SANNE WALLIS DE VRIES spectrum 10 Zaterdag 15 januari 2011 Het begin is onbedoeld ko misch. Sanne Wallis de Vries komt het nogal rumoe rige, door haar uitgekozen Amsterdamse etablissement binnen, ziet de interviewer zitten, buigt zich naar hem toe en vraagt bijna veront schuldigend: „Is het hier niet te lawaaiig?" „Wat zeg je?", vraagt hij. „Is het hier niet te lawaaiig?" „Nee hoor." Die avond treedt ze op in Uden met haar theaterprogramma Kaka Passa. Ze wil er om half vijf zijn. Ze eet niet met de crew mee deze keer, want ze heeft een drukke dag. Vanmorgen woonde ze een repetitie bij van een door haar geschreven radio- sketch, nu dit en straks de rit naar de Uden- se schouwburg. Daarom, als de anderen eten, wil ze zich terugtrekken. Dat heeft ze nodig voor de voorstelling. „Het is uur en 35 minuten samengebalde concentratie", zegt Sanne Wallis de Vries. De voorstelling bedacht ze samen met re gisseur Geert Lageveen, maar schreef ze voornamelijk zelf. Het is een strak script. Er is eigenlijk geen ruimte voor improvisa ties. Na de eerste voorstellingen belde ze Lageveen: of ze wat aanpassingen mocht doen. Het is de discipline van een nu al er varen theatermaakster, terwijl ze nog maar 39 jaar oud is. „Zo te spelen kost de minste energie", zegt Comédienne zou je haar kunnen noemen. Cabaretière kan ook. Zangeres soms. Musicalster één keer. Het zijn allemaal facetten van Sanne Wallis de Vries. Ze wil verhalen vertellen. Dat begon bij grootmoeder Aaltje. door Bonne Stienstra ze en ze legt uit dat ze op toneel privézor- gen en -zorgjes niet toelaat. Somberheid, uitgelatenheid, overige humeurigheden. Mocht ze er last van hebben, het publiek zal het niet merken. Terwijl ze zich de laat ste tijd soms behoorlijk bezwaard voelt als ze de deur van haar Amsterdamse woning achter zich dichtdoet voor een optreden in Steenwijk, in Emmen, in Papendrecht of in Helmond of in Venray. Dat bezwaarde gevoel komt van de beide dochtertjes, die ze achterlaat. Die nog zo jong zijn, dat ze hun moeder liever dag en nacht om zich heen hebben. Het is dat moedergevoel, de liefde voor haar gezin, dat haar heeft doen besluiten na Kaka Pas- sa, waar ze na februari mee stopt, voorlo pig niet weer een tournee door gans het land te maken. Ze zegt: „Heel lang draaide alles in mijn le ven om het theater. Dat is veranderd sinds ik kinderen heb. Het theater trekt nu een te zware wissel op mij. Het podium is niet meer zo heilig voor mij. Mijn gezin is nu het centrum van mijn leven." Maar een leven zonder theater, zonder het theatrale, dat is geen leven. Daarom kwam ze vandaag zo tevreden terug van de repeti tie van haar sketch voor twee radiokoks. „Ik ervoer: ik beleef hier veel plezier aan, en bevrediging. Zo kan ik ook bezig zijn, voor anderen, en op aangename tijden." Dat haar passie voor theater en voor het schrijven te combineren is met de liefde voor haar kinderen, dat stemde haar zeer gelukkig. Teuntje Sietsche Elisabeth heet de oudste. Sietsche is de naam van haar moeder. Siets- ke de Boer uit Leeuwarden ontvluchtte op haar 18e het door haar als beklemmend er varen milieu en ging naar Amsterdam. Haar dochter hield ze daarom altijd voor: „Je moet doen wat je leuk vindt." Die doch ter zegt nu: „Ik was een puber, ik wilde he lemaal niet doen wat ik leuk vond, ik wil de wat nuttigs doen." Toen al trok het theatrale Sanne Wallis de Vries aan. Niet dat het met haar altijd la chen, gieren en brullen was. Natuurlijk: „Ik wilde de leukste zijn, dat willen alle ca baretiers. Een kind buit altijd zijn sterkste punten uit. Ik was de clown. Maar ik ge bruik humor als middel om een verhaal te vertellen. Want verhalen vertellen, verha len lezen, verhalen horen, dat is het mooi ste wat er is." Ze deed, samen met vier an dere 'hulpcabaretiers' mee aan de oudejaarsvoorstelling van Erik van Muis winkel. Vooraf stond ze, tijdens een try-out, vanuit de coulissen te kijken naar Van Muiswinkel. Ze zag hoe het publiek ademloos naar hem luisterde, terwijl hij een verhaal vertelde. En het gevoel van vroeger kwam terug, het gevoel dat ze had

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2011 | | pagina 150