kinderen zijn vaak enthousiast,
maar het staat of valt met een
goed aanbod." Daaronder verstaat
Van Breugel een enthousiaste leer
kracht of een actieve schaakvereni
ging die kinderen de magie van de
zwarte en witte stukken bijbrengt.
Bij promotie spelen basisscholen
een cruciale rol. „Dat zijn de
kweekvijvers. In de praktijk blijkt
dat clubs moeilijk met kinderen in
contact komen."
Scholen gaan nogal verschillend
om met schaken. Sommige leggen
de borden onder lestijd op de ta
fels, andere bieden cursussen aan
na schooltijd. Bij Leonardoscho-
len, voor hoogbegaafde kinderen,
zit schaken in het lesprogramma.
Om de promotie onder schooljon-
geren te stroomlijnen, is in Amster
dam twee jaar geleden het project
'Schaakkaravaan' begonnen, waar
bij jaarlijks vier- tot vijfhonderd
kinderen schaakles volgen. Een
grote winst blijkt te zitten in de
animo voor de lerarencursus.
„Scholen zijn over het algemeen
heel enthousiast over schaakles,
maar er zijn te weinig schaakleer
krachten. Met de karavaan leveren
we er zo'n veertig per jaar", zegt
projectleider Eddy Sibbing die niet
weet of het driejarige project een
landelijk vervolg krijgt.
Een goede promotie voor de sport
is van levensbelang voor de KNSB.
Want ondanks de jeugdige groot
meesters van dit moment, is het le
denbestand nogal vergrijsd. Boven
dien was er lange tijd terugloop.
In de jaren tachtig beleefden de
verenigingen een piek met ruim
30.000 leden. Daarna is het be
stand met een derde gedaald. De
laatste jaren lijkt die neergaande
lijn tot stilstand gebracht, met na
me dankzij het schoolschaak. De
bond heeft een methode geïntro
duceerd, SpeelZ, voor ouders en le
raren die kinderen kennis willen
laten maken met de sport. Een an
der speerpunt is de promotie van
Magnus Carlsen (20) foto ANP
internetschaak. Daarmee hoopt de
bond spelers te interesseren die
niet snel lid zouden worden van
een club. „Het grote voordeel van
internetschaak is dat bij een toer
nooi deelnemers niet fysiek aanwe
zig hoeven te zijn. Daardoor kun
je bijvoorbeeld prima na school
tijd wedstrijden spelen."
Internet is een fantastisch me
dium voor de schaaksport, vindt
ook Böhm. Maar de computer
heeft ook schaduwkanten. „Het ni
veau van de toppers gaat omhoog,
maar de romantiek omlaag. De bar
is tijdens een belangrijk toernooi
's avonds vaak leeg. De spelers dui
ken met computer direct hun ho
telkamer op om zich voor te berei
den op de wedstrijd van morgen."