De zinloosheid van het leven
Robert Williams doet het in zijn debuut preeies goed
I oe 'an 15
EEN
GOEDE ZOON
Luke&Jon
vrijdag 21 januari 2011
De autobiografische roman waarin
godsdienst een grote rol speelt, is he
lemaal terug. Eind vorig jaar ver
scheen Een goede zoon van Boude-
wijn Smid.
door Maarten Moll
Een lid van de Pinkstergemeente met het woord 'Faith* ('Geloof) in zijn nek getatoeëerd.
B oudewijn Smid (1964) is Jan Siebe-
link dankbaar. Siebelink schreef in
2005 Knielen op een bed violen. Zijn
oerboek over zijn godsdienstwaan
zinnige vader. Na 'Knielen' hadden we het
wel gehad met de godsdienst in de letteren.
Dachten we.
„Ja, dat boek van Siebelink heeft een rol ge
speeld in mijn schrijverschap", zegt Boude-
wijn Smid. „Toen ik Knielen op een bed vio
len las, dacht ik: nu moet ik ook. Ik wilde al
heel lang schrijver worden, al voor dat ik Ne
derlands ging studeren in Amsterdam."
Waar die roman over moest gaan, wist hij
ook al. Over zijn godsdienstwaanzinnige
moeder die totaal opgaat in het pinksterge-
loo£.„Ik heb veel pogingen ondernomen,
maar die strandden telkens in zelfbeklag. Na
drie pagina's was het op, en stopte ik."
Na een korte pauze: „De afstand tot mijn
moeder was nog niet groot genoeg. Pas toen
ik het leven van mijn moeder als uitgangs
punt nam, lukte het.
„In de tijd dat ik 'Knielen' las, en dus beslo
ten had dat ik ook eindelijk mijn roman
zou schrijven, werd ik gebeld door uitgeve
rij Thomas Rap. Alsof er toch voorzienig
heid bestaat. Ze waren bezig met een boek
over Johan Cruijff Ha, die initialen! Is dat
toeval? Nou ja. De dag nadat ik het verhaal
had ingeleverd, belde uitgeverij De Bezige
Bij en kreeg ik een contract voor een ro
man.
„Mijn moeder was altijd al vreemd, maar zo
rond mijn 15e werd ze echt knet
tergek. Ze viel met haar hoofd
op het ijs, daar begint de roman
ook mee. Dat had een enorme
impact. Ik werd met mijn neus
op de zinloosheid van het leven
gedrukt. Waarom treft dit haar,
dacht ik. Als dit kan gebeuren,
als iemand die zo in God ge
looft, zo wordt getroffen, dan is
er geen God. Mijn wereldbeeld
draaide 180 graden. Ik viel van
mijn geloof."
Een goede zoon is dus sterk auto
biografisch. Smid zegt er wel bij
dat dat autobiografische slechts
over een deel van de roman gaat. Het moest
niet alleen de geschiedenis van een gekte
zijn. In het ander deel wordt de hoofdper
soon, die niet op Boudewijn Smid is geënt
(„Krijn drinkt witte wijn, ik drink rode
wijn") uit zijn lethargie wakker gekust door
de mysterieuze Doris Vonkel. „Zij is de te-
genhangster van Lenna, de moeder. La belle
dame sans merci. De Meedogenloze Jongen
van Reve, zou je ook kunnen zeg
gen. Lust is haar weg naar extase.
En daarin trekt ze Krijn mee."
Die twee lijnen maken Een goede
zoon een gelaagde, meer dan
prettig leesbare roman. „Mijn ro
man is geen family-bashing. Ik
was haar jongste zoon, haar ben
jamin, en ik hield heel veel van
mijn moeder. Ze had een enorm
charisma, waardoor mensen
voor haar vielen. Maar uiteinde
lijk belandde ze dus in een psy
chose. Elke dag ging ze vaker op
de knieën. Mijn zus volgt nog
steeds cursussen om een nog in
tensere verhouding met de Heer te krijgen.
Mijn moeder had een natuurlijke autoriteit.
Mijn vader was onder de indruk van haar.
Een beetje bangig, maar hij was ook gek op
haar. Hij vond dat hij altijd, vooral geeste
lijk, tekortschoot."
In Een goede zoon komt een scène voor
waarin de moeder Krijn opdraagt zijn vader
te vermoorden. „Schrik nu niet, jongen,
maar God vertelde me vannacht dat jij papa
moet vermoorden. Jazeker, dat vertelde God
mij. Hij verkeert met foute vrouwen en gaat
naar de hoeren. Hij is de rotte plek in
ons gezin die jij moet uitsnijden."
De vraag hoe autobiografisch die scène is,
schrikt Boudewijn Smid niet af „Echt ge
beurd. En mijn vader leeft nog. Ik was diep
geschokt natuurlijk, maar het was op een
punt in haar gekte dat we alles konden ver
wachten.
„Natuurlijk heb ik geen gehoor aan de op
roep van mijn moeder gegeven. Ik schaam
de me enorm voor mijn moeder. Die voort
durend rare moeder die maar aan het evan
geliseren bleef die de winkelmeisjes waar ik
zondige gedachten bij had, probeerde te be
keren.
In Een goede zoon vermoordt de zoon de
moeder. „Het is de meest liefdevolle moord
in de Nederlandse literatuur. Ik bedacht het
toen ik aan het fietsen was. De tranen lie
pen anderhalf uur over mijn wangen. Ik
heb die scène al fietsend in mijn hoofd ge
schreven. Toen ik thuiskwam, heb ik het in
één keer opgeschreven."
Zijn moeder is driekwart jaar geleden overle
den. Ze was aan het dementeren en kreeg
een epileptische aanval. „Het dementeren
tastte haar gekte aan, waardoor ze milder
werd. Daarvoor kon ik met mijn vrouw en
kinderen niet bij haar op visite gaan. Want
mijn vrouw was immers een hoer en mijn
kinderen dus hoerenkinderen. Ze heeft
meer verschrikkelijke dingen gezegd. Mijn
broer kwam haar zijn pasgeboren kind laten
zien. Daarna heeft hij haar twaalf jaar lang
niet gezien. Hij wil nog steeds niet vertellen
wat ze tegen hem gezégd heeft. Vlak voor
haar dood heb ik toch met mijn vrouw aan
haar bed gestaan. 'Wat heb je toch een lieve
kinderen', zei ze. Dat deed me echt iets."
1 Boudewijn Smid - Een goede zoon.
De Bezige Bij, 18,50 euro.
foto Robin van Lonkhuijsen/ANP
(j) Robert Williams -
Luke en Jon
Vertaling Auke Leis
tra. Prometheus,
16,95 euro.
Robert Williams
door Dirk-Jan Arensman
Bram Vermeulen zong het al: je
kunt 't zo raar niet verzinnen
of het bestaat. Of bestond, in
dit geval. Drie jaar geleden loofde Na
tional Book Tokens (de Britse boe-
kenbon) ter gelegenheid van zijn
75-jarige bestaan namelijk eenmalig
de Not Yet Published Prize uit voor
het beste manuscript, geschreven
door een boekverkoper. Een wonder
lijke restrictie, zelfs als je bedenkt dat
Sarah Waters en David Mitchell hun
literaire carrière ook achter de toon
bank begonnen.
Maar, het moet worden gezegd, Ro
bert Williams (1977), filiaalklerk van
een Waterstone's in Manchester, die
tweeduizend pond en een contract
bij Faber 8t Faber ontving, leverde
een heel aardig debuut af
Luke en ]on is een in de goede zin
des woords ouderwetse puberro
man. In dezelfde traditie als S.E.
Hintons onlangs vertaalde Ameri
kaanse klassieker The outsiders (1967),
zij het minder grimmig.
Buitenstaanders zijn het ook, de
13-jarige Luke Redridge en Jon Mans-
field. Luke is pas verhuisd naar een
bouwvallig huis aan de rand van het
dorp waar hij woont met zijn vader,
een maker van houten speelgoed die
sinds de dood van zijn vrouw liefst
in een whiskyfles kruipt. Jon is een
wat smoezelig joch, dat kleren uit de
jaren vijftig draagt en graag triviale
feitjes op mag dreunen. Het pispaal
tje van de school, dus.
Dat deze gevoelige jongens vriend
schap sluiten, is geen verrassing. Net
zo min als de scène waarin Luke het
opneemt tegen de bullebak van de
klas. Maar het wordt allemaal knap
beschreven, met een stem die naïef
en poëtisch het midden houdt tus
sen die van een tiener en een volwas
sene met iets meer afstand.
Je leest hoe Luke zijn verdriet ver
drijft met schilderen. Williams
schrijft over de zorgen van Luke om
zijn vader, zijn rouw om zijn moe
der en wat het met hen doet als de
politie onderzoekt of zij bij een onge
luk is omgekomen of manisch-de-
pressief als ze was, haar auto mis
schien wel bewust voor die fatale
vrachtwagen heeft gestuurd.
Soms balanceert Williams op de
rand van het sentimentele, maar hij
blijft genoeg op de been om je op
recht met zijn personages mee te la
ten voelen. Ook als Jon een geheim
blijkt te hebben dat hun leven voor
goed verandert.
Indrukwekkend zijn twee gedurfde
beelden in het verder zo ingetogen
verhaal: een gigantisch houten paard
dat vader Redridge bouwt op een
open plek in het bos. Ook is er dat
moment waarop ze de as van Luke's
moeder uitstrooien in de Ierse Zee,
en hun bootje wordt opgestuwd
door een gigantisch golf
Het had een draak van een symbool
kunnen zijn als de toon niet precies
raak was: 'Het wil er bij mij niet in
dat die golf mijn moeder was die af
scheid van ons nam. Het wil er bij
mij niet in dat het een laatste knuffel
van haar was of een boodschap van
boven dat het goed met haar was,
dat ze altijd over mij zou waken of
zoiets stoms. Hij was er, en hij was
weer weg. Dat is wat er gebeurd is,
dat is de waarheid. Het was bijzon
der. Het was genoeg'.